Regering onteigent eerste grootgrondbezitters

Nieuws

Regering onteigent eerste grootgrondbezitters

Humberto Márquez

16 maart 2005

De Venezolaanse regering gaat beslag leggen op grond van de grootste rundveehouderij in het land en een eco-ranch die wereldberoemd is bij vogelliefhebbers. Het zijn de eerste grote onteigeningen in het landhervormingprogramma van de regering-Chávez.

De linkse president Hugo Chávez zei in januari dat zijn regering haast wil maken met de herverdeling van braakliggend land van de ‘latifundia’, landgoederen die groter zijn dan 5.000 hectare. Voor de hervorming werd in 2001 een nieuwe landwet aangenomen.

In januari van dit jaar begonnen de autoriteiten met een inventarisatie van alle landbouwgrond. Het eerste landgoed dat door de nieuwe regels getroffen wordt, is de ranch El Charcote. Die is al tientallen jaren eigendom van rundvleesproducent Agroflora, een lokale maatschappij van de Britse Vestey Group. Agroflora bezit bijna 13.000 hectare in de staat Cojedes, ten noordwesten van de Orinoco en 200 kilometer ten zuidwesten van Caracas. De Vestey Group heeft veel geïnvesteerd in grote veehouderijen en suikerrietindustrie in Argentinië, Brazilië en Venezuela. El Charcote is de grootste rundvleesproducent van Venezuela.

Volgens Eliécer Otaiza, voorzitter van het Nationale Landinstituut (INTI) is El Charcote nog maar sinds 1850 privé-bezit. Dat is een probleem, omdat privé-bezit geregistreerd is sinds 1848, toen de eerste wet op publiek bezit en braakland werd aangenomen. INTI is tot de conclusie gekomen dat bijna 5.000 van de 13.000 hectare van El Charcote niet-productief is. Dat land zal worden verdeeld onder 230 families, die het al sinds een paar jaar op eigen houtje bewerken. Ze zijn alleen nog niet officieel eigenaar.

Voor de resterende 8.000 hectare, die gebruikt wordt als weidegrond en voor het verbouwen van maïs, zonnebloemen, sorghumgierst, sesamzaad en andere gewassen, wordt een certificaat afgegeven waar op staat dat het land productief gebruikt wordt. Die documenten erkennen echter niet dat Vestey de wettige eigenaar is. Dat zal het bedrijf in de rechtszaal moeten uitvechten.

De andere ranch die onteigend wordt, Hato Piñero, ligt ten zuiden van El Charcote en heeft een oppervlakte van ruim 80.000 hectare. Daarvan wordt ongeveer 25 procent gebruikt voor veehouderij. De rest, voor een deel bosstroken langs de Orinoco en overstroomd land, dient als wildreservaat. Op het terrein leven allerlei inheemse diersoorten, inclusief jaguars en ocelotten. Het reservaat is ook beroemd bij vogelliefhebbers en telt ongeveer 2.000 plantensoorten.

Volgens eigenaar Pérez Branger is Hato Piñero familiebezit sinds zijn voorouders het land in het midden van de negentiende eeuw koloniseerden. Het INTI heeft echter vastgesteld dat de benodigde documenten om de ranch als privé-bezit aan te merken, ontbreken. Branger krijgt wel een certificaat voor de grond die productief gebruikt wordt, maar ook in zijn geval wordt de familie niet erkend als eigenaar. De braakliggende grond die geschikt is voor landbouw, gaat naar de Quabrada de Agua campesino, een gemeenschap van kleine boeren die al binnen de grenzen van Hato Piñero wonen.

De eigenaren van El Charcote en Hato Piñero hebben twee maanden de tijd om in beroep te gaan tegen de beslissing van het INTI. José Manuel González, voorzitter van de federatie voor landbouwondernemers, noemt het hervormingsprogramma een bedreiging voor het privé-bezit in Venezuela. Als de regering landloze boeren wil helpen, dan zou ze kunnen beginnen met het verdelen van de elf miljoen hectare staatsgrond, vindt hij. De regering zegt de afgelopen twee jaar al ongeveer twee miljoen hectare land beschikbaar te hebben gesteld aan 100.000 boeren.

Milieugroeperingen plaatsen ook hun kanttekeningen. Zij zijn bang dat de landhervormingen schade zullen aanrichten in kwetsbare gebieden. We zijn er niet tegen dat de boeren land toegewezen krijgen, maar we willen graag dat de gebieden met een grote diversiteit aan soorten gerespecteerd worden, zegt Marieta Hernández van Aubudon Venezuela, een zusterorganisatie van Birdlife International.

Venezuela telt 25 miljoen inwoners, van wie er drie miljoen op het platteland wonen. In de jaren zestig werd een landhervorming doorgevoerd om een einde te maken aan de concentratie van de grond bij grootgrondbezitters. Miljoenen hectare werden herverdeeld onder 230.000 families. De hervorming had echter niet het gewenste resultaat. Het uiteindelijke gevolg was dat het grondbezit nog meer geconcentreerd werd. Uit een onderzoek van de gezaghebbende plaatselijke mensenrechtenorganisatie Provea, bleek dat 42 procent van de landbouwgrond in 1998 in handen van grootgrondbezitters was. In 1958 was dat nog 23 procent.

Naast een eerlijker verdeling van grond, voert de regering als argument voor het hervormingsprogramma aan dat Venezuela meer voedsel voor eigen consumptie importeert dan produceert. Volgens Chávez is het vreemd dat een land met zoveel vruchtbare landbouwgrond bonen, rijst, melk, suiker, rundvlees en kip moet importeren terwijl duizenden kleine boeren niet eens grond bezitten waar ze voedsel kunnen verbouwen. (JS/PD)