SARS legt dodelijk zieke Chinese gezondheidszorg bloot
Antonaeta Bezlova
26 mei 2003
Nu de dodelijke longziekte SARS in kracht lijkt af te nemen, maken experts de balans op van de ravage op. Eén luchtpuntje is alvast dat crisis pijnlijk duidelijk heeft gemaakt hoe sterk de Chinese gezondheidszorg verwaarloosd is. De internationale kritiek op het Chinese geklungel in de SARS-crisis lijkt nu toch een en ander in beweging te brengen.
De struisvogelstrategie van de Chinese leiders in de begindagen van SARS krijgt een erg zwaar boomerang-effect te krijgen. Door de weinig efficiënte en ondoorzichtige aanpak van de Chinese regering heeft het land in de regio en zelfs wereldwijd veel achting en krediet verspeeld. De economische verliezen - ook op gebied van toerisme natuurlijk - komen hard aan, en de interne sociale spanningen bedreigen de zo gekoesterde Chinese stabiliteit..
Toch kan de huidige SARS-crisis op termijn ook positieve gevolgen hebben. Volgens Han Deqiang, professor politiek en management aan de Peking University of Aeronautics, heeft SARS de tekortkomingen van het Chinese gezondheidssysteem eindelijk blootgelegd. De medische zorg in China - vooral op het platteland - is erg verslechterd: er bestaan nauwelijks plaatsen waar de boeren onderzocht en behandeld worden. Bovendien hebben de plattelandsbewoners geen geld voor gezondheidszorg; werkloze boeren kunnen hun familie amper onderhouden. Om een nieuw SARS-scenario met bijhorende sociale, economische en politieke problemen te voorkomen, is de Chinese regering wel verplicht het verwaarloosde gezondheidssysteem helemaal te hervormen.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) trekt China inderdaad lessen uit de crisis. WGO-expert in Peking Dr Keiji Fukuda ziet op verschillende niveaus een verhoogde samenwerking en mobilisatie, en hoopt dat de regering de hervormingen doordrijft. Daniel Chin, hoofd van het WGO-expertenteam in Peking is nog positiever: hij gelooft dat vice-premier en waarnemend minister van Volksgezondheid Wu Yi de SARS-epidemie echt wil aangrijpen om dingen in beweging te zetten. Zij ziet een verregaande hervorming van het gezondheidssysteem als haar missie.
De bedroevende toestand van het huidige Chinese gezondheidssysteem is een erfenis van begin jaren tachtig, toen de Chinese plattelandscommunes ophielden te bestaan. Tot dan had negentig procent van de plattelandsbevolking onder het collectieve systeem gratis toegang tot een gezondheidssysteem dat ook preventief erg sterk stond. Vandaag blijkt slechts tien procent van de boeren verzekerd; zevenhonderd miljoen Chinezen dienen hun medische kosten dus volledig uit eigen zak te betalen. Preventie, voorlichting en medische controle komen op het platteland sinds de jaren tachtig haast niet meer voor. De evolutie naar fiscale decentralisatie in China heeft eveneens nefaste effecten: arme plaatselijke overheden kunnen minder aan gezondheidszorg spenderen dan hun rijke tegenhangers. Het gebrek aan investeringen in hospitalen, medicijnen en verloning van de medische staf heeft geleid tot een verlaging van het niveau van de gezondheidszorg.
De internationale kritiek op China heeft zijn effect niet gemist. Midden mei heeft premier Wen Jiabao een verordening voor publieke noodmaatregelen uitgevaardigd, die een antwoord moet bieden op besmettelijke ziekten, massale voedselvergiftigingen en andere bedreigingen van de volksgezondheid. Binnen het kader van de verordening dient ook een Bureau voor Noodhulp opgericht te worden dat de bestrijding van nieuwe crisissen coördineert.
De nieuwe regelgeving bepaalt onder meer dat plaatselijke ambtenaren epidemieën onmiddellijk moeten melden aan Peking, en verplicht de lokale overheden tot het aanleggen van een noodfonds voor ziektebestrijding. De centrale overheid zelf begint eindelijk te investeren in de rurale gezondheidszorg, na decennia van verwaarlozing. Meer dan tweehonderd miljoen euro werden al vrijgemaakt voor de uitbouw van een landelijk preventie- en controlenetwerk; ongeveer honderd miljoen euro gaat daarbovenop naar infrastructuurwerken. Voor de verbetering van de gezondheidszorg op het platteland heeft de Chinese regering nog eens meer dan een kwart miljard euro veil. Volgens Liu Jian, hoofd van de werkgroep voor rurale zaken op het Nationale Hoofdkwartier voor SARS-preventie en -controle, gaat het meeste geld naar ondersteuning van de zwakke centrale en westelijke rurale regio’s.
Ondanks de aangekondigde maatregelen blijven heel wat waarnemers sceptisch. In een artikel in het magazine ‘Nanfengchuan’ wijst professor Overheidsbeleid aan de Volksuniversiteit Mao Shoulong erop dat de centrale regering enkel aan economische groei en sociale stabiliteit denkt en daarbij het algemene belang verwaarloost. Volgens hem zijn de maatregelen ingegeven door economische motieven. Robert Ross, politiek wetenschapper aan het Boston College, is het daarmee eens: de strategie van de Chinese leiders is een berekende race: ze pompen geld in infrastructuur op het platteland en trachten zo de kloof tussen rurale en stedelijke gebieden te dichten vóór er een ernstige sociale crisis uitbarst. Daarbij zou het niet gaan om de mensen, maar om een ideaal economisch klimaat.