Rwanda telt wereldwijd meeste vrouwelijke parlementariërs
Katherine Stapp
06 maart 2005
Rwanda loopt wereldwijd voorop als het gaat om representatie van vrouwen in politieke functies. Met de uitkomst van de laatste parlementsverkiezingen verdrong het Afrikaanse land Zweden van de eerste plaats. Dat blijkt uit de deze week gepubliceerde World Map of Women Politics 2005.
In Rwanda is 48,8 procent van de afgevaardigden in de Tweede Kamer vrouw, in de Senaat is dat 34,6 procent. Zeven ontwikkelingslanden – Rwanda, Cuba, Costa Rica, Mozambique, Argentinië, Zuid-Afrika en Guyana – horen nu tot de zeventien landen met de meeste vrouwelijke volksvertegenwoordigers. Zij hebben allemaal minimaal 30 procent vrouwelijke parlementsleden.
Elf jaar geleden vond in Rwanda een gruwelijke genocide plaats. Tenminste een half miljoen mensen werden in dertien weken tijd vermoord als gevolg van een conflict tussen de Hutu- en en Tutsibevolking. Sommige Afrikaanse landen, zoals Zuid-Afrika, Mozambique en Namibië, hebben een omwenteling meegemaakt als gevolg van bevrijdingsbewegingen, zegt Anders Johnsson, secretaris-generaal van de Interparlementaire Unie, de wereldorganisatie van nationale parlementen in Genève die het rapport publiceerde. In Rwanda is iets soortgelijks gebeurd, in de zin dat er een hevige interne strijd heeft plaatsgevonden.
In de periode van wederopbouw na de genocide, hebben vrouwen op plaatselijk niveau een belangrijke bestuurlijke rol gespeeld, zegt Johnsson. Nu ze daar eenmaal aan gewend zijn, blijven ze dat ook doen.
In de nieuwe Rwandese grondwet staat dat minimaal 30 procent van de parlementariërs vrouw moet zijn. Andere landen die in een wederopbouwperiode zitten na een conflict, zoals Afghanistan en Burundi, volgen dat voorbeeld. Ook zij ontwikkelen mechanismen die garanderen dat vrouwen vertegenwoordigd zijn in besluitvormende organen.
De afgelopen twintig jaar schommelde het aantal vrouwelijke volksvertegenwoordigers wereldwijd tussen 12 en 14 procent. In alle regio’s zien we momenteel een opleving, zegt Johnsson. Voor het eerst in jaren zijn we boven de 15 procent uitgestegen.
Sinds de laatste inventarisatie, in 2000, steeg het aantal vrouwelijke parlementariërs van 13,4 procent naar 15,7 procent. Van de 58 landen die vorig jaar parlementsverkiezingen hielden, was in 49 gevallen sprake van een stijging van het percentage vrouwen. Johnsson ziet dat als een positieve ontwikkeling, maar als de stijging niet sneller gaat dan zal het nog tot 2025 duren voordat de gewenste 30 procent wordt bereikt en tot 2040 totdat beide geslachten evenredig vertegenwoordigd zijn.
De World Map geeft ook informatie over het aantal vrouwelijke parlementariërs per regio. De Scandinavische landen (Zweden, Noorwegen, Denemarken en Finland) blijven wat dat betreft voorop lopen, gevolgd door Noord- en Zuid-Amerika, de rest van Europa, Azië, Afrika bezuiden de Sahara, de Stille Zuidzee en de Arabische landen.
Een van de opvallendste veranderingen was de verdubbeling van het aantal vrouwelijke volksvertegenwoordigers in de Arabische landen. Hun aantal steeg van 3,5 naar 6,5 procent. Het rapport verwacht dat die stijging doorzet, als gevolg van de verkiezingen in Irak en politieke hervormingen in een aantal andere Arabische landen.
Het aantal vrouwelijke staatshoofden en regeringsleiders daalde de afgelopen vijf jaar iets, van 4,7 naar 4,2 procent. De lijst met landen die een vrouwelijke president of premier hebben, is nog vrijwel gelijk aan die van vijf jaar geleden, met uitzondering van Mozambique en de Filipijnen.
In vergelijking met Zweden en Rwanda, presteren sommige westerse democratieën slecht. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten bezetten respectievelijk de negenenveertigste en zestigste plaats op de ranglijst. Nederland staat op de zesde plaats, direct achter de Scandinavische landen. België staat op de tiende plaats, achter Mozambique, Costa Rica, Spanje en Cuba. (JS).