Serviërs kritisch over nieuwe compensatiewet

Nieuws

Serviërs kritisch over nieuwe compensatiewet

Vesna Peric Zimonjic

28 september 2011

Het Servische parlement heeft deze week een langverwachte en controversiële wet aangenomen over compensatie voor eigendommen die door het vroegere communistische regime geconfisqueerd zijn. Sommige belanghebbenden vinden dat de wet niet ver genoeg gaat.

De maandag aangenomen wet bepaalt dat land of bezittingen die na de Tweede Wereldoorlog door de communisten werden geconfisqueerd, waar mogelijk worden teruggegeven. Is dat niet mogelijk, dan wordt compensatie verleend in de vorm van staatsobligaties. Daarvoor wordt een fonds van 1,97 miljard euro opgezet. Zo’n 150.000 voormalige eigenaren en hun nakomelingen kunnen aanspraak maken op compensatie.

Een compensatieregeling is een van de voorwaarden die de Europese Unie (EU) aan Servië stelt voor toetreding tot de EU.

Voormalige eigenaren of hun erfgenamen, kunnen tot eind 2013 claims indienen. In 2014 zal de restitutie van landbouwgrond, huizen, appartementen en bossen “waar mogelijk” beginnen. Als teruggave niet mogelijk is, worden ze gecompenseerd in staatsobligaties, tot een maximum van 493.000 euro.

Volledige wijken

“Dit is geen ideale wet, maar het is realistisch en in overeenstemming met de financiële mogelijkheden van Servië”, zei vicepremier Bozidar Djelic na afloop van de parlementszitting.

Voormalige eigenaren zijn echter kritisch over de wet. Zij eisen volledige teruggave van land, vastgoed, fabrieken en hotels. In sommige gevallen gaat het om volledige wijken in kleine Servische steden, openbare gebouwen en paleizen in Belgrado, die voor 1945 in hun bezit waren.

De wet stelt echter duidelijk dat openbare gebouwen zoals bibliotheken, ministeries, ambassades, culturele instituten en gezondheidsinstituten, staatseigendom blijven. Ook voormalige eigenaren van fabrieken die door de staat werden geconfisqueerd en die in de afgelopen jaar twintig jaar werden geprivatiseerd, worden gecompenseerd in staatsobligaties.

Verkiezingen

“De staat heeft 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) - 1,97 miljard euro - uitgetrokken voor restitutie”, zegt financieel expert Zlatko Stefanovic. “Meer geld hiervoor beschikbaar stellen zou de overheidsfinanciën uit balans brengen.”

Andere experts schatten dat voor restitutie en compensatie meer dan 3,5 miljard euro nodig is. “En dat kan Servië nauwelijks ophoesten”, zegt rechtsgeleerde Jovica Trklja. “Het proces van restitutie zal daarom erg traag verlopen. De wet is er zo snel doorgedrukt omdat Servië lid wil worden van de Europese Unie. Het is een hete aardappel voor de volgende regering.” In april 2012 zijn er parlementsverkiezingen in Servië.

Stefanovic wijst erop dat soortgelijke processen in andere (Oost-Europese) landen ook tientallen jaren duren of duurden. “Slovenië, de enige EU-lidstaat van voormalig Joegoslavië, is er al sinds 1991 mee bezig en het proces is nog steeds niet afgerond. Hetzelfde geldt voor Kroatië en sommige andere Oost-Europese landen. Hier zal het niet sneller gaan.”

Boeren

Bogdan Veljkovic, een Amerikaan van Servische afkomst die inmiddels de tachtig gepasseerd is, verwacht dat voormalige eigenaren niet meer dan “kruimels” krijgen van wat ooit in hun bezit was. Voor de Tweede Wereldoorlog bezat zijn familie een bank, de grootste Servische brouwerij, verschillende hotels in Belgrado, een museum en diverse villa’s en wijngaarden.

“Ik neem geen genoegen met beperkte financiële compensatie”, zegt Veljkovic. “Mijn familie en de andere aandeelhouders in onze bedrijven willen de zaken weer nieuw leven in blazen. We moeten nog uitzoeken bij wie we daarvoor moeten aankloppen.”

Voor anderen, veelal boeren, pakt de regeling vermoedelijk beter uit. “We hebben documenten waaruit blijkt welke wijngaarden en bossen van ons waren voor 1945. Dat geldt ook voor de molens, zagerij en een kleine steenfabriek”, zegt boer Dragan Stepanovic (38) uit Bratinac. “Ik ben blij dat onze familie ze terugkrijgt. Er werken nu mensen in dienst van de overheid en die hou ik in dienst. Er is de afgelopen jaren zelfs geïnvesteerd.”