Preventieve voedselprogramma’s efficiënter tegen ondervoeding

Nieuws

Preventieve voedselprogramma’s efficiënter tegen ondervoeding

Abra Pollock

25 februari 2008

Preventieve voedselprogramma’s zijn een efficiënter middel tegen eenzijdige voeding dan campagnes om een gebrekkige voeding bij kinderen naderhand te compenseren. Dat blijkt uit een onderzoek van de voedselprogramma’s die de christelijke hulporganisatie World Vision uitvoerde op Haïti. Het artikel staat in het medische vakblad The Lancet.

Experts van onder meer het International Food Research and Policy Institute (IFPRI) kwamen tot het besluit dat preventieve programma’s voor kinderen, ongeacht hun gezondheidstoestand, tot minder eenzijdige voeding leiden dan “recuperatieve” programma’s die zich enkel richten op kinderen die slecht worden gevoed.
Vitaminen- en mineralentekorten dragen elk jaar bij tot de dood van een miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar en zorgen bij 100.000 kinderen voor een fysieke handicap die had kunnen worden voorkomen. Elk jaar worden ook maar liefst 19 miljoen kinderen geboren met mentale afwijkingen als gevolg van een slecht dieet van de moeder.  Recent Amerikaans onderzoek brengt de ondervoeding en de stress die gepaard gaan met armoede in verband met geheugen- en taalstoornissen, berichtte de Financial Times onlangs.

Scepsis

Toch hebben de meeste hulpagentschappen in de voorbije twintig jaar voorrang gegeven aan “herstellende” programma’s. Preventieve programma’s stuiten op wantrouwen omdat ze alle kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep behandelen, ook kinderen met een lage kans om ondervoed te raken, zegt Marie Ruel, de hoofdauteur van het artikel en directrice van de afdeling Voeding bij het IFPRI.
Volgens Ruel is het ook van belang voedselhulp aan kinderen vroeg genoeg te geven. “We hebben aangetoond dat je kinderen kan behandelen nadat ze twee of drie jaar zijn geworden, zonder dat ze echt herstellen of bijvoorbeeld hun achterstand in lengte inhalen.”
“De resultaten uit Haïti zijn van belang voor iedereen, omdat alle kinderen op aarde dezelfde voedingsnoden hebben in de eerste twee jaren van hun leven”, zegt Purnima Menon van het IFPRI in Delhi, een van de coauteurs van het artikel. Ze denkt daarbij in de eerste plaats aan Zuid-Azië, dat grote aantallen ondervoede kinderen telt en een hoog aandeel kinderen dat eenzijdige voeding krijgt. Volgens het IFPRI zit in India 47 procent van de kinderen onder hun gewicht.

Lange termijn

Het instituut publiceerde in januari al onderzoek waaruit blijkt dat een gezonde voeding de grondslag vormt voor economisch succes in het latere leven. Uit een studie over 35 jaar in Guatemala bleek dat kinderen die in hun eerste twee levensjaren ‘atole’, een aangerijkte maïspap, hadden gekregen, later in hun leven een hoger inkomen hadden.
“Dit onderzoek toonde aan dat de voeding in de vroegste levensfase niet alleen belangrijk is voor de fysieke groei, maar ook een verstandige economische investering vormt”, zegt professor Renaldo Martorelli van de universiteit van Emory. “Net zoals we investeren in infrastructuur, moeten we ook investeren in kinderen.”