Protesten leiden Peru naar een sociale crisis

Nieuws

Protesten leiden Peru naar een sociale crisis

Katlijn Meers

13 juli 2007

De Peruaanse regering kreeg het de afgelopen week zwaar te verduren. In een golf van protesten stellen de Peruvianen het beleid van president Alan Garciá in vraag. Mensen nemen ze het niet langer dat ze in hun koopkracht niets merken van de bloeiende economie van het land.

Drie doden, verschillende gewonden en een brand op de luchthaven zijn het resultaat van de betogingen die de laatste dagen Peru overspoelen.
“Duizenden mensen protesteren omdat ze in hun dagelijkse leven niets merken van de bloeiende economie. Er sijpelt geen welvaart door naar de werkende klasse,” zegt Víctor Gorriti Candela, hoofd van de Algemene Confederatie van Peruviaanse Werkers. “De onlusten zullen blijven zolang de economische rijkdom van het land niet beter verdeeld wordt.”
Werknemers en vakbonden eisen van de overheid dat de arbeidswetgeving wordt uitgevoerd, dat aan de bloeiende mijnindustrie hogere belastingen worden oplegt, dat het vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten wordt herzien en dat werknemers de vrijheid krijgen om uit het geprivatiseerde pensioenensysteem te stappen. Allemaal beloftes die president Garciá maakte tijdens zijn presidentiële campagne, maar die hij nog niet nakwam. Over vijftien dagen zal Garciá precies een jaar aan de macht zijn in Peru.

Dodelijke slachtoffers

Betogers stroomden deze week samen in de straten van Lima om hun ongenoegen te uiten. Ook in de zuidelijke regio’s Cusco, Arequipa, Puno, Tacna en Moquegua werd er massaal betoogd door onder meer leerkrachten, mijnwerkers en landbouwers.
15.000 politieagenten probeerden de rust te herstellen in het land, maar ze konden niet verhinderen dat er drie doden en een aantal gewonden vielen.
Het eerste slachtoffer van een uit de hand gelopen protestactie was een dertienjarig meisje. Ze werd gedood tijdens schermutselingen tussen politie en leerkrachten in het zuidelijke Andesgebied van Apurímac.
In Junín, een junglegebied in het midden van de Andes, werd een landbouwer doodgeschoten door de eigenaar van een wapenwinkel. De winkelier wilde voorkomen dat betogers zijn handel binnendrongen. Acht mensen zouden gewond zijn geraakt bij het incident.
Een leerkracht stierf woensdagnacht in een ziekenhuis in Lima. Zij werd in elkaar geslagen door de politie, zo beweren haar stakende collega’s. Peruaanse leraars betogen voor een beter loon en verzetten zich tegen de geplande hervormingen in het onderwijs.

Krijgen wat hen toebehoort

“Alle betogers ijveren ervoor dat ze opnieuw krijgen wat de afgelopen twintig jaar van hen is afgepakt, vooral tijdens de regeerperiode van Alberto Fujimori in de jaren negentig,” zegt politiek analist Carlos Reyna.
Tijdens het Fujimori-regime hebben werknemers veel van hun koopkracht en arbeidsrechten verloren. Oorzaak hiervan was het economische vrijemarktmodel dat door de regering werd toegepast.
“Nu er meer politieke openheid en economische groei is in Peru, vinden mensen het de hoogste tijd dat ze krijgen wat hen toebehoort,” aldus Reyna.
President Garciá lijkt niet te luisteren naar de oproep van zijn burgers. Hij minimaliseerde de sociale crisis door de schuld van de stakingen te leggen bij “een kleine groep”. Daarna strooide hij nog meer zout in de wonde toen hij stakers, die begin deze week een plaatselijke luchthaven bestormden en een treinstation bezetten, “radicaal, suïcidaal en gek” noemde.
Zijn uitspraken doen zijn reputatie alvast geen goed. Die was overigens al niet zo best nadat begin deze week bleek dat de regering Garciá nogal losjes omspringt met cijfers.
De Peruaanse overheid beweert dat Peru tegen 2011 drie miljoen minder armen zal tellen. Maar experts verwerpen die gegevens al zijnde “statistische handigheidjes” en zelfs “manipulatie”. (zie artikel op deze site:  ‘Peru goochelt met armoedebestrijding’ van 12/07)