Schuldenlast is ontwikkelingsvijand nummer één
Dionne Jackson Miller
06 mei 2002
De Jamaicaanse regering heeft plannen om de zware
schuldenlast van het land terug te dringen. In drie jaar zou de schuldenlast
moeten verminderen van 140 tot 100 procent van het Jamaicaanse bruto
binnenlands product (bbp). Minister van Financiën Omar Davies kondigde aan
dat hij zal proberen goedkopere leningen te vinden en zal streven naar
langere gratieperiodes bij leningen in binnen- en buitenland. Het aandeel
van leningen in Amerikaanse dollar in het totale schuldenpakket zal worden
teruggedrongen.
Volgens de Jamaicaanse regering is de schuldenlast nu ontwikkelingsvijand
nummer één. Jamaica staat voor ongeveer 10 miljard dollar in het krijt in
het buitenland. De schuldendienst slokt dit begrotingsjaar 3 miljard dollar
op - 64 procent van wat de regering kan besteden. Audley Shaw, de financiële
expert van de Jamaica Labour Party (JLP), de grootste oppositiepartij, vindt
die situatie onaanvaardbaar. Volgens hem staat geen enkele andere lidstaat
van de Caribische Gemeenschap zo diep in het rood. De regeringen van
Barbados en Trinidad en Tobago besteden bijvoorbeeld minder dan 20 procent
van hun begroting aan hun schuldendienst.
Een groot deel van de Jamaicaanse schuldenlast is een gevolg van de
beslissing van de regering om de slabakkende financiële sector te
ondersteunen. Bij het begin van het voorbije financiële jaar nam de regering
1,6 miljard dollar aan schuldverplichtingen over van de Jamaicaanse banken.
In het licht daarvan is het al een hele prestatie dat de regering er toch in
slaagde haar schuldendienst te verminderen van 68,6 procent van het
nationale budget in 2000-2001 tot 64 procent dit jaar.
Maar het is duidelijk dat Jamaica zijn schuldenlast nu sneller moet
afbouwen. De regering en de oppositie bieden tegen elkaar op met schattingen
over hoeveel geld dat kan opleveren. Volgens schaduwminister van Financiën
Shaw kan er in Japan veel goedkoper geld worden geleend. Momenteel leent
Jamaica in het buitenland tegen een gemiddelde rentevoet van 11 procent,
maar Shaw maakt zich sterk dat een JLP-regering leningen kan loskrijgen
tegen drie tot vier procent. Shaw zegt dat hij ook bij de buitenlandse
schuldeisers zou gaan aankloppen voor schuldvermindering en de herschikking
van bestaande leningen. In totaal zou Jamaica daardoor volgens hem tot 425
miljoen dollar per jaar kunnen uitsparen.
Maar minister van Financiën Davies stelt dat de oppositie luchtkastelen
bouwt. Met een jaarlijks inkomen van 2000 dollar per hoofd van de bevolking
komt Jamaica niet in aanmerking voor de allergunstigste voorwaarden die de
internationale gemeenschap weglegt voor de minst ontwikkelde landen.
Bovendien dreigen schuldherschikkingen volgens Davies het vertrouwen te
ondergraven dat Jamaica op de internationale kapitaalmarkt geniet.
Toch hebben ook onafhankelijke financieel analisten vragen bij de manier
waarop de Jamaicaanse regering de schuldenlast van het land beheert. John
Jackson, een scherpe criticus van het regeringsbeleid, stelt vast dat Japan
en zelfs de VS veel goedkoper kunnen lenen dan Jamaica. Volgens hem heeft de
Jamaicaanse regering zich te veel laten leiden door angst en wanhoop toen
ze zich de voorbije jaren uit lenen ging. Een groot deel van het geld dat
we hebben geleend, komt van Jamaicanen die alleen oog hadden voor een zo
hoog mogelijke interest.