Ordediensten niet langer een mannenbastion
Nadeem Iqbal
28 januari 2003
Mannelijk chauvinisme blijft voorlopig hoogtij
vieren in Pakistan, maar stap voor stap worden oude rolpatronen in het
openbare leven doorbroken. De politie in de hoofdstad Islamabad heeft nu 70
vrouwen in dienst, en in de burgerluchtvaart zijn al bijna even veel
vrouwelijke stewards actief die opgeleid zijn om kapers in een handomdraai
buiten gevecht te stellen. Vrouwenorganisaties hopen dat die nieuwe
hoedsters van de wet het beeld kunnen helpen bijstellen van de vrouw als een
zwak wezen dat voorbestemd is om het slachtoffer te worden van de boze
buitenwereld.
De laatste 25 vrouwen die door de ordediensten in Islamabad in dienst werden
genomen, dragen de titel ‘commando’ - ze moeten belangrijke
overheidsgebouwen bewaken tegen terroristische aanvallen. In december
maakten ook 67 vrouwelijke ‘air stewards’ een opleiding van zes maanden af,
waarbij ze leerden hoe ze ongewapend vliegtuigkapers kunnen aanpakken en
overmeesteren. Kort na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS werden
voor het eerst vrouwen tot die opleiding toegelaten - toen waren het er maar
negen.
Het zijn bescheiden stappen in de richting van gelijkberechtiging, maar
volgens Farzana Bari, de directeur van het Centrum voor Vrouwenstudies aan
de Quaid-i-Azam-universiteit, is het toch een grote vooruitgang gelet op
vroegere pogingen om vrouwen binnen te sluizen in traditionele
mannenberoepen. De regering vatte al in 1994 het plan op de politiekorpsen
in heel het land te vervrouwelijken, maar die ideeën werden nooit consequent
in de praktijk gebracht. De vrouwen die dienst namen, bleken uiteindelijk
steevast veroordeeld om hun mannelijke collega’s te begeleiden of typische
vrouwenklussen op te knappen - zoals de ordehandhaving bij betogingen
waaraan vooral vrouwen deelnemen.
Pakistaanse vrouwen hebben op alle maatschappelijke vlakken een grote
achterstand goed te maken. 57 procent van de mannen kan lezen en schrijven,
tegenover amper een derde van de vrouwen. Nog geen vijf procent van de
Pakistaanse vrouwen heeft een baan, en dat zijn vooral typische
vrouwenberoepen in het onderwijs en de medische wereld. Amper 1,2 procent
van de Pakistaanse advocaten is van het vrouwelijke geslacht.
In de politiek hebben vrouwen al voet aan de grond - vrouwen maken een derde
van de lokale parlements- en bestuursleden uit, en iets meer dan 20 procent
van het federale en de vier provinciale parlementen. Dat is een gevolg van
een in 1998 afgekondigd actieplan om de rol van vrouwen in de besluitvorming
te versterken.
Ook bij de ordediensten doet het actieplan nu een nieuwe wind waaien. Een
goede zaak, oordeelt Helena Saeed, het hoofd van de verkeerspolitie in
Islamabad. Maar volgens haar ontbreekt het wel aan concrete maatregelen om
de vrouwen die worden aangeworven ook goede arbeidsomstandigheden te bieden.
Veel vrouwelijke agenten staan voor de onmogelijke opgave hun veeleisende
taak met een huishouden te combineren. Bovendien is de vraag naar
vrouwelijke agenten bij zaken rond huiselijk geweld en seksuele delicten zo
groot, dat de vrouwen die in dienst zijn erdoor overstelpt worden.