Overschot aan olifanten plaatst Zuid-Afrika voor dilemma
Maarten Messiaen en Moyiga Nduru
10 september 2004
De Afrikaanse olifant is bezig aan een remonte. En wat voor één. In het Zuid-Afrikaanse Krugerpark slenteren nu dubbel zoveel dikhuiden rond als tien jaar geleden. De snel groeiende populatie dreigt het natuurpark kaal te vreten én bedreigt de broodwinning van de boeren in de omgeving. Moeten de prachtige dieren afgemaakt worden of bestaan er andere oplossingen?
Er leven nu zo’n 11.000 olifanten in het Kruger Nationaal Park, zo werd vorige week bekend gemaakt op een conferentie van milieugroepen in Johannesburg. Dat is een verdubbeling tegenover 1994. Als het zo doorgaat, huisvest het park over enkele jaren maar liefst 20.000 olifanten. Maar dat nieuws zorgde niet voor vreugdekreten onder de 50 deelnemers aan de conferentie, die de sombere werktitel ‘De ethiek van het doden van olifanten’ meekreeg.
De sterke groei doet stemmen opgaan om het heersende verbod op het systematisch afmaken van olifanten op te heffen. De Zuid-Afrikaanse regering beslist daar volgende maand over. Het zal een combinatie moeten worden van olifanten verhuizen, pogingen tot contraceptie en, misschien, afschieten, zegt Crispian Olver, de directeur-generaal van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Milieu en Toerisme. Olver wikt zijn woorden. Het neerschieten van de Afrikaanse olifant, die net als de Chinese panda symbool staat voor vele andere uitstervende diersoorten, is een taboe. Ik weet dat het controversieel is. Maar we moeten in ieder geval dringend ingrijpen.
Jagerslogica
Afmaken is een eufemisme voor massamoord, vindt Michelle Pickover van het Onderzoekscentrum voor Afrikaans Wild. Zij verzet zich samen met andere Afrikaanse milieugroepen tegen de opheffing van het verbod. Olifanten neerschieten is een onmenselijk wrede praktijk, vindt Pickover. Olifanten zijn intelligente en gevoelige wezens: ze hebben een goed geheugen en hebben een rijk gezinsleven.
De grootste viervoeter op aarde kan echter ook een behoorlijke lastpak zijn. Een Afrikaanse olifant heeft nu eenmaal elke dag zo’n 200 kilo loof nodig om op gewicht te blijven. Regelmatig ontsnapt een hongerige kudde uit het overbevolkte park om op strooptocht te gaan in naburige akkers, moestuinen en boomgaarden. Heel wat straatarme boeren in de buurt van het Krugerpark zien hun levenswerk vertrappeld worden.
Ook de giraffen, impala’s, neushoorns en in tweede instantie leeuwen, luipaarden en andere roofdieren in het park komen nu al in de verdrukking omdat de olifanten het park kaalvreten. En een te grote olifantenpopulatie brengt uiteindelijk ook zichzelf in gevaar: met teveel soortgenoten kan hij zijn leefomgeving herschapen tot een woestenij, met massale sterfte tot gevolg.
Een klassieke jagerslogica, zeggen Afrikaanse milieugroepen. Het Krugerpark had jarenlang een traditie van ‘culling’, zoals het gecontroleerd afmaken van olifanten heet. Tussen 1967 en 1994 werden er in het natuurpark jaarlijks tussen 200 en 2000 olifanten neergelegd. De laatste keer dat de olifantenpopulatie werd uitgedund was in 1994. De parkautoriteiten verdoofden 312 dikhuiden met pijltjes, om ze daarna een kogel door de kop te jagen en de karkassen te verkopen.
