'Should I stay or should I go?' - miljoenengastarbeiders in de Golf op de wip

Nieuws

'Should I stay or should I go?' - miljoenengastarbeiders in de Golf op de wip

N Janardhan

09 februari 2003

Terwijl een oorlog in Irak dichterbij komt, begint
in de Golf een ander bombardement: dat van het koopjesseizoen. Maar het
leger buitenlandse gastarbeiders dat de olierijke staten en staatjes in het
Midden-Oosten bezet en er meewerkt aan de zorgeloze shoppingsfeer, voelt
zich stilaan gevangen tussen het eigen gewin en de pletwals van de nakende
oorlog. Blijven of weggaan, dat is de vraag.

Van alle landen rond Irak is de stemming in Koeweit het meest gespannen. Het
Koeweitse ministerie van Defensie verklaarde dat vanaf 15 februari - Saddam
kan het misschien noteren in zijn agenda - 60 procent van het land wordt
afgegrendeld als militaire zone, terwijl het burgerlijk luchtruim volledig
wordt gesloten. Die officiële mededelingen geven de bevolking het gevoel dat
de oorlog al is begonnen.

Al is het deze keer een totaal ander scenario, er heerst grote
bezorgdheid, zegt Jamal Ahmad, een manager van een Koeweitse bank. Toen
Irak in 1990 Koeweit binnenviel, was dat een verrassing. De Koeweitse
regering ging in ballingschap, er waren geen Amerikaanse troepen in het land
en de buitenlandse werknemers zaten in de val. Nu heeft de overheid de
situatie helemaal onder controle, de buitenlandse werknemers is bescherming
beloofd. Maar de gedachte aan een oorlog, zelfs al is die kort en veilig, is
zenuwslopend, zegt de Indiër. Dé nachtmerrie van alle 2,3 miljoen inwoners
van Koeweit - waarvan 340.000 Indiërs, 100.000 Pakistani, 60.000 Filipijnen,
40.000 Indonesiërs en nog een hoop Egyptenaren, Syriërs, Jordaniërs,
Bangladezen en Sri Lankanen, is een Irakese tegenaanval. De meesten
betwijfelen evenwel dat Irak daartoe in staat zal zijn.

De vraag die de buitenlanders wordt gesteld, zowel door de plaatselijke
overheden als de regering van het thuisland als door zichzelf, is of ze
eieren voor hun geld kiezen en terug het vaderland opzoeken, of blijven om
de eigendommen en de job in handen te houden. De huidige trend is dat de
anciens blijven en de nieuwkomers zich door - de kans is relatief groot dat
het een landgenoot is - de taxichauffeur naar het vliegveld laten rijden.

Ik ben naar de Golf gekomen om geld te verdienen. Als het tot een oorlog
komt en mijn leven in gevaar is, ga ik liever terug naar Pakistan, zelfs als
ik daar maar een derde verdien van mijn salaris hier, vertelt Arshad
Saleem, een Pakistaan die acht maanden aan de slag is in een Koeweits
reisbureau. Sharath Chandran, een Indiase tekenaar bij een uitgeverij en 7
jaar in Koeweit, reageert filosofischer. Men kan niet ontsnappen aan de
dood. Als ik ben voorbestemd om te blijven leven, kan ik zelfs een aanslag
als die van 11 september overleven. En als ik moet sterven, kan ik dat doen
door uit bed te vallen. Ik blijf.

Velen kiezen voor een tussenoplossing: op vakantie, ook onbetaald, zo lang
ze de job maar kunnen behouden. Al lijkt het voor mijn bedrijf niet zo
moeilijk een vervanger te vinden, als je het aantal werkzoekende
buitenlanders voor ogen houdt. En in India zou ik moeten vechten voor een
job. De toestand van de arbeidsmarkt is zo dat ik best blijf, zegt James
Varghese, een assistent-verkoper in een oliebedrijf in Dubai. Mijn enige
actie tot dusver is het overbrengen van wat spaarcenten naar mijn Indiase
bankrekening, voegt Varghese eraan toe.

Andere, minder fortuinlijke gastarbeiders, verdienen in de olieparadijzen
niet genoeg om het een tijdje zonder loon te kunnen stellen. Maria O Heyer,
een Filipijnse winkelbediende, verdient maandelijks 600 dirham (165 euro).
Mijn gezinsverplichtingen primeren op mijn persoonlijke veiligheid. Mijn
echtgenoot, drie kinderen en oude vader verhongeren als ik ze niet
maandelijks geld stuur. Oorlog of niet, God zal me beschermen, aldus Heyer.

De Amerikaanse expats, van alle westerse nationaliteiten flink
vertegenwoordigd in het Midden-Oosten, krijgen het het warmst onder de
voeten. De 8.000 Amerikanen in Koeweit hebben het gevoel een lopend doelwit
te vormen voor gewelddadige islamisten. Op vier maanden tijd werden zes
aanvallen uitgevoerd op Amerikanen. De Amerikaanse ambassades zijn
versterkte burchten en de burgers wordt onomwonden aangeraden te vertrekken.

In Saudi-Arabië, dat 40.000 Amerikaanse burgers huisvest, is het hetzelfde
probleem. Toch is ook hier de trend: groentjes vertrekken, veteranen graven
zich in. Bobby Schuck, Engelsman, directeur van een uitgeverij en
uitgesproken criticus van het Amerikaanse en Britse beleid in het
Midden-Oosten, is niet bang. Mijn gezin en ik hebben geen plannen om het
deel van de wereld te verlaten dat we zijn gaan liefhebben. Dit is net zo
goed mijn thuis als Brittannië. Kome wat komen moet, we blijven.