Schuchtere stap naar ‘Superstan’
Mari Bekeshova
25 mei 2007
De presidenten van Kazachstan en Kirgizië besloten onlangs een “Internationale Hoge Raad” op te richten om vorm te geven aan de politieke en economische integratie van de twee landen. De twee landen roepen hun buurlanden Oezbekistan, Turkmenistan en Tadzjikistan op samen een Centraal-Aziatische Unie te vormen.
De vroegste pleitbezorger van een Centraal-Aziatische Unie is de Kazachse president Nursultan Nazarbajev. Op 26 april ondertekenden Nazarbajev en de president van Kirgizië, Kyrmanbek Bakijev, een overeenkomst om een “Internationale Hoge Raad” op te richten. Politici in beide landen zien de toenadering als een eerste stap op weg naar een soort van “Superstan”, een unie tussen Kazachstan, Kirgizië, Turkmenistan, Oezbekistan en Tadzjikistan.
“Ik ben voor het idee van een Centraal-Aziatische Unie”, zei president Bakijev, “Vandaag hebben we de unie van Kazachstan en Kirgizië. Wanneer onze buren er klaar voor zijn, kunnen ze zich bij ons aansluiten als evenwaardige leden van de unie.”
In economisch en cultureel opzicht valt voor zo’n integratie veel te zeggen. De Kazachen, Kirgiezen, Turkmenen, Oezbeken en Tadzjieken zijn moslims, spreken verwante talen, hebben een vergelijkbare cultuur en hebben een grotendeels gelijklopende geschiedenis. Het grootste probleem is het gebrek aan democratie in de regio. Lokale potentaten staan weigerachtig tegenover een unie met de meer liberale landen in de groep.
In Oezbekistan bijvoorbeeld regeert president Islam Karimov met een ijzeren vuist en leeft 90 procent van de 27 miljoen mensen in armoede. In Turkmenistan wordt het autoritaire regime de dit jaar overleden president Saparmurat Niyazov voortgezet door zijn opvolger, Kurbanguly Berdymukhamedov. In Tadzjikistan kan een meerderheid van de bevolking nog altijd niet lezen of schrijven, na een burgeroorlog in de jaren negentig.
Kirgizië geldt als het meest liberale land in de regio. Na een geweldloze coup op 24 maart 2005 begon het land met democratische hervormingen. De politieke rust is er echter nog lang niet weergekeerd: elke dag zijn er betogingen en de economie slabakt. De buitenlandse schuld is intussen opgelopen tot twee miljard dollar (1,5 miljard euro).
De meeste Kirgiezen zijn overtuigd van de economische voordelen van een unie met Kazachstan, maar vrezen te worden herleid tot een “provincie” van hun grote en welvarende buur. Natuurlijke rijkdommen, vooral olie, maakten van Kazachstan met zijn 20 miljoen inwoners de onbetwistbare grootmacht in de regio.
“Een provincie zullen we nooit worden”, argumenteert de Kirgiese volksvertegenwoordiger Murat Juraev, “Economische afhankelijkheid is beter dan leven in deze chaos.”
De Kirgiese politoloog Zainidin Kyrmanov vreest dan weer dat de toenadering tot Kazachstan de democratische verworvenheden in zijn land op de helling kan zetten. “Kirgizië is inzake democratie de leider in de regio. Ondanks de betogingen is het land politiek stabiel.” De Kazachse president Nazarbajev is volgens hem geen echte democraat.
Nazarbajev gaf bij de ondertekening van de overeenkomst in de Kirgiese hoofdstad Bisjkek zijn eigen visie over democratie: “Democratie kan enkel bestaan waar ook politieke stabiliteit en economische welvaart heerst. Ze moet stapje per stapje worden opgebouwd, niet in één dag.”
De Kazachse president raadde de Kirgiezen aan voor rust en orde te zorgen in hun land: “Buitenlandse investeerders willen vooral vrede en wetten die de rechten van zakenlui beschermen.” Kazachstan investeerde de voorbije vijf jaar ongeveer 294 miljoen euro in zijn buurland en is daarmee de grootse investeerder in Kirgizië. Kazachse ondernemers runnen ongeveer 500 van de 2000 bedrijven in het land.
De meest politici in Kirgizië zijn zich ervan bewust dat economisch integratie ook politieke gevolgen zal hebben, maar praten daar niet graag over. De Kazachse ambassadeur in Kirgizië, Umurzak Uzbekov, probeert de onrust te bedaren: “De unie tussen onze beide republieken tast de soevereiniteit niet aan. Het hoofddoel van de integratie van Centraal-Aziatische landen is tot een eengemaakte economische markt te komen, met een douane-unie en een gemeenschappelijke munt.”