Onpopulaire hervorming herziet verworven rechten en privileges
Pensioenhervorming bepaalt lot van Braziliaanse regering


IPS - Mario Osava
19 februari 2019
De pensioenhervorming wordt de eerste en meteen beslissende slag voor de nieuwe Braziliaanse regering. De ontknoping volgt midden dit jaar.
Paulo Guedes , de Braziliaanse minister van Economie
CC Rodrigues Pozzebom/Agência Brasil - IPS
De pensioenhervorming wordt de eerste en meteen beslissende slag voor de nieuwe Braziliaanse regering. De ontknoping volgt midden dit jaar. De pensioenhervorming zal de economie de komende tien jaar doen groeien, beloofde Paulo Guedes toen hij op 2 januari minister van Economie werd.
Via economisch herstel en een daling van de werkloosheid wil de regering haar ultraconservatieve agenda op andere terreinen, onder meer onderwijs, milieu en openbare veiligheid, mogelijk maken.
Grondwetswijziging nodig
“Als de pensioenhervorming niet door het Congres wordt goedgekeurd, verergert de economische crisis en komt er geen moreel herstel”, zegt Luis Eduardo de Assis, hoogleraar economie aan de Katholieke Universiteit van São Paulo en voormalig directeur monetair beleid van de Centrale Bank.
“Als de pensioenhervorming niet door het Congres wordt goedgekeurd, verergert de economische crisis en komt er geen moreel herstel”
Dit uitgangspunt bracht de regering ertoe andere initiatieven uit te stellen tot na de verwachte parlementaire goedkeuring. Hoe de hervorming er precies zal uitzien, is nog niet bekend. Hoe dan ook is een grondwetswijziging nodig, waardoor het voorstel een meerderheid van drie vijfde van de afgevaardigden en de senatoren moet krijgen.
Als de hervorming wordt goedgekeurd, zal dat het pensioenstelsel de komende tien jaar bijna één biljoen real (ongeveer 240 miljard euro) besparen, zegt Guedes. Een definitieve beslissing van het parlement wordt niet vóór juli verwacht.
In Brazilië bestaat er sinds de zware economische recessie van 2015 en 2016, toen het bruto binnenlands product respectievelijk met 3,5 en 3,3 procent daalde, een consensus over de noodzaak van een pensioenhervorming.
Sinds de recessie herstelt de Braziliaanse economie zich, maar zeer traag, met 1 procent groei in 2017. De werkloosheid bedroeg dat jaar 12,7 procent en daalde vorig jaar amper, tot 12,3 procent.
Te genereus
Het begrotingstekort bemoeilijkt volgens velen een sterker herstel. Dat tekort is voornamelijk te wijten aan het groeiende onevenwicht in de sociale zekerheid.
Brazilië, een land met 209 miljoen inwoners, heeft een pensioensysteem dat vooral voor ambtenaren als te genereus wordt gezien.
Leerkrachten van het openbaar onderwijs bijvoorbeeld kunnen al voor hun vijftigste met pensioen gaan, met hun volledige loon, omdat ze daar na 25 jaar werken recht op hebben en al op hun 16 jaar kunnen beginnen werken. In de voorstellen die momenteel circuleren, is sprake van een minimumleeftijd voor pensionering. Dat kan 65 jaar voor iedereen zijn, of 65 jaar voor mannen en 62 jaar voor vrouwen.
President Bolsonaro schoof zelf de hypothese van respectievelijk 62 en 57 jaar naar voren, met nadien een geleidelijke verhoging van die minimumleeftijd.
Maar het is een complexe discussie. Er zijn bijvoorbeeld verschillende regelingen voor de openbare en private sector, er zijn de weduwepensioenen en de pensioenen van landarbeiders.
Militaire privileges
De militairen vinden ondertussen dat ze recht hebben op een speciale behandeling. Ze stellen dat er in het leger geen sprake is van pensionering, maar alleen van een overgang naar een reservestatuut, waardoor men op elk moment weer kan worden opgeroepen.
Daarom is hun pensioen, net zoals bij andere ambtenaren, hetzelfde of soms hoger dan het loon van wie nog actief is. Aan dergelijke privileges, die de ongelijkheid doen toenemen, komt een einde, zegt de minister van Economie.
Het leger, dat zeven officieren telt in de regering van 22 ministers, met ook tientallen andere vertegenwoordigers op het tweede plan, lijkt te aanvaarden dat het zijn deel van de offers moet brengen.
Het leger, dat zeven officieren telt in de regering van 22 ministers, met ook tientallen andere vertegenwoordigers op het tweede plan, lijkt te aanvaarden dat het zijn deel van de offers moet brengen. De actieve jaren van militairen zullen worden opgetrokken en hun bijdragen aan het systeem zullen stijgen.
Het pensioentekort bij de militairen groeit het snelst en bedraagt bijna 10 miljard euro per jaar, vergelijkbaar met het tekort bij de andere ambtenaren en ongeveer een vijfde van het totale tekort in de privésector.
Het verschil is dat niet-actieve militairen gemiddeld zeventien keer meer verdienen dan gepensioneerden in de privésector. Het pensioenstelsel in de privésector telt 29 miljoen begunstigden, dat van het leger slechts 380.000.
Gouden kans
De regering heeft “een gouden, fantastische kans” om een diepgaande pensioenhervorming door te voeren. Vorige pogingen mislukten omdat het parlement dwarslag of de doelen te beperkt waren, zegt Luis Eduardo de Assis.
De regering beschikt door haar recente verkiezingsoverwinning over de nodige legitimiteit. Bovendien is er de afgelopen jaren grondig gedebatteerd over dit thema en is de oppositie te verzwakt om weerstand te bieden.
“Maar er is een gebrek aan politieke duidelijkheid, we weten niet wie de parlementaire actie coördineert, wat het officiële voorstel is” van de verschillende versies die naar buiten kwamen, merkt de econoom op.
“De pensioenhervorming is niet populair, het probeert verworven rechten te herzien waaraan mensen niet willen verzaken, omdat ze vinden dat het tekort te wijten is aan corruptie en privileges van anderen. Daarom is het formuleren van politieke steun onontbeerlijk.”
Bovendien deelt De Assis de overtuiging niet dat de hervorming automatisch economische groei zal opleveren. “Het is een noodzakelijke voorwaarde, maar niet voldoende voor een economisch herstel. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig, die investeringen bevorderen. Het is een lang proces.”