'Publish what you pay' tegen corruptie in olie- en mijnbouwsector

Nieuws

'Publish what you pay' tegen corruptie in olie- en mijnbouwsector

Sanjay Suri

17 juni 2002

De internationale beursgoeroe George Soros heeft samen met meer dan 30 niet-gouvernementele organisaties (ngo's) een oproep gelanceerd aan olie- en mijnbouwmaatschappijen om alle betalingen aan regeringen in de ontwikkelingslanden openbaar te maken. De initiatiefnemers van 'Publish What You Pay' gaan ervan uit dat grote bedrijven corrupte regeringen elk jaar miljarden dollar overmaken die nooit in de staatskas terecht komen.

De organisaties achter het ‘Publish what you pay’-initiatief vragen een volledige openbaarmaking van de belastingen, royalty’s, vergoedingen en andere betalingen die olie- en mijnbouwfirma’s overmaken aan de overheid in de landen waar ze actief zijn. Alleen als ze daaraan voldoen, zouden bedrijven nog op de beurs genoteerd mogen worden en geld kunnen ophalen op de financiële markten, stellen de actievoerders voor. Naast Amnesty International en Oxfam hebben onder meer Christian Aid, Friends of the Earth, Global Witness, Save the Children and Transparency International de oproep ondertekend.

Bij de lancering van de oproep in het Internationaal Instituut voor Strategische Studies (IISS) in Londen vorige donderdag, stelde George Soros dat het geheimhouden van de staatsinkomsten elites stimuleert om overheidsgeld te misbruiken in plaats van het in duurzame ontwikkeling te investeren. Als de betalingen transparant worden, kunnen ze basis vormen voor succesvolle groei en armoedebestrijding. De oproep is gebaseerd op een studie waaraan de initiatiefnemers samen hebben gewerkt. Daaruit blijkt dat dit soort betalingen in de regel niet openbaar wordt gemaakt, noch door overheden, noch door de bedrijven. Dat leidt volgens het rapport tot corruptie en in sommige gevallen tot regionale conflicten.

Het gaat om enorme bedragen, en er zijn heel veel landen bij betrokken. De olie- en mijnindustrie is actief in meer dan 50 ontwikkelingslanden met een gezamenlijke bevolking van ongeveer 3,5 miljard mensen. Daarvan moeten 1,5 miljard mensen het met minder dan twee dollar per dag stellen. Royalty’s, belastingen en andere betalingen van bedrijven vormen een essentiële inkomstenbron voor vele van die landen. In 2003 zal bijvoorbeeld voor ongeveer 10 miljard dollar geïnvesteerd worden in de Afrikaanse oliesector.

In het rapport worden Algerije, Angola, Azerbeidzjan, Tsjaad, Congo-Brazzaville, Congo, Equatoriaal Guinea, Gabon, Kazachstan, Nigeria, Sudan en Venezuela aangehaald als voorbeelden van landen waar betalingen door olie- en mijnbouwmaatschappijen niet terecht komen. Ons onderzoek in Angola toont dat de laatste vijf jaar minstens één miljard dollar per jaar - ongeveer een derde van het overheidsinkomen - verdween uit de regeringskas, stelt Simon Taylor van Global Witness. De bedrijven kunnen niet controleren hoe de regeringen hun belastingen en vergoedingen gebruiken, aldus het rapport. Maar zij hebben wel de verantwoordelijkheid om ze openbaar te maken, zodat de burgers hun overheden erover kunnen aanspreken.

De coalitie benadrukt dat ze niet vraagt om commercieel confidentiële informatie te geven. We vragen bedrijven hetzelfde te doen als wat ze in vele westerse landen moeten doen. Transparantie zou een wereldwijde verplichting moeten worden. Het rapport benadrukt dat er daarover een groeiende internationale consensus bestaat. Een recente resolutie van het Europees Parlement en de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) wijzen in die richting.