Olifantenpil
Intussen zijn de tijden veranderd. Volgens de tegenstanders van afmaken, bestaat er wel degelijk een alternatief. Kenia bijvoorbeeld, verhuist overtollige olifanten naar minder dichtbevolkte gebieden. Maar de oplossing is minder eenvoudig dan ze klinkt, al was het maar omdat het niet meevalt om een dier dat evenveel weegt als vijf auto’s over honderden kilometers te vervoeren. Geboortebeperking is nog zo’n alternatief. Een olifant kalft gemiddeld om de vier jaar. Er zijn mogelijkheden genoeg om de paringsdrang van een hitsige zestonner aan banden te leggen. Maar de ‘olifantenpil’ en andere contraceptiva zitten nog in de testfase. (zie kader). Het hangt af van plaats tot plaats, maar in sommige natuurparken is gecontroleerd afmaken het enige mogelijke antwoord, zegt professor Ben Colenbrander van de faculteit der Diergeneeskunde van de universiteit van Utrecht.
Niet alleen de moeder aller natuurparken dreigt te stikken onder een teveel aan olifanten. In het Hwange Nationaal Park in Zimbabwe moet de populatie de komende drie jaar gereduceerd worden met 20.000 dieren. In dat Zuid-Afrikaanse buurland wonen 88.000 olifanten, maar de beheerders van de natuurparken schatten dat het huidige parkenbestand slechts 40.000 dieren kan dragen. Hetzelfde verhaal gaat op voor Botswana en sommige natuurparken in Namibië. Zullen die landen het Zuid-Afrikaanse voorbeeld volgen als Kruger het verbod opheft?
Zelfs het Wereldnatuurfonds (WWF) acht de tijd rijp om het taboe op te heffen. Wij zijn niet tegen het afmaken van olifanten, althans op die plaatsen waar er geen andere mogelijkheid is, zegt Peter J. Stephenson, de man die het Afrikaanse olifantenprogramma van het Wereldnatuurfonds (WWF) in goede banen leidt. Als olifanten op termijn dreigen te sterven van honger en dorst, dan is het menselijker om ze te doden. Maar in veel van de 35 Afrikaanse landen waar wilde olifanten leven, benadrukt Stephenson, hebben de dieren zich nog niet hersteld van de massale slachtingen in de jaren 70 en 80.
KADERSTUK: Op stap met een olifant
Dit voorjaar brachten de Keniaanse autoriteiten 400 olifanten over van de Shimba hills naar het Tsavo East National Park. Een humane oplossing, zegt Peter J. Stephenson van het Wereldnatuurfonds (WWF). Maar het kost ettelijke miljoenen euro. Niet alle Afrikaanse landen zijn bereid om dat op te hoesten.
Ook het Zuid-Afrikaanse Krugerpark experimenteerde een tijd met het verhuizen van dikhuiden. Zonder veel succes: olifanten die van hun familie moeten scheiden, worden soms depressief of agressief. Intussen werkten de Zuid-Afrikanen een methode uit om complete families te transporteren. Een erg moeilijke en kostelijke zaak, getuigt Prof.dr. B. Colenbrander van de faculteit der Diergeneeskunde van de universiteit van Utrecht. Een olifant honderden kilometers over land verhuizen, is geen sinecure. Je kan hem met man en macht over land transporteren, maar zo’n beest keert soms op zijn stappen terug. Hij vindt de weg terug, als het moet over een afstand van twee tot driehonderd kilometer. Verdoven en transporteren is nog moeilijker: voor één olifantenfamilie heb je al makkelijk enkele stevige opleggers nodig. Niet echt een oplossing dus als je met een overschot van enkele duizenden beesten zit, besluit Colenbrander.
Anticonceptie is al evenmin een snelle oplossing voor het probleem van overbevolking in de natuurparken van Zuidelijk Afrika. Sinds enkele jaren testen wetenschappers verschillende producten uit - van een geïnjecteerde ‘olifantenpil’ voor de vrouwtjes tot spermaremmende middelen voor de mannetjes. De testfase zal nog een tijdje duren, al was het maar omdat een olifantenvrouwtje 22 maanden drachtig is. In ieder geval helpen die middeltjes niet om de overtollige exemplaren weg te werken. Een conferentie over olifantenanticonceptie kwam in november jongstleden tot de conclusie dat anticonceptie zeker niet geschikt zijn om de aantallen van een lang levende soort als de olifant te reduceren. Een welgemikt schot lijkt voorlopig de enige snelle manier om de aantallen te verminderen.