Pentagon steeds actiever in Afrika onder de vlag van ontwikkelingshulp
IPS
16 mei 2014
Nu bijna driehonderd meisjes in Nigeria zijn ontvoerd, neemt de roep om militaire actie toe. Maar wat velen niet weten is dat het Amerikaanse leger onder de naam AFRICOM al heel actief aanwezig is in Afrika, schrijft Joeva Rock van het Department of Anthropology aan de American University in Washington.
Dat blijkt uit interviews met generaals, aanbevelingen van denktanks en privégesprekken met militairen. Afrika is de nieuwe frontlinie van het Amerikaanse leger. Sinds Washington in 2008 het regionale commando voor Afrika oprichtte, AFRICOM, heeft het zijn aanwezigheid op het continent snel uitgebreid.
Amerikaanse mariniers trainen Burkinese ordetroepen.
CC BY-NC 2.0 Marines
Het is de missie van AFRICOM om in het hele continent goedkope operaties met een kleine voetafdruk te kunnen coördineren, zegt het Witte Huis, vanuit de 3D-benadering van “defence, diplomacy, and development”. Maar ondanks pogingen om het klein te houden laten rapporten zien dat er gemiddeld “meer dan één missie per dag” wordt uitgevoerd en dat de VS op ieder moment vijf- tot achtduizend militairen op de grond hebben.
In plaats van het “shock and awe” van Irak kiest het leger in Afrika voor het vriendelijke gezicht. In maart nog schreef de New York Times lovend over het multinationale trainingscentrum in Niger, waar met klamboes het terrorisme wordt bestreden in plaats van met luchtaanvallen of overvallen op militanten.
Paard van Troje
Dit soort activiteiten staan in het centrum van de pr-campagne van AFRICOM, maar het is misleidend, zeggen critici. De projecten zijn meer als een paard van Troje: een ingang op het continent, verpakt als cadeau. Onder de vlag van conflictpreventie en ontwikkeling houdt AFRICOM zich regelmatig bezig met humanitaire projecten waar geen oorlog is. Via sociale media worden die flink in de etalage gezet. De accounts op Facebook en Twitter worden dagelijks bijgehouden, inclusief nieuws over mondiale campagnes zoals World Malaria Day (#malariabuzz) en foto’s van soldaten die speelgoed uitdelen aan kinderen.
Over de expansieve aanwezigheid van troepen en technologie op de grond en in de lucht wordt minder gezegd. AFRICOM is betrokken bij operaties met Amerikaanse militairen, private beveiligingsbedrijven en Afrikaanse militairen die door de VS worden getraind. Zo is Camp Lemonnier in Djibouti een bekende basis voor aanvallen met drones op doelen in Jemen en Somalië.
Olie
Gezien de concurrentie uit China is het niet verrassend dat veel activiteiten plaatsvinden in olierijke regio’s, met name Kenia, Uganda, Ghana en de Golf van Guinea. Vooral die laatste is belangrijk geworden, met zijn korte afstand tot de Sahel en Mali, berichten over een toename van piraterij en uiteraard de aanwezigheid van veel olie in de grond, onder land en onder zee.
AFRICOM hamert erop dat het alleen maar als einddoel heeft om lokale krachten in staat te stellen lokale problemen op te lossen. Maar de dagelijkse operaties, en de pogingen om West-Afrikaanse landen “gevoelig te maken” voor een permanente crisiseenheid van mariniers, verraden dat de ware bedoeling anders is: een permanente aanwezigheid op het continent. Humanitaire activiteiten helpen daarbij en zorgen voor goede relaties.
Een rapport uit 2010 van een denktank, het Feinstein International Center, zegt eerlijk dat humanitaire projecten in de Hoorn van Afrika een “ingang” zijn voor “militaire interventie, mocht dat later nodig zijn”.
Rampmilitarisme
De organisaties Women for Genuine Security noemt dat “rampmilitarisme”, een strategie die het leger wereldwijd toepast. Op kleine schaal levert het voordelen op, maar de projecten moeten nauwgezet worden gemonitord. “Het mengen van humanitaire hulp en militaire operaties” draagt bij aan “verwarring onder burgers, publiek wantrouwen en vragen over transparantie en rekenschap”.
De humanitaire activiteiten van AFRICOM moeten we niet zien als sociaal gebaar of als conflictpreventie, maar als teken van wat we in de toekomst mogen verwachten van het Amerikaanse buitenlands beleid in Afrika, zegt de organisatie.