Paraguay opent ziekteverzekering voor huispersoneel
Natalia Ruiz Díaz
16 september 2009
Na 42 jaar wachten hebben hulpjes in de huishouding nu eindelijk in heel Paraguay toegang tot de wettelijke ziekteverzekering. Tot hiertoe kon alleen het huispersoneel in de hoofdstad Asunción rekenen op uitkeringen in het geval van ziekte, ongevallen of zwangerschap.
Van de maatregel kunnen naar schatting 290.000 vrouwen en mannen profiteren die bij andere gezinnen poetsen, koken, op de kinderen passen en klusjes opknappen. De gezinsleden van het huispersoneel zijn meteen mee verzekerd voor de belangrijkste risico’s.
Paraguay heeft al sinds 1943 een Instituut voor Sociale Voorzorg dat voorziet in de verplichte ziekteverzekering van werknemers. Voor huispersoneel was daarin aanvankelijk geen plaats. In 1967 werd een speciale regeling ingevoerd voor mensen die in de hoofdstad werken als hulp in de huishouding. Het was de bedoeling de verzekering voor die groep van werknemers daarna geleidelijk uit te breiden over het hele land, maar dat bleef maar aanslepen.
Onbekend
Veel hulpjes in de huishouding moeten de verzekering nog wel leren kennen. Het Instituut voor Sociale Voorzorg heeft nog maar een 6000-tal werknemers uit de sector ingeschreven, en daarvan hebben er nog maar 2500 echt gebruik gemaakt van hun recht op uitkering.
Zowat 93 procent van het huispersoneel in Paraguay bestaat uit vrouwen. Meer dan de helft van hen is jonger dan dertig. Ze komen vaak van het platteland, zijn niet lang naar school geweest en spreken alleen Guaraní, een indiaanse taal.
In geen enkel ander land in Latijns-Amerika zijn er minder mensen sociaal verzekerd dan in Paraguay. Het Paraguayaanse huispersoneel is door de uitbreiding van de ziekteverzekering nog altijd niet even goed verzekerd als andere werknemers. Recht op een pensioen hebben ze bijvoorbeeld nog niet.
Daartoe moet het wettelijke regime waaraan poetsvrouwen, kinderoppassen en tuinmannen onderworpen zijn, eerst in lijn worden gebracht met de regelingen voor overige beroepsgroepen. Het wettelijk minimumloon voor werk in het huishouden ligt bijvoorbeeld 40 procent lager dan het minimumloon voor andere activiteiten. Hulpjes in de huishouding hebben ook nog geen wettelijk recht op vakantie of op zwangerschapsverlof.