Portugese politici vrezen bevolking op verjaardag Anjerrevolutie
Mario Queiroz
26 april 2013
Voor het tweede jaar op rij heeft Portugal de Anjerrevolutie, die in 1974 de dictatuur beëindigde, in mineur herdacht. De politici hielden de bevolking op afstand.
Gisteren (donderdag) was het precies 39 jaar geleden dat 144 officieren een einde maakten aan de oudste dictatuur van Europa. Maar bij officiële herdenking van het parlement bleven de belangrijkste militairen van destijds afwezig, uit protest tegen het regeringsbeleid “dat ingaat tegen de geest van april.” Ook oud-president Mario Soares daagde niet op.
De vrees voor manifestaties was groot. In tegenstelling tot vorige jaren mochten alleen genodigden binnen in het parlement. Het werd een herdenking voor bijna uitsluitend politici.
Bang
“Ze zijn bang” voor een verontwaardigde bevolking, zei het socialistische parlementslid en oud-minister José Lello na afloop. Veel Portugezen hebben het niet begrepen op de strenge besparingen die regering van Pedro Passos Coelho heeft opgelegd onder druk van de trojka van de Europese Unie, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank.
De tuinen van het presidentieel paleis en het regeringsgebouw bleven in tegenstelling tot de 38 vorige jaren dicht voor het publiek. President Aníbal Cavaco Silva en premier Passos Coelho wilden voorkomen “dat protesterende groepen opdoken.”
Politicoloog Antonio Costa Pinto van de Universiteit van Lissabon noemt het onaanvaardbaar dat de politieke instellingen zich op een dag met zo’n grote symbolische waarde “waarop men het feest van de democratie viert, afschermen van de reacties van de bevolking.”
Achteruitgang
Dramaturg en journalist Fernando Sousa, die in 1974 onderofficier was in het leger en mee in opstand kwam, spreekt van “een verjaardag waarop het gevoel van achteruitgang overheerst.” “Als ik de ultraliberale koers van de huidige regering zie, dan vraag ik mij vaak af: waarom hebben we dat destijds op 25 april gedaan?”
Maar ondanks alles blijft Souza optimistisch. “Omdat je ervan uit moet gaan dat de politiek niet alleen aan de politici toebehoort maar ook aan de burgers, aan de vrouwen, mannen en kinderen die zich inzetten voor een nieuwe samenleving.”