"Regionaal" nucleair conflict zou wereldwijd slachtoffers maken
Joren Gettemans
09 april 2008
Een beperkt, regionaal nucleair conflict kan dramatische gevolgen hebben voor de rest van de wereld. De nucleaire explosies zouden ter plaatse veel schade aanrichten maar ook de ozonlaag aantasten en op die manier mensen overal ter wereld blootstellen aan kanker en oogziektes.
Sinds het einde van de Koude Oorlog is de angst voor een nucleair armageddon sterk afgenomen. Maar hoewel het aantal kernwapens in de wereld verminderd is en de kans op een kernoorlog tussen Oost en West weggeëbd is, beschikken nu meer landen over kernwapens en is de kans op een regionaal conflict groter geworden.
Een regionale kernoorlog, bijvoorbeeld tussen India en Pakistan, zou dramatische gevolgen hebben voor de rest van de wereld, blijkt uit een studie van de University of Colorado in Boulder die gepubliceerd werd in de Proceedings of the National Academy of Sciences.
De wetenschappers onderzochten de atmosferische gevolgen van een “beperkte” nucleaire oorlog waarbij elke kant vijftig kernkoppen inzet. Ze kwamen tot de conclusie dat de brandende steden zoveel rook en stof zouden produceren dat die de ozonlaag over de hele wereld sterk zou verzwakken. De sterkere UV-straling die daardoor ontstaat zou tot stijgende kankercijfers leiden in Europa, Noord-Amerika en Azië.
“Het zou een dramatische vermindering van de ozonlaag veroorzaken die verschillende jaren aanhoudt”, zegt Michael J. Mills, een van de auteurs van de studie, in een verklaring. “Het effect op huidkanker en cataract zou rampzalig zijn, net als de gevolgen voor landbouwgewassen en ecosystemen”. De ergste schade aan de ozonlaag zou vijf jaar aanhouden. De vijf jaar daarop zou de laag nog steeds substantieel verzwakt zijn.
Bovendien zou een regionale kernoorlog ook een invloed hebben op het klimaat, waardoor de oogsten verminderen en miljoenen mensen met hongersnood te maken zouden krijgen