Powell verliest medestander in machtsstrijd buitenlands beleid

Nieuws

Powell verliest medestander in machtsstrijd buitenlands beleid

Jim Lobe

06 juni 2003

Richard Haass, het hoofd van de afdeling
beleidsplanning van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken geeft
zijn job op om de Council on Foreign Relations, een invloedrijke denktank,
te gaan leiden. Dat minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell Haass laat
vertrekken, wordt door waarnemers gezien als een indicatie voor een spoedig
vertrek van Powell zelf, voor of na de verkiezingen van 2004.

De 51-jarige Haass speelde een sleutelrol in de National Security Council
van Bush senior. In die hoedanigheid betrok hij Israël in het begin van de
jaren negentig bij de vredesconferentie van Madrid die uiteindelijk zou
leiden tot de Oslo-akkoorden. De Israëlgezinde neoconservatieve krachten die
momenteel de dienst uitmaken op het Pentagon en in de administratie van
vice-president Dick Cheney kunnen hem alleen daarom niet luchten.

Haass staat voor het traditioneel Republikeins realisme in buitenlandse
zaken dat de regering van Bush senior kenmerkte. Onder Powell speelde hij
een belangrijke rol bij het vastleggen en bespreken van de beleidslijnen.
Hij gaf daarbij de voorkeur aan actieve aanpak van Iran, een hardere lijn
tegenover de Israëlische premier Ariël Sharon en een benadering van China
als partner in plaats van rivaal. Het economische belang van de Verenigde
Staten primeert, aldus Haass, die in een studie aantoonde dat
handelssancties tegen buitenlandse concurrenten steevast resulteerden in een
miljoenenverlies voor de zakenwereld.

In de eerste maanden op Buitenlandse Zaken streek hij tegen heel wat haren
in door te pleiten voor “multilateralisme à la carte”. Alleen al het feit
dat hij het gevreesde m-woord in de mond durfde nemen, bewees voor de
neoconservatieven dat Haass te gevoelig was voor Europese invloeden. In zijn
boek “Sheriff met tegenzin” (The Reluctant Sheriff) uit 1997 verzette hij
zich tegen het Amerikaanse streven naar hegemonie in een unipolaire wereld.
“Primaatschap is niet hetzelfde als hegemonie”, schreef Haass, “De Verenigde
Staten kunnen niemand dwingen democratischer te worden”.

Die visie gaat regelrecht in tegen de strategie voor wereldheerschappij van
neoconservatieven als Paul Wolfowitz en Lewis Libby. Toch slaagde Haass erin
zijn stempel te drukken op de Nationale Veiligheidsstrategie die vorig jaar
in september werd gepubliceerd. Het doel moet zijn “andere landen en
organisaties in te schakelen in een wereldsysteem dat strookt met de
belangen en waarden van de Verenigde Staten”, zei Haass in een toespraak in
april 2002. Zelf noemde hij zijn aanpak “zakelijk multilateralisme”, een
strategie waarvoor de VS duurzame bondgenoten niet kunnen missen.

In een interview met de New York Times ontkende Haass dat hij vertrok uit
ontgoocheling. “Uiteraard investeer je heel wat tijd in debatten, maar dat
is niet waarom ik wegga. Ik ga weg omdat de kans om een organisatie met zo’n
enorme invloed te leiden zich niet elke dag aandient”. Blijkbaar gaat die
definitie niet langer op voor het ministerie voor Buitenlandse Zaken.