‘Poolse spionnen in Brussel waren inefficiënt’

Nieuws

‘Poolse spionnen in Brussel waren inefficiënt’

‘Poolse spionnen in Brussel waren inefficiënt’
‘Poolse spionnen in Brussel waren inefficiënt’

Tijdens de Koude Oorlog maakte de Poolse geheime dienst geen al te beste beurt in België. ‘De Poolse spionnen waren allesbehalve efficiënt of betrouwbaar’, aldus professor Idesbald Goddeeris, historicus aan de K.U.Leuven, op een internationale conferentie over geheime diensten in Brussel.

Goddeeris deed enkele maanden onderzoek aan het Poolse Institute of National Remembrance in Warschau –de instantie die het archief van de voormalige Poolse geheime dienst beheert. Hij bestudeerde de interesse van Poolse spionnen voor België en Belgen, en presenteerde de resultaten van dat onderzoek op 8 november op de conferentie Need to know.

‘In 1973 ontwaarden de Poolse geheime diensten in België mogelijke gevaren in allerhande hoeken, van gevluchte Poolse criminelen en trotskïsten over pro-Chinese elementen tot zionisten. België werd gezien als de hub van de zionistische en anti-socialistische campagne in Europa’, aldus Goddeeris, die concludeert dat de rapportjes van de Poolse spionnen vol fouten stonden. ‘De inschattingen waren ontoereikend. Uiteraard waren zionisten niét Belgiës grootste bedreiging voor Polen.’

Informatie compleet onbruikbaar

Goddeeris doorprikt het klassieke verhaal dat vaak geschetst wordt van efficiënte en performante Oost-Europese inlichtingendiensten. ‘De Poolse geheime dienst gebruikte allerhande inlichtingenmethodes, van grafologie tot computertechnologie, en deinsde er niet voor terug om strafrechtelijke inbreuken te plegen, zoals inbreken, afluisteren en chanteren.’ Maar dat ging niet hand in hand met efficiëntie. ‘Integendeel, terwijl ik honderden geheime dossiers bestudeerde, kreeg ik vaak de indruk dat het gros van de ingezamelde informatie compleet onbruikbaar was.’

De historicus vond in de Poolse spionagearchieven bijvoorbeeld een foto van een man die de Belgische ambassade in Warschau binnenwandelt. Op de achterkant stond: ‘Een man die een auto gebruikt met de nummerplaat WI 1967B.’ Goddeeris: ‘Ze hadden blijkbaar niet door dat de onbekende voorbijganger Leo Tindemans was. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken.’

‘Belgische student geobsedeerd door seks’

Goddeeris pleit voor een “postmoderne” omgang met voormalige intelligence-archieven: in plaats van proberen “de waarheid” bloot te leggen, agenten te ontmaskeren, bronnen te publiceren en institutionele ontwikkelingen te onderzoeken, raadt hij historici aan te focussen op de mentaliteit van de geheime diensten in kwestie. ‘De spionnen waren geobsedeerd door de persoonlijke en emotionele karakteristieken van hun doelwitten.’

Een goed voorbeeld is het geheime dossier van een Belgische student met Poolse roots, die in de jaren zeventig in de Poolse stad Krakau studeerde. ‘Gebaseerd op zijn gedrag tijdens een visumaanvraag in de wachtzaal van de ambassade kreeg de student aanvankelijk het label “intelligent en sociaal”’, zegt Goddedris. ‘Hij dronk geen alcohol, zo stond er, maar wel veel melk.’ Zelfs het grootste deel van zijn studiebeurs ging op aan melk, had de spion genoteerd, zonder daarin de ironie van de studentikoze verklaring te erkennen.

‘Twee jaar later had de Poolse geheime dienst de student al wat beter leren kennen. Nu werd hij beschreven als een “psychopaat en een ongelooflijke erotomaniak. Hij heeft zijn professor voorgesteld een tentoonstelling te organiseren met pornografisch materiaal, en wilde een lokaal reserveren om modellen te fotograferen. Zijn gedrag is extravagant, hij drinkt veel, studeert niet, en werd onlangs vervolgd door het hof van zijn studentenkot omdat hij in bad was gegaan met een vrouw en een hond.”’

‘De Poolse spionnen waren geobsedeerd door de persoonlijke en emotionele karakteristieken van hun doelwitten.’

De Poolse geheime diensten waren volgens Goddeeris in het bijzonder geïnteresseerd in alcoholgebruik, seksuele voorkeur, relaties, uiterlijk, sociaal leven en netwerken, intellectuele kwaliteiten, psychologische toestand…  ‘Soms valt daar wat voor te zeggen, gezien die karakteristieken gebruikt kunnen worden om potentiële agenten te chanteren of rekruteren. Toch blijft het opvallend dat een officieel staatsinstituut op zo’n manier over burgers schrijft.’

Onderschat en miskend

Ook Dr. Slawomir Lukasiewicz van het Institue for National Remembrance gaf op de conferentie een voordracht over de activiteiten van Poolse spionnen in Brussel. Hij focuste onder meer op de interesse van de geheime diensten voor het proces van Europese eenmaking. Lukasiewicz: ‘Voor de Poolse inlichtingengemeenschap was het proces van Europese integratie iets raadselachtig. Ze waren sceptisch over het succes ervan en bovendien –in lijn met Moskou– fel gekant tegen Europese integratie.’

‘De Europees Economische Gemeenschap (EEG) werd gezien als een ideologische bedreiging, terwijl het economische aspect ervan onderschat werd, en zijn groeiende politieke betekenis zelfs helemaal miskend werd.’

Opmerkelijk is dat de Poolse geheime diensten zich pas begin jaren zeventig echt voor de EEG begonnen te interesseren. Aanleiding voor die nogal plotse interesse was onder meer een toespraak van de toenmalige Belgische premier Leo Tindemans, die in 1975 pleitte voor  een gemeenschappelijk Europees buitenland- en defensiebeleid.

Doelwit: Europacollege in Brugge

‘Een lijst van te infiltreren doelwitten binnen de Europese instellingen werd gebaseerd op één boek: Dispute over a political unity of Western Europe van Pola Landau-Leder’, zegt Lukasiewicz.

‘Later werden die doelwitten aangevuld met een lijst van de Sovjetrussische KGB, die na de Europese verkiezingen van 1978 besloten hun infiltratie in Europese instellingen op te drijven. De Sovjetspionnen waren onder meer geïnteresseerd in scholen waar toekomstige leiders van Europa werden opgeleid, zoals het Europacollega in Brugge.’

Eind jaren zeventig plande de Poolse geheime dienst om te infiltreren in het Algemeen Secretariaat van de Ministerraad van de EEG, het Comité van Permanente Vertegenwoordigers en de administratie van de Commissie. Of dat ook gelukt is, valt niet af te leiden uit het beschikbare archiefmateriaal, aangezien een aantal bewijsstukken uit die tijd zijn vernietigd.

De conferentie “__Need to know. Intelligence and Politics vond plaats in Brussel op 8 en 9 november, en werd in het kader van het Poolse EU-voorzitterschap georganiseerd door het Poolse Institute of National Remembrance en het Centre for Cold War Studies van de University of Southern Denmark.