‘Schrap huidige sancties tegen Irak’

Nieuws

‘Schrap huidige sancties tegen Irak’

Thalif Deen

07 augustus 2002

De strafmaatregelen die de VN-Veiligheidsraad
op 6 augustus 1990 tegen Irak afgekondigde en nog altijd van kracht zijn,
hebben de Iraakse bevolking zwaar getroffen terwijl hun leiders ongedeerd
bleven. Dat is de conclusie van een nieuwe studie over het handelsembargo
die door 12 internationale niet-gouvernementele organisaties(ngo’s) in
opdracht werd gegeven. Dinsdag riepen die organisaties de VS en
Groot-Brittannië op niet langer vast te houden aan de sancties “tegen de
wil van de meerderheid in de Veiligheidsraad in.” De ngo’s voelen wel iets
voor nieuwe, gerichte strafmaatregelen.

De 12 ngo’s, waaronder de Britse afdeling van Save the Children, de
Arabische Commissie voor de Mensenrechten en het VN-Bureau van de
Quakers, brengen in herinnering dat verscheidene onafhankelijke studies de
voorbije jaren de effecten van de sancties op de Iraakse kinderen hebben
gedocumenteerd. Uit al die onderzoeken blijkt dat de kindersterfte in Irak
de voorbije jaren sterk is toegenomen. “Geloofwaardige schattingen doen
aannemen dat het handelsembargo minstens 400.000 kinderen het leven heeft
gekost.” Het VN-Kinderfonds (Unicef) stelde vier maanden geleden ook dat 22
procent van de jonge Iraakse kinderen chronisch ondervoed is.

Volgens de auteurs van de studie draagt de Iraakse regering een grote
verantwoordelijkheid voor de ellende waarin de bevolking van het land moet
leven. De VN-sancties kwamen er omdat Irak Koeweit was binnengevallen, en
bleven van kracht omdat Irak zich niet wilde plooien naar de verplichting
om de productie van massavernietigingswapens helemaal stop te zetten en dat
door internationale inspecteurs te laten controleren.

Maar ook de Veiligheidsraad houdt zich niet aan zijn verplichtingen,
“vooral door na te laten de rechten van Iraakse kinderen te beschermen, die
buiten verhouding hebben geleden onder de sancties.” Volgens de auteurs van
de studie zou de Veiligheidsraad ook op geregelde tijdstippen de
humanitaire effecten van de sancties moeten onderzoeken. De ngo’s richten
hun pijlen vooral op de VS en Groot-Brittanië, die met hun vetorecht tot
dusver alle pogingen hebben afgeblokt om het algemene handelsembargo tegen
Irak op te heffen. Na hevige protesten van humanitaire organisaties stonden
ze in 1995 wel toe dat Irak weer een beperkte hoeveelheid olie kon
uitvoeren om met de opbrengst daarvan voedsel en medicijnen te kopen. Maar
volgens de 12 ngo’s levert dat programma te weinig geld op om de
humanitaire crisis in Irak te bezweren, en biedt het ook helemaal geen
perspectieven voor de langere termijn. China, Rusland en Frankrijk, de drie
andere permanente leden van de Veiligheidsraad, hebben wel al aangegeven de
bestaande sancties uit humanitaire overwegingen te willen opheffen,
weliswaar onder bepaalde voorwaarden.

Het ngo-rapport verschijnt op een moment dat de Iraakse bevolking nog veel
meer onheil boven het hoofd hangt: de Amerikaanse plannen om Saddam
Hoessein met geweld van de macht te verdrijven, lijken vergevorderd. Het
Iraakse aanbod om weer te gaan praten over de toelating van
VN-wapeninspecteurs, geeft aan dat in Bagdad de dreiging ook als heel reëel
wordt aangevoeld.

“We weten dat Saddam Hoessein een misdadiger is,” zegt Jim Paul van het
Global Policy Forum, nog een van de organisaties achter de oproep. “Maar
sancties die de hele bevolking treffen, zijn niet de manier om hem weg te
krijgen.” Vervang de algemene sancties door gerichte strafmaatregelen die
alleen de Iraakse leiders treffen, stellen de ngo’s voor. De politieke
elite van Afghanistan, Liberia en Angola werd de voorbije jaren
bijvoorbeeld onder druk gezet door hun visa te weigeren of hun rekeningen
in het buitenland te bevriezen. Maar de 12 ngo’s stellen ook dat Irak
alleen de weg naar de normaliteit zal terugvinden als het land niet langer
constant onder militaire dreiging blijft staan.