"Plastic soep" beïnvloedt leven in de oceaan
Stephen Leahy
11 mei 2012
Onderzoekers hebben voor het eerst aangetoond dat de "plastic soep" in de oceaan daadwerkelijk invloed heeft op het ecosysteem. De zogenaamde oceaanschaatser, familie van het schrijvertje, gebruikt de plastic schilfers om eieren op te leggen.
Met een gemiddelde van tien stukjes plastic per kubieke meter zeewater — honderd keer zo veel als veertig jaar geleden — heeft het insect tegenwoordig genoeg broedplaatsen in het onderzochte gebied. Dat is de zogenaamde “North Pacific Gyre”, de ringvormige zeestroming in het noorden van de Grote Oceaan. Hier is het aantal eitjes van het dier toegenomen, volgens biologen die deze week publiceerden in het tijdschrift Biology Letters. Eerder konden ze alleen eitjes leggen op de enkele veertjes en stukjes hout die er drijven.
Plastic soep
Dit is het eerste bewijs dat de “plastic soep” echt invloed heeft op het ecosysteem. De insecten worden weer door andere dieren gegeten. “Maar we hebben eenvoudigweg niet de gegevens om te weten wat de consequenties zullen zijn”, zegt Miriam Goldstein, co-auteur en student oceanografie in San Diego. “Het is een zeer afgelegen regio, wat het duur maakt om er onderzoek naar te doen.”
Het gebied is een van de vijf grote systemen van ringvormige stromingen, dat tegenwoordig ook wel de “Drijvende Vuilnisbelt” of “Plastic Soep” wordt genoemd omdat er zo veel plastic drijft. Maar dat betekent niet dat je echt een plastic eiland ziet, zegt Goldstein. “De oceaan ziet er redelijk normaal uit.”
Eigenlijk zou een plastic eiland veel beter zijn, zegt ze, want dan zou het kunnen worden opgeruimd. Nu vervalt al het afval in kleine stukjes, gegeten door vogels, zeeschildpadden en andere dieren. 9 procent van alle vissen in de Gyre hebben plastic in hun maag.
Van de stormvogels heeft minstens 95 procent plastic in de maag, volgens vogelexpert Andries van Franeker van de Universiteit van Wageningen. Voor alleen de populatie van het zogenaamde Wilsons stormvogeltje komt dat neer op 35 ton plastic, per jaar vervoerd tijdens de jaarlijkse migratie tussen de Noord-Atlantische Oceaan en Antarctica.
Diepte
Hoeveel plastic er werkelijk in de oceaan zit, weet niemand. Tot op heden werd alleen gemeten aan de oppervlakte, met netten, maar een recente expeditie van de Universiteit van Washington wees uit dat er op grotere diepte veel meer plastic zit dan altijd werd gedacht.
Plastic kan niet worden afgebroken. Het valt uit elkaar in steeds kleinere stukjes, die in het milieu blijven. Jaarlijks wordt er 260 miljoen ton nieuw plastic gemaakt, dat is 100 kilo per persoon in ontwikkelde landen en 20 kilo in minder ontwikkelde landen.