Protest in Nepal verloopt moeizaam
Marty Logan
15 september 2005
In de Nepalese hoofdstad Kathmandoe worden bijna dagelijks protesten tegen het bewind van koning Gyanendra gehouden. De koning stuurde op 1 februari de regering naar huis. Die zou volgens hem corrupt en incapabel zijn.
Volgens Bidhya Bhandari, voorzitter van de All Nepal Women Association (ANWA), worden de protesten breed gedragen in de samenleving. Toch tellen de demonstraties meestal niet meer dan een paar honderd mensen. Tijdens urenlange protesten vorige week vrijdag, liepen de meeste Nepalezen de demonstratie snel voorbij, op weg naar hun huizen in het hart van de oude stad. Als de gewone burgers hun dagelijkse beslommeringen niet opzij zetten en oppositie steunen, dan is de kans groot dat de koning in ieder geval de drie jaar die hij beloofde, vol zal maken, zeggen zijn tegenstanders.
Nepal kreeg vijftien jaar geleden een meerpartijendemocratie. Maandenlange protesten tegen de toenmalige koning Birendra liepen toen uit op massabijeenkomsten. De koning droeg de macht over, maar het partijbewind werd gekenmerkt door onderlinge strijd en corruptie. Mede daardoor staan veel activisten van destijds nu niet te dringen om mee te doen aan demonstraties.
De mensen steunen ons stilzwijgend, zegt Bhandari, die maandag tijdens een demonstratie werd gearresteerd en enkele uren werd vastgehouden. Een dag later werden honderden mensen gearresteerd toen demonstranten enkele verboden gebieden in de stad probeerden binnen te dringen. Bhandari wijst erop dat de moesson net voorbij is en het festivalseizoen begint. Mensen zijn nu met andere dingen bezig. Over een paar maanden, voorspelt ze, zullen tienduizenden Nepalezen de straat op gaan. De demonstraties die wij nu houden zijn symbolisch, we geven de koning de tijd om erover na te denken.
Koning Gyanendra besloot op het laatste moment om deze week niet naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties af te reizen. Dat besluit werd echter niet beïnvloed door de demonstraties, maar eerder door een slimme zet van de maoïstische rebellen die al tien jaar vechten tegen de monarchie. Op 3 september kondigden zij een eenzijdig staakt-het-vuren af. Volgens analisten maaiden ze daarmee het gras voor de voeten van de koning weg, die bij de VN had willen vragen om meer internationale steun bij de strijd tegen de rebellen, die van de regering het label ‘terroristen’ kregen.
De afgelopen tien jaar vielen ongeveer 12.000 doden in de strijd tussen de rebellen en de regering. Deskundigen beweren dat het vrijwel onmogelijk is voor het Nepalese leger om de strijd te winnen, omdat de maoïsten op het ruige platteland van het Himalaya-koninkrijk veel beter hun mannetje staan.
De internationale gemeenschap, aangevoerd door Nepals zuiderbuur India en de Verenigde Staten, oefent nog steeds druk uit op de koning om de meerpartijendemocratie te herstellen. Ook worden gesprekken gevoerd met de maoïsten. Eerder deze maand herbevestigde Washington dat het de levering van dodelijke wapens aan de regering niet zal hervatten. De Verenigde Naties openden onlangs een mensenrechtenkantoor in Kathmandoe, om van daaruit de regering en de rebellen onder druk te zetten de mensenrechten te respecteren.
Koning Gyanendra lijkt zich echter weinig aan te trekken van de internationale druk. Tijdens een rondreis op het platteland van Nepal, dat als gevolg van de oorlog zo’n 100.000 ontheemden kent, hield de koning vol dat zijn zelfgekozen regering er alles aan doet om het leven van de gewone Nepalees te verbeteren.
Dichter Bairagi Kaila van een onlangs opgericht kunstenaarsplatform, zegt dat de koning uiteindelijk weinig keuze zal hebben. Hij krijgt geen steun van de maatschappelijk betrokken bevolking en ook niet van de internationale gemeenschap. Sinds kort steunen ook de vakbonden de alliantie van politieke partijen die tegen het bewind van de koning zijn. De politici weten langzaamaan opnieuw steun bij de bevolking te verwerven, omdat mensen beseffen dat de democratie van de inzet van die partijen afhankelijk is. (JS/MM)