Persvrijheid op dieptepunt
Sarah Cools
03 mei 2011
De Werelddag voor de Persvrijheid, vandaag 3 mei, benadrukt het belang van de vrije pers voor de democratie. Dat het met die vrijheid vandaag slecht gesteld is, blijkt uit een rapport van ngo Freedom House. Volgens journalisten en experts kunnen de sociale media een belangrijke rol spelen in onafhankelijke nieuwsverspreiding.
‘Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel mensenrecht en is onlosmakend verbonden aan de menselijke waardigheid. Het is ook een hoeksteen van de democratie’, zei Catherine Ashton, hoge vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken voor de Europese Unie, naar aanleiding van de Werelddag voor de Persvrijheid. In naam van de Europese Unie loofde ze alle journalisten en mediaorganen die wereldwijd tot het uiterste gaan om de waarheid te brengen. Alle regeringen worden ook opgeroepen om zich aan de internationale normen over de persvrijheid te houden en alle opgesloten journalisten én bloggers meteen vrij te laten Voor de bloggers had Ashton extra aandacht. Ze prees hun bijdrage in ‘de recente gebeurtenissen’, waarmee ze verwees naar de Arabische revolutie.
Sociale media tegen onderdrukking
Over het gebruik van sociale media en de rol van bloggers in het huidige medialandschap werd gisteren, 2 mei, al meer gezegd tijdens een conferentie. Een panel van journalisten en experts kwam, naar aanleiding van de Werelddag voor Persvrijheid, samen in Washington om over de vrije pers te debatteren. Het panel hoopt dat de sociale media een rol zullen blijven spelen in de strijd tegen onderdrukkende regimes, ook als die regeringen censureren. Wael Abbas, die met zijn blogs en video’s op YouTube een vooraanstaande rol in de Egyptische revolutie speelde, zei dat sociale netwerksites als Facebook en Twitter het organiseren van protesten vereenvoudigen. Ook maken de sites het gemakkelijker om wandaden van de regering te verspreiden.
Pers steeds minder vrij
Onder die wandaden valt bijvoorbeeld de aanval op de onafhankelijke media. Het aantal landen dat de vrije pers aan banden legt, stijgt. Uit een rapport dat Freedom House, een ngo die zich wereldwijd inzet voor de democratie, vandaag publiceerde blijkt dat toegang tot vrije en onafhankelijke media in tien jaar tijd nooit zo laag was als nu. Slecht één op zes mensen woont in een land met vrije pers. Van de 196 onderzochte landen en gebieden waren er 63 niet vrij, 65 kregen het etiket ‘gedeeltelijk vrij’ opgeplakt.
Vooral het Midden-Oosten en Noord-Afrika doen het slecht en kenden in 2010 de grootste achteruitgang van persvrijheid van alle onderzochte gebieden. West-Europa komt op een tweede plaats als het gaat om het afbrokkelen van de vrije pers. Vooral Denemarken, IJsland en Turkije halen het gemiddelde onderuit. Ook het Verenigd Koninkrijk en Italië scoren slecht. Zwart Afrika doet het dan weer het beste. De algemene score van de regio ging er het afgelopen jaar sterk op vooruit, al wil dat niet zeggen dat de meeste inwoners er van vrije pers genieten. In de top tien van minst vrije landen staan Birma, Cuba, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Iran, Libië, Noord-Korea, Turkmenistan, Oezbekistan en Wit-Rusland. In deze landen zijn de onafhankelijke media onbestaand of hebben ze amper een kans om te functioneren.