Peru worstelt met drugsverslaafden

Nieuws

Peru worstelt met drugsverslaafden

Peru worstelt met drugsverslaafden
Peru worstelt met drugsverslaafden

Liesbet Van Hoe

08 mei 2012

Bij een brand in een ontwenningscentrum voor drugsverslaafden nabij Lima, in Peru, kwamen veertien mensen om het leven. Het drama gebeurde drie maanden na de brand in een ontwenningskliniek in San Juan de Lurigancho, ook bij Lima. Een gebrek aan geld en aan medisch personeel zorgt voor erbarmelijke hulpverlening in dit land.

Op 5 mei zijn veertien mensen om het leven gekomen bij een brand in een ontwenningscentrum voor drugsverslaafden in Chosica, nabij Lima. De deuren van het gebouw waren gesloten en op het verdiep waren tralies aan de ramen aangebracht, waardoor niemand kon vluchten voor de vlammen.

De brandweer meldde dat slechts één persoon de brand overleefde. De oorzaak van de brand is nog niet bekend. Het drama gebeurde drie maanden na de brand in een ontwenningskliniek in San Juan de Lurigancho, die 29 mensen als gevolg had.

Wantoestanden

In 2010 werden in Peru maar liefst 222 ontwenningsklinieken geteld door DEVIDA, de Nationale Commissie voor Ontwikkeling van Drugsvrij Leven. Veel van deze organisaties kampen met een gebrek aan dokters en psychologen. Bovendien heeft 80 procent van deze organisaties geen officiële vergunning. De overheid heeft strenge regels aan deze legale registratie verbonden, waardoor inschrijven heel ingewikkeld wordt en de kosten hoog oplopen.

‘Er worden ontwenningscentra geopend met een heel laag budget, waar mensonwaardige situaties heersen. De lage prijs van deze hulpverlening en de wanhoop van gezinnen, werken deze praktijken in de hand’, meldt DEVIDA. ‘De overheid stelt 700 bedden ter beschikking, maar er zijn 100.000 mensen afhankelijk van drugs. Dat is het fundamentele probleem’.

‘Niet alleen het gebruik van cocaïne, maar ook van amfetamines, opium en cannabis stijgt in Peru’, aldus het Internationaal Drugspreventiecentrum Narconon. ‘Het aantal coca-plantages stijgt en dit gaat samen met de binnenlandse consumptie ervan’.

Legaliseren

Sinds 2003 is het bezit van kleine hoeveelheden van cocaïne voor persoonlijk gebruik niet strafbaar. Toch wordt dit door de bevolking en de politie nog steeds beschouwd als een misdrijf en volgt na een arrestatie meestal een plaatsing in een ontwenningscentrum.

Tijdens het debat dat tijdens de Top van de Amerikas gevoerd werd, half april, verzette president Ollanta Humala zich tegen het legaliseren van drugs. Ricardo Soberon, voormalig hoofd van DEVIDA betreurt dit. ‘Het is een heel gevoelig onderwerp. Ik hoop en geloof dat er nog een kans is om tot een debat over te gaan’, zegt hij. ‘Het probleem is dat de militaire macht denkt dat ze de boeren en handelaars begrijpen, maar dat is niet zo. Bovendien worden cocabladeren ook gebruikt voor andere producten dan cocaïne’.

Soberon streeft voor het investeren in meer plantages die andere gewassen kweken. Ook medische zorg en onderwijs moeten volgens hem meer aandacht krijgen. ‘Van een klas in Aucayacu, een gebied waar cocaplanten groeien, met meer dan honderd studenten zullen maar twee naar de universiteit gaan’, zegt hij. ‘Veel van de andere studenten belanden in drugshandel of prostitutie. Dit moet veranderen’.