De schaliegas-hype in de VS zou ons kunnen doen besluiten dat we voor onze energiezekerheid en onze economische concurrentiekracht dan ook maar best inzetten op de schaliegasontginning. De meningen lopen hierover echter uiteen en elk land voert op dit ogenblik nog een eigen beleid.
Beter de kat uit de boom kijken
In Groot-Brittannië zijn er al licenties gegeven (aan het Australische Dart, dat ook bij de Limburgse exploraties betrokken is), maar in Frankrijk en in Bulgarije is er een moratorium op fracking. In Roemenië is het moratorium in december verlopen en niet verlengd. Polen leek interessante voorraden te hebben, maar Exxon is er na drie boringen weer vertrokken.
Johan Albrecht, professor Economie aan de UGent en energiespecialist van Itinera, wijst erop dat we ons in Europa toch wel in een andere situatie bevinden dan in de VS. ‘We hebben zeer weinig informatie over de kwaliteit van de schalies, tegenover de VS die de informatie over de ondergrond in kaart hebben en gericht kunnen werken. In Europa zijn er misschien nog maar 60 boringen gebeurd, in VS al miljoenen. Geologen wijzen er ook op dat Europa een continent is met een grotere diversiteit in de samenstelling van de bodem, tegenover de grotere homogeniteit in de bassins in de VS.’
Vandaar dat Albrecht zich afvraagt of het niet interessanter is te wachten tot men over enkele jaren dat gas aan een interessante prijs kan importeren, in plaats van het zelf te gaan winnen. Als Europa zelf wil inzetten op schaliegas, aldus Albrecht, zal dat nog ruim vijf jaar duren vooraleer die ontginning economisch interessant wordt. Een bijkomende hinderpaal, vindt Albrecht, zijn ook de actiegroepen en moratoria in diverse Europese landen, waardoor de industrie minder happig wordt om extra risico’s te nemen.
Blijft Europa daarmee dan niet al te afhankelijk van het aankopen van energie? Albrecht: ‘Europa zal altijd afhankelijk blijven, maar we gaan beter kunnen differentiëren op de lange termijn. Het aanbod gaat uit verschillende landen komen, uit de VS, misschien uit Latijns-Amerika of uit Afrika. Ook onze kennis en technologie zullen evolueren, misschien dat we over tien jaar enkele interessante bassins kunnen diagnosticeren. Het moet niet per sé allemaal in 2014 gebeuren.’
Ook gasland Nederland aarzelt. Coby van der Linde, directeur van het Clingendael International Energy Programme en hoogleraar Geopolitiek en energiemanagement aan de Rijksuniversiteit van Groningen: ‘We weten dat de conventionele voorraden teruglopen. We wachten op een studie. Er zijn nog geen testboringen gedaan en als je ziet wat een aanloop dit schaliegas in de VS gehad heeft, denk ik dat dit in Europa nog niet voor morgen is. Er moet ook nagegaan worden hoe groot de hoeveelheden zijn want het is niet gekend of het commercieel interessant is.’
Wat ons land betreft zou er volgens een studie van Vito in de Limburgse ondergrond 7,7 miljard kubieke meter winbaar methaangas zitten. Hydraulische fracking komt hier niet bij kijken, maar er zijn nog wel heel wat andere vragen over milieu-impact en rendabiliteit. De eerste prospectieputten moeten nog geboord worden, maar de Limburgse Reconvertie Maatschappij (LRM) en Dart kregen al wel een vergunning voor het opsporen van aardgas in de Limburgse steenkoollagen. Voor Wallonië heeft zakenman Albert Frère een aanvraag lopen voor prospecties.
Europees beleid
Het debat in Europa is volop aan de gang. In november heeft het Europese Parlement twee resoluties opgesteld. De ene over de industriële en energie-gerelateerde aspecten van schaliegas en –olie, en de andere over de milieu-impact van de ontginning ervan. In beide wordt er uitdrukkelijk gewezen op de nood aan verder onderzoek, onder meer over de som van de broeikasgasemmissies tijdens de hele levenscyclus van de schaliegas (ontginning en consumptie), de gebruikte chemicalieën, het landbeslag, het watergebruik en op de verantwoordelijkheid van de ontginnende bedrijven.
Op dit ogenblik werkt de Commissie een kadertekst uit voor risicomanagement. Van december tot eind maart liep er een publieke consultatie over het thema.
Een ramp voor het klimaat
Die rush naar niet-conventionele fossiele bronnen lijkt ons wel te brengen naar een tijdperk van energieovervloed. Men schat dat de extra exploitatie van olie en gas — alle afzonderlijke projecten die nu in de pipeline zitten samengeteld- tegen 2020 een opbrengst kan leveren van 17,6 miljoen vaten per dag, bovenop de 93 miljoen vaten vandaag. Komt daar nog de diepzee-olieontginning bij die het afgelopen decennium verdrievoudigde en ook nog eens miljoenen vaten per dag op de markt brengt.
Al die fossiele voorraden effectief opbranden, is een ramp voor het klimaat. Coby van der Linde: ‘Dat er zoveel fossiele olie en gas was, wisten we daarvoor ook al. We weten ook dat er nog heel veel steenkool is. De “op” discussie is niet relevant, het probleem is dat er niet genoeg ruimte is voor de CO2-emissies en de grote vraag is hoe we dit moeten managen. Dit CO2-debat vereist ook dat we voor de toekomst een wereld nodig hebben waarin we samen werken, en niet een waarin landen zich terugtrekken op hun eigen kusten.’
De keuze is duidelijk: kiezen we voor hernieuwbare energie, die duur is maar ook duurzaam op termijn, of kiezen we voor niet-conventionele fossiele, die ook duur is, maar een grote negatieve milieu-impact veroorzaakt, slecht is voor de gezondheid en die niet meer dan een tussenoplossing kan zijn.