Salvadoraanse boeren ziek door bestrijdingsmiddelen
Edgardo Ayala
13 januari 2012
Decennialang gebruikten Salvadoraanse boeren giftige pesticiden. Bewoners en media melden nu een alarmerende groei van het aantal mensen dat lijdt aan nierfalen.
In de schaduw onder een boom, op veilige afstand, kijkt Francisco Sosa naar zijn zoon die onkruid aan het besproeien is met onkruidverdelger uit een tank op zijn rug.
De 60-jarige Salvadoraanse boer wil zijn zoon Saúl (25) graag helpen, maar hij kreeg het advies van de dokter om dat niet te doen. Net zoals veel andere boeren op het platteland in het zuidoosten van El Salvador, heeft hij chronische nierproblemen.
“De artsen zeggen dat ik geen gif meer mag sproeien, omdat mijn ziekte daardoor nog erger kan worden”, zegt Sosa op zijn boerderij in Nueva Esperanza, een plattelandsgemeenschap van zo’n vijfhonderd mensen die in de jaren negentig werd gesticht in de regio Bajo Lempa in de provincie Usulután.
Al jarenlang melden plaatselijke bewoners en de media een alarmerende groei van het aantal mensen dat lijdt aan nierfalen in Bajo Lempa. De regio was ongeveer een eeuw lang een gebied waar veel katoen werd verbouwd en waar veel pesticiden en herbiciden werden gebruikt.
Hoewel de katoen in de jaren zeventig plaats maakte voor andere gewassen, bleven de boeren de giftige bestrijdingsmiddelen zonder beschermende maatregelen gebruiken bij het verbouwen van maïs, bonen en groenten.
In sommige gemeenschappen in Bajo Lempa, zoals Ciudad Romero, lijdt meer dan 20 procent van de bevolking aan chronische nierziekten. Als het alleen om volwassen mannen gaat, heeft één op de vier nierproblemen.
Vervuiling
Het aantal zieken ligt hoger dan in andere landen, staat in een studie die het ministerie van Gezondheid in 2009 in gang zette. In andere landen in Latijns-Amerika wordt in soortgelijke epidemiologische studies gesproken over nierfalen bij 1,4 tot 6,3 procent van de bevolking.
De uiteindelijke resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in oktober. In het rapport wordt niet direct een verband gelegd tussen het wijdverbreide gebruik van bestrijdingsmiddelen en het hoge aantal mensen met nierfalen. De gegevens versterken echter wel de vermoedens van boeren en milieuactivisten dat er een verband bestaat.
Uit de studie blijkt dat 82,5 procent van de mannen in de regio in contact komt met bestrijdingsmiddelen. “De ziekte hangt samen met alle chemicaliën die het gebied vervuilen, vooral in de landbouwgebieden langs de kust”, zegt minister van Gezondheid María Isabel Rodríguez.
“De statistieken tonen dingen die we nergens anders in de wereld aantreffen”, zegt ze. “De overeenkomst tussen de mensen met nierfalen is dat het in de meeste gevallen gaat om boeren in de leeftijd van achttien tot zestig jaar.”
DDT
“Toen al deze mensen nierproblemen kregen, was het duidelijk dat er een verband bestond tussen de ziekte en het extensieve gebruik van bestrijdingsmiddelen”, zegt milieuactivist Mauricio Sermeño van de Unidad Ecológica Salvadoreña (Salvadoraanse Ecologische Unit), een plaatselijke ngo.
Sermeño verwijst naar de blootstelling van het gebied aan pesticiden en herbiciden in de tijd dat de katoenproductie zijn hoogtijdagen beleefde. Chemicaliën zoals DDT, een insecticide dat nu bijna over al verboden is, werden in die tijd veel gebruikt.
Andere schadelijk chemicaliën, zoals gramoxone en hedonal, worden nog steeds gebruikt. De meeste pesticiden in Bajo lempa worden verkocht door bedrijven als het Duitse Bayer. De afdeling van Bayer in El Salvador heeft op verschillende verzoeken om commentaar niet gereageerd.
In de gemeenschappen in de regio Bajo Lempa kent bijna iedereen wel een familielid of vriend die overleden is aan nierfalen, zeggen boeren en activisten. “Daar woonde Chunguito, zoals we hem noemden. En Isidro is er ook dood aan gegaan, net als Lidia Sorto, Toñón en Neftali en Abrahán”, zegt Donato Santos, die een paar jaar geleden in het ziekenhuis werd opgenomen voor pesticidenvergiftiging, nadat hij zijn maïsveld besproeid had.
Rosa María Colindres, een zuster in de eerste kliniek voor nierpatiënten die in de regio is geopend, beweert dat in 95 procent van de graven op het kerkhof van Nueva Esperanza mensen liggen die overleden zijn aan nierfalen.