Paraguayaanse president verontschuldigt zich tegenover slachtoffers dictatuur

Nieuws

Paraguayaanse president verontschuldigt zich tegenover slachtoffers dictatuur

David Vargas

29 augustus 2008

Met tranen in de ogen bood president Fernando Lugo donderdag in naam van de staat zijn excuses aan bij de slachtoffers van mensenrechtenschendingen tijdens de dictatuur van Alfredo Stroessner (1954-1989). Hij deed dat bij de presentatie van het definitieve rapport van de Commissie voor Waarheid en Gerechtigheid, een bundeling getuigenissen van duizenden slachtoffers.

“Ik vraag vergiffenis in naam van de Paraguyaanse staat voor het onrecht dat jullie te voortduren hadden, vergiffenis voor elk spoor van fysieke en emotionele pijn”, verkondigde een zichtbaar geëmotioneerde Lugo tijdens de voorstelling van het rapport.
Het telt meer dan duizend bladzijden en bevat getuigenissen van 2.130 mensen over gevallen van foltering, moord, ontvoering en vervolging gedurende het eigenlijke dictatoriale regime en de daarop volgende 14 jaar, hier omschreven als “de overgang naar democratie”, tot 2003.
In dat jaar werd de Commissie voor Waarheid- en Gerechtigheid in het leven geroepen. Lugo, een voormalige katholieke bisschop die bij zijn aantreden op 15 augustus een einde maakte aan zes decennia van bestuur door de Coloradopartij, beloofde de 178 aanbevelingen van de commissie ter harte nemen. Een daarvan is de oprichting van een nationaal Mensenrechtensecretariaat om de zaken op te volgen.

Foltering

De commissie heeft het over 128.078 directe en indirecte slachtoffers van de dictatuur. Ze werden onder andere standrechtelijk terechtgesteld, opgesloten, gefolterd of verkracht, moesten gedwongen “verdwijnen” of politiek asiel aanvragen. Ongeveer 95 procent van de politieke gevangenen werden gefolterd, en minstens de helft ontving doodsbedreigingen, aldus het rapport.
Foltering gebeurde door stroomstoten op verschillende lichaamsdelen, bijna-verstikking met plastieken zakken, door snij- en brandwonden of door gedwongen te kijken hoe anderen gemarteld werden. Die praktijken waren volgens de commissieleden “het belangrijkste instrument van sociale controle door het militaire regime”, en troffen vooral leden van politieke partijen en sociale bewegingen, in de eerste plaats de boeren.
Het grootste aantal van de gevallen in het rapport heeft betrekking op seksueel misbruik van meisjes tussen 12 en 15 jaar door soldaten, politieagenten en medewerkers van het regime. De mensenrechten van veel vrouwen werden geschonden omdat ze verwant waren met slachtoffers van politieke vervolging of leiders van organisaties uit het civiele middenveld.
Bisschop Medina, een van de aanvoerders van het verzet tegen de dictatuur, verklaarde dat “hoewel de cijfers de pijn van het Paraguyaanse volk niet ten volle weergeven, geven ze ons wel een idee van de omvang”.

Nooit meer

De commissie hoopt met het verslag elementen aan te dragen waarmee justitie aan de slag kan om de verantwoordelijken van de mensenrechtenschendingen te berechten. Daarom staat in een van de hoofdstukken van het verslag lijst met namen van schenders, waaronder politici, leden van de politie en de gewapende troepen, en informanten van het regime.
Het stadstheater van Asunción, waar de bundel werd voorgesteld, zat afgeladen vol met vertegenwoordigers van sociale organisaties. Activist Martín Almada, winnaar van de Alternatieve Nobelprijs, bracht de gruwelijkheden in herinnering van het Stroessner-regime onder operatie Condor, een gecoördineerd plan van militaire regeringen die in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay aan de macht waren in de jaren 1970 en 1980. Dat was gericht op de opsporing, opsluiting, foltering en uitschakeling van linkse opposanten.
Stroessner werd verdreven bij een staatsgreep in februari 1989 en kreeg politiek asiel  in Brazilië. Daar stierf hij twee jaar geleden. Het rapport kreeg de titel “Anive hagua oiko” mee, deze zin in het Guaraní (de tweede officiële taal in Paraguay) betekent zoveel als “nooit meer”.