Panda-uitwerpselen goudmijn voor biobrandstoffen
Joren Gettemans
30 augustus 2011
Bacteriën in de uitwerpselen van panda's kunnen voor een revolutie zorgen in de productie van biobrandstoffen. Tot nog toe werd voor de productie van biobrandstoffen vooral gekeken in de richting van makkelijk afbreekbare gewassen zoals maïs en suikerriet, maar de nieuwe bacteriën kunnen veel hardere gewassen aan, zoals bamboe.
Wetenschappers van de Mississippi State University verzamelden en analyseerden een jaar lang verse uitwerpselen van mannelijke en vrouwelijke panda’s in de dierentuin van Memphis. Ze vonden zo verschillende types bacteriën die in staat zijn lignocellulose af te breken, een bijzonder moeilijk te verteren stof in gras, stengels van gewassen en hout.
De ontdekking kan een belangrijke doorbraak betekenen, omdat biobrandstoffen tot nog toe vooral gewonnen worden uit gewassen zoals maïs en suikerriet, en dus concurrentie vormen voor de menselijke voeding. Wetenschappers zoeken al lang naar grondstoffen die niet eetbaar zijn voor de mens, en dus geen bijkomende bron van honger in de wereld zijn.
Lignocellulose
“Wie had ooit vermoed dat uitwerpselen van de panda mee zouden helpen om een van de grootste drempels in de productie van biobrandstoffen weg te werken: het afbreken van ruw plantenmateriaal tot brandstof.” zegt Ashli Brown, een van de wetenschappers. “We hopen dat ons onderzoek het gebruik van biobrandstoffen in de toekomst vooruit kan helpen en onze afhankelijkheid van buitenlandse olie kan verminderen.”
Onderzoekers vermoedden al lang dat in het darmstelsel van panda’s bacteriën te vinden zijn die lignocellulose kunnen afbreken. Het dieet van de dieren in het wild bestaat immers voor 99 procent uit bamboe, en een volwassen panda eet 9 tot 18 kilogram per dag. Maar het is voor het eerst dat wetenschappers op zoek gaan naar de specifieke bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de vertering.
De gevonden bacteriën zijn gelijkaardig aan de varianten die gevonden werden in termieten, maar lijken meer beloftevol voor de productie van biobrandstoffen. “Onze studie lijkt erop te wijzen dat de pandabacteriën efficiënter zijn in de afbraak van plantenmateriaal en dat de manier waarop ze werken beter geschikt is voor de productie van biobrandstoffen”, zegt Brown.
Bedreigde soorten
De wetenschappers vermoeden dat, in optimale omstandigheden, de bacteriën in staat zijn om 95 procent van de biomassa van planten om te zetten in eenvoudige suikers. De bacteriën zijn zo efficiënt dat daarvoor geen hoge temperaturen nodig zijn zoals nu wel het geval is in de productie van biobrandstoffen, zegt Brown. Daardoor wordt het proces mogelijk een stuk minder tijdrovend en bovendien schoner en goedkoper.
“Maar de ontdekking leert ons ook een lesje over het belang van biodiversiteit en de bescherming van bedreigde diersoorten”, zegt Brown. Ze wijst erop dat er in het wild maar zo’n 2500 panda’s meer over zijn, en dat er 200 in gevangenschap leven. “Dieren en planten zijn een onschatbare bron van geneesmiddelen en andere producten waar de mens van afhankelijk is. Als ze uitsterven, verliezen we die bron.”