Roma: uitdaging in Europese achtertuin

Nieuws

Roma: uitdaging in Europese achtertuin

Frederik Van Buyten

04 oktober 2010

De uitzettingen van Roma-zigeuners uit Frankrijk hebben de afgelopen weken veel media-aandacht gegenereerd en tot op het hoogste Europese niveau de gemoederen in beroering gebracht. Toch zijn repressieve maatregelen tegenover de Roma-minderheid niet nieuw.

‘President Barosso waarschuwde onlangs dat de Internationale Gemeenschap nog een lange weg af te leggen heeft om de millenniumdoelstellingen te bereiken. ‘Wel, wij stellen dat ook de Europese Gemeenschap zelf  nog veel werk heeft in zijn eigen achtertuin om de millenniumdoelstellingen te behalen’, stelt Bernard Rorke van ‘Open Society Roma Initiatives’
Rorke doelt daarbij vooral op de Roma, die hijzelf aanduidt met ‘the poorest of the poor’. Het uitwijzingsbeleid van enkele lidstaten doet daarbij constructieve initiatieven in het water vallen.

Een geschiedenis van repressie

Voor Frans President Sarkozy en Italiaans Premier Berlusconi blijkt de Romagemeenschap zo een grote bedreiging voor de veiligheid dat een massale deportatie van de gemeenschap vereist zou zijn. Sarkozy kwam daarbij met zijn uitwijzingsbeleid snel onder internationale aandacht. Maar reeds enkele jaren terug staken politici in Italië van wal met een repressief beleid dat de Roma-gemeenschap criminaliseerde.
Zigeuners emigreren reeds sinds de 15de eeuw vanuit de Balkan naar Italië, maar de laatste twintig jaar kwam de immigratie in een stroomversnelling terecht. Vele Roma’s vluchtten tijdens de oorlog uit Joegoslavië in de jaren negentig. Wat Roemenië betreft, zorgde de dood van Ceausescu en de val van het Communistische regime voor een opening van de grenzen.
Maar het meest kritieke moment was ongetwijfeld de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007. Dit stelde Roemeense burgers in staat zich vrij te bewegen binnen de Europese Unie.  Daarop kwamen honderdduizenden migranten toe in Italië. Een klein deel onder hen waren Romazigeuners.
Zigeuners in Roemenië lijdden een slavenbestaan tot het midden van de 19de eeuw. Velen zijn nog steeds heel arm, en hebben af te rekenen met vooroordelen van de meerderheid van de bevolking. Dit, naast de massale toename van werkloosheid, verklaart waarom velen verkiezen naar het Westen te emigreren.
Maar toen op 1 januari 2007 Roemenië toetrad tod de Europese Unie, was Italië volledig onvoorbereid op de toevloed van nieuwe migranten uit Roemenië. In volle verkiezingskoorts beval Walter Veltroni, burgemeester van Rome, dan ook de ontruiming van zigeunerkampen aan de rand van de stad. Hij nam bovendien een noodwet aan die de uitzetting van buitenlanders, inclusief E.U.-burgers, beval, die een dreiging vormden voor de veiligheid.
Veltroni’s rechtse opponenten, Berlusconi en bondgenoten, voerden de anti-Roma retoriek nog op. De kruisvaart tegen zigeuners werd een verkiezingsthema en was de grootste factor in de overwinning van centrumrechts bij de verkiezingen.
Vandaag leven de meeste Romazigeuners in Italië in getto’s, waar permanent spanningen oplaaien in tijden van economische problemen.
Met presidentsverkiezingen stilaan in het vooruitzicht en met dalende populariteitscijfers in het achterhoofd vertoont de uitwijzingstactiek van Sarkozy verdacht veel gelijkenissen met het beleid van Romeins burgemeester Veltroni en Italiaans Premier Berlusconi. Of hoe de Roma-minderheid het hachje kan redden van politieke leiders.

Diepgaande hervormingen vereist

De Europese Commissie beraadt er zich intussen over om een procedure tegen Frankrijk te starten omdat het land de Europese regels overtreedt bij de uitzetting van Romazigeuners. Ook Amnesty International roept de E.U.-lidstaten op om de gedwongen terugkeer van Romazigeuners en andere minderheden stop te zetten.
Volgens Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden, ligt het probleem echter veel dieper dan dit. ‘Wat de vele berichten en uitspraken over Romazigeuners kenmerkt, is het groot aantal misverstanden over deze groep en het gebrek aan concrete en realistische oplossingen’.
‘Alleen met een beleid op langere termijn, waarbij de bestrijding van criminaliteit gelijk opgaat met de bestrijding vna discriminatie en racistische aanvallen en het verbeteren van hun leefomstandigheden, kan er iets veranderen’, aldus Lucassen.
‘Veel Roma zien bijvoorbeeld wel degelijk het belang in van goed onderwijs, maar ervaren tegelijkertijd ook dat hun kinderen op school worden gediscrimineerd en niet voor vol worden aangezien. Geloof in opwaartse sociale mobiliteit via het onderwijssysteem heeft bij velen dan ook een stevige knauw gekregen en tot een vorm van fatalisme geleid, een soort culture of poverty’.
‘Om deze hardnekkige problemen op te lossen doet de Europese Unie er beter aan om de nieuwe EU-lidstaten in Oost-Europa aan te spreken op en te helpen bij het bestrijden van onderklassenvorming onder Roma-zigeuners’, besluit Lucassen.