Rebellen leggen Nepalese arbeidsmarkt droog

Nieuws

Rebellen leggen Nepalese arbeidsmarkt droog

Marty Logan

30 augustus 2005

De maoïstische rebellen in Nepal dunnen met afpersingen en aanslagen op fabrieken de arbeidsmarkt in het Aziatische land steeds verder uit. Elke dag vertrekken nu zowat 350 Nepalezen om in het buitenland te gaan werken - dat betekent bijna 130.000 emigranten per jaar.

Tien jaar geleden behoorde Nepal al tot de armste landen van Azië, en door de maoïstische opstand draait de economie van het kleine koninkrijk sinds 1996 nog slechter. De enige activiteit die in de lift zit, is de export van arbeid. Volgens het Nepalese ministerie van Arbeid steeg het aantal emigranten de voorbije twaalf maanden met meer dan een kwart.

De belangrijkste drijfveer zijn de miserabele lonen in Nepal, maar kandidaat-vertrekkers die nog twijfelen, geven de rebellen graag een duwtje in de rug. Vorige week sloot de Brits-Nederlandse multinational Unilever een vestiging met 2.000 werknemers ten zuiden van Kathmandu. Unilver verklaarde dat het niet langer tegemoet kon komen aan de eisen van de maoïstische rebellen. Die wilden onder meer dat Unilever zijn arbeiders meer zou gaan betalen. Dezelfde dag bliezen de rebellen in de buurt van de grens met India een spinnerij op waar 1.000 mensen werkten.

In het oosten van Nepal is nog maar net een einde gekomen aan een blokkade van theeplantages die 40.000 werknemers op inactief zette. De actie was het werk van vakbonden die aanleunen bij het maoïstisch verzet.

Nepalese ondernemers eisen dat de overheid de fabrieken in het land gaat beschermen als vredeszones. Er zullen nog meer ondernemers naar het buitenland vertrekken als de rebellen niet worden ingetoomd, waarschuwt Chandi Raj Dhakal, de voorzitter van de Nepalese Kamer van Handel en Industrie.

Voorlopig maakt de Nepalese overheid zich niet te veel zorgen over de emigratie. De vertrekkers sturen immers veel geld naar huis. Maar hoe ver kan dat gaan? Geen enkel ander Aziatisch land is meer afhankelijk van het geld dat emigranten overmaken. In 2003 waren overschrijvingen uit het buitenland goed voor 810 miljoen euro of bijna 15 procent van het bruto binnenlands product. In 1999 bedroeg het aandeel nog geen tien procent.

De emigranten vormen een betrouwbare bron van deviezen voor het land, zegt K B Manandhar, vice-gouverneur van de nationale bank. We weten dat het geld in eerste instantie wordt uitgegeven aan eten en andere onmiddellijke behoeften, en dat mensen pas daarna eventueel gaan investeren. Maar we maken ons geen zorgen over de mogelijke negatieve effecten van de geldstroom. Experts vinden dat de regering de emigranten moet dwingen het geld dat ze in het buitenland verdienen, productiever in te zetten. Ook Nepalese ondernemers zouden ervan moeten kunnen profiteren.

De Nepalese emigranten breken zich daar het hoofd niet over. Over een week vertrekt Namrata Pandey naar Israël om daar als hulp in de huishouding te gaan werken. Pandey heeft twee kinderen; die blijven in Nepal. Haar contract voor tweeënhalf jaar biedt geen mogelijkheid om tussentijds naar huis te reizen. Maar het belangrijkste is dat de school voor mijn kinderen betaald raakt, zegt ze. In Nepal verdient Pandey, een kleine ambtenaar, 56 euro per maand; in Israël krijgt ze minstens 530 euro. (PD/MM)