Republikeinen met knikkende knieën naar november

Nieuws

Republikeinen met knikkende knieën naar november

Ali Gharib en Jim Lobe

21 mei 2008

De erfenis van president George W. Bush hangt als een molensteen rond de nek van de Amerikaanse Republikeinen. Vooral de parlementsverkiezingen van november dreigen een debacle te worden.

Op 4 november kiezen de Amerikanen niet alleen een nieuwe president. In alle deelstaten worden ook nieuwe leden voor het Huis van Afgevaardigden gekozen, en in 35 deelstaten nieuwe senatoren. Op 11 plaatsen zijn er gouverneursverkiezingen, terwijl er ook een aantal referenda en lokale verkiezingen worden gehouden.
De presidentsverkiezingen worden spannend, maar voor het overige lijken de Democraten af te stevenen op een verpletterende overwinning. De regering van president George W. Bush krijgt de economie niet aan de praat, de aanslepende oorlog in Irak heeft voor veel misnoegdheid gezorgd en de Democraten hebben nog nooit eerder zoveel volk op de been gebracht tijdens de voorverkiezingen.
De voorbije drie maanden hebben Democratische kandidaten bij speciale verkiezingen drie Kamerzetels veroverd in districten waar de Republikeinen traditioneel sterk stonden. “Als de Grand Old Party (de Republikeinen, nvdr.) daar verliest, kan ze overal verliezen”, becommentarieerde de gezaghebbende analist Charlie Cook die uitslagen.
Vier jaar geleden dreven de Republikeinen nog op een wolk. Bush werd herverkozen voor een tweede ambtstermijn en de Republikeinen versterkten hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Het leek erop dat de Republikeinen voor een lange tijd de Amerikaanse politiek zouden domineren.
Maar nauwelijks twee jaar later was de stemming al omgeslagen. De toenemende onvrede over de Amerikaanse aanwezigheid in Irak en een reeks schandalen rond Republikeinse politici gaven de Democraten de kans terrein goed te maken. Voor het eerst sinds 1994 wonnen ze weer een meerderheid van de zetels in beide kamers van het parlement.
De Democraten hebben nog niet veel kunnen aanvangen met dat nieuwe overwicht in het parlement, maar waarnemers oordelen dat de Republikeinen er nauwelijks in zijn geslaagd hun bezoedelde imago op te poetsen. Republikeinse kandidaten hopen wel dat de minieme opleving van de Amerikaanse economie en de relatieve kalmte in Irak hen zal helpen de schade te beperken in november.

Blijf ver van Bush

De Republikeinse presidentskandidaat, John McCain, is de grootste troef voor de Grand Old Party. Als buitenbeentje ligt hij goed in de markt bij de kiezers die geen vaste voorkeur hebben voor één van de twee politieke families.
Maar alle Republikeinen hebben ook een enorme handicap, en dat is de huidige president. Bush scoort zo slecht in de opiniepeilingen dat alle Republikeinen liefst ver uit zijn buurt blijven. Nog ongeveer 28 procent van de Amerikanen staan achter Bush, terwijl 67 tot 69 procent zijn beleid afkeurt. Dat laatste cijfer is een record voor de voorbije 60 jaar.
De cruciale vraag is of de Republikeinen het presidentschap in hun partij kunnen houden. In de recentste opiniepeilingen scoren McCain en de vermoedelijke Democratische kandidaat, Barack Obama, ongeveer even goed. Tot hiertoe hadden de Democraten het te druk met hun voorverkiezingen om de aanval te openen op McCain. Maar hun strijdplan ligt al klaar: ze zullen de slechte prestaties van Bush uitspelen om de kiezers te waarschuwen voor wat de VS onder McCain te wachten staat. Met name voor wat Irak en het economisch beleid aangaat, liggen de ideeën van Bush en McCain dicht bij elkaar.
Zelfs als McCain het Witte Huis binnenraakt, zal hij waarschijnlijk moeten optornen tegen een grote Democratische meerderheid in het parlement. Onafhankelijke analisten schatten dat de Democraten er in november 25 zetels zullen bijwinnen in het Huis van Afgevaardigden, en zelfs een meerderheid van Republikeinsgezinde insiders denkt dat de Democraten winst zullen boeken. Ook in de Senaat zouden de Democraten terreinwinst boeken, eventueel zelfs zoveel dat bepaalde Republikeinse vertragingsmanoeuvres onmogelijk worden.