Peru stuurt buitenlandse drugskoeriers naar huis

Nieuws

Peru stuurt buitenlandse drugskoeriers naar huis

Ángel Páez

02 januari 2009

Er is een straaltje hoop voor de Nederlanders Yorleth Metz en Yokati Arion die in Lima werden aangehouden met 3,2 kilogram cocaïne bij zich. Een nieuwe wet laat toe dat drugskoeriers hun gevangenisstraf in eigen land uitzitten. Daarvoor moeten ze wel humanitaire redenen kunnen inroepen.

Metz (26) en Arion (33) werden vorige zondag (28 december) betrapt op de internationale luchthaven Jorge Chávez. Ze maakten zich op om naar Amsterdam te vertrekken. De Peruaanse drugsbestrijding onderzoekt de zaak samen met de Nederlandse politie.

Als ze veroordeeld worden voor drugssmokkel, kunnen de Nederlandse vrouwen een celstraf van zes à vijftien jaar cel verwachten. Maar misschien hebben ze meer geluk dan de honderden andere Europeanen en Latijns-Amerikanen die al jaren achter de tralies zitten in Peru. Het Peruaanse parlement heeft immers een wet goedgekeurd die de uitlevering van veroordeelde buitenlandse drugskoeriers regelt.

Europees onderonsje

Volgens het Peruaans Instituut voor Strafinrichtingen zitten er 1086 buitenlanders in Peruaanse gevangenissen. In negen op de tien gevallen gaat het om drugssmokkelaars. Van die gevangenen komen er 156 uit Spanje, 150 uit Colombia en 82 uit Nederland. Ook de meeste andere Europese landen zijn vertegenwoordigd.

De aantallen gaan in stijgende lijn. Bronnen bij de Peruaanse drugsbestrijding Dirandro zeggen dat er in 2007 721 drugskoeriers werden aangehouden in Peru. In 2004 en 2005 waren dat er telkens maar ongeveer 250, maar in 2006 steeg het aantal al tot 451. Het voorbije jaar kon de Peruaanse politie tot 15 december al 372 smokkelaars onderscheppen, die samen 1,6 ton drugs bij zich hadden.
 
Peru is na Colombia de grootse producent van cocaïne ter wereld. Er vertrekken dan ook veel drugskoeriers die de harddrugs naar verdelers of afnemers in het buitenland moeten brengen.

Goedkoper en menselijker

De nieuwe wet moet de Peruaanse gevangenissen ontlasten, die zijn overmand door de toevloed van gearresteerde drugskoeriers. Peru wil ook af van de kosten die de hechtenis van buitenlanders met zich meebrengt. Volgens het ministerie van Justitie geeft de Peruaanse staat per gevangene en per dag 2,5 euro uit.

Er spelen ook humanitaire overwegingen mee. Een goede kandidaat voor uitlevering is bijvoorbeeld de Ecuadoraanse Sandra Maribel Enríquez. Ze werd in 2005 veroordeeld tot dertien jaar cel wegens drugssmokkel. Ze bleek zwanger en kreeg haar kind in de gevangenis. Volgens de Peruaanse wet mogen kinderen maar bij hun moeder in de cel blijven tot ze drie zijn. Omdat Enríquez geen familie heeft in Peru, zal het kind in maart naar een opvang in Ecuador vertrekken. Als Enríquez de rest van haar straf in haar eigen land kan uitzitten, kan ze veel dichter bij haar kind zijn.

De nieuwe regeling is alleen van toepassing op veroordeelde drugssmokkelaars. Metz en Arion moeten dus nog even geduld oefenen. Van de 1086 buitenlanders die in Peruaanse gevangenissen verblijven, zijn er nog maar 257 berecht en veroordeeld.