Pragmatische Annan krijgt kritiek van dwarsliggers V-Raad

Nieuws

Pragmatische Annan krijgt kritiek van dwarsliggers V-Raad

Thalif Deen

26 maart 2003

Nadat ze de aanval op Irak weigerde goed te keuren, stevent de 15-koppige Veiligheidsraad af op een nieuw conflict. De inzet is humanitaire noodhulp aan de Irakese vluchtelingen en de oprichting van een militaire autoriteit in Bagdad. VN-baas Kofi Annan krijgt het verwijt dat hij plooit voor de VS en Groot-Brittannië.

De aanleiding van de nieuwe ruzie is een voorstel van Kofi Annan om het olie-voor-voedselprogramma, dat begin vorige week opgeschort werd, nieuw leven in te blazen. Anders dan vroeger zouden de Verenigde Naties en niet de Iraakse regering het geld uit de olie-export gebruiken om voedsel en humanitaire hulp te kopen. Frankrijk, Rusland, Duitsland en Syrië – vier leden van de V-Raad die tegen een oorlog waren – hebben Kofi Annan teruggefloten.

Niemand is tegen humanitaire hulp voor de Irakezen, zei de Russische ambassadeur Sergey Lavrov gisteren (dinsdag), maar zoiets moet besproken worden in de Veiligheidsraad. Moskou vreest dat de inkomsten uit de Russische oliecontracten in het gedrang komen. Waarschijnlijk wordt er vandaag nog gestemd over de zaak.

Irak neemt het niet dat de VN-baas het heft in handen wil nemen. De Iraakse ambassadeur Mohammed Aldouri beschuldigde Annan er gisteren van het olie-voor-voedselprogramma, sinds 1996 in handen van Bagdad, “te kapen”. Aldouri toonde zich boos over het argument van Annan dat “de bezetter de verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van de bevolking in bezette gebieden.” “Ik kan die woordkeuze niet accepteren,” verklaart Aldouri aan IPS, “Er is geen bezettingsmacht in Irak.” De ontmoeting van Annan met Condoleezza Rice, de nationale veiligheidsadviseur van de VS, deed de controverse enkel toenemen. Ze voedde de hypothese dat Washington en Londen willen dat de VN “de rommel opkuisen” als de strijd voorbij is.

De pragmatische houding van Annan wordt ook met argwaan bekeken door Frankrijk, dat vreest voor een legitimering van de Amerikaans-Britse aanval. Toch blijft het een feit dat 60 procent van de 27 miljoen Irakezen die afhankelijk waren van het programma, van voedselhulp verstoken blijven. VN-woordvoerder Fred Eckhard had het gisteren over 300.000 interne vluchtelingen, alleen al in het noorden van Irak.

Annan pleegt vandaag crisisoverleg met alle hoofden van de VN-fondsen en -programmes die betrokken zijn bij humanitaire hulp – onder meer het kinderfonds Unicef, het Wereldvoedselprogramma (WFP), het Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (UNHCR). De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) benadrukte gisteren het watertekort in Basra, Iraks tweede grootste stad. Ongeveer 60 procent van de 1,7 miljoen inwoners hebben daar geen veilig drinkwater meer. “We maken ons zorgen want gebrek aan proper water doet het sterftecijfer stijgen, vooral bij kinderen,” waarschuwde de WGO. Ook Unicef-baas Carol Bellamy toonde zich erg bezorgd over de toestand in Basra en de rest van Irak. “De waarheid is dat de wereld geen duidelijk beeld heeft van de humanitaire impact van de gevechten. Er is een storend gebrek aan aandacht voor de burgerbevolking.”