Situatie van Antwerpse allochtonen niet rooskleurig

Nieuws

Situatie van Antwerpse allochtonen niet rooskleurig

Laura Boon

09 juni 2008

De situatie van etnisch-culturele minderheden in Antwerpen gaat niet of te traag vooruit. Ze hebben een beperkte toegang tot de sociale huurmarkt, een achterstand in het onderwijs en verkeren in een wankele positie op de arbeidsmarkt. Bovendien vinden ze maar moeizaam de weg naar welzijnsorganisaties en sport- en culturele verenigingen.

Deze bevindingen staan te lezen in het rapport ‘Achterstand van zaken’ van de8, het Antwerpse minderhedencentrum dat opkomt voor de noden, belangen en de behoeften van etnisch-culturele minderheden. In dit rapport schetst de8 de situatie van de Antwerpse allochtonen in vijf levensdomeinen: huisvesting, onderwijs, tewerkstelling, welzijn en vrije tijd.

Woningmarkt ziet allochtonen over het hoofd

De huidige Antwerpse woningmarkt is niet afgestemd op de vele allochtonen die Antwerpen telt. Er is een nijpend tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen, aan sociale huurwoningen in het bijzonder. Hierdoor zijn veel allochtonen genoodzaakt om uit te wijken naar de private huurmarkt. Dit brengt een aantal consequenties met zich mee. Allochtonen zijn een gemakkelijk slachtoffer voor huisjesmelkers en worden door veel eigenaar-verhuurders geweerd omwille van racistische redenen. Sociale segregatie is hier een logisch gevolg van.
Het Antwerpse stadsbestuur wil voor de bestuursperiode 2007-2012 de strijd aangaan met het huisvestingsprobleem en zal er dus op toezien dat meer inwoners een betaalbare en comfortabele woning in de stad vinden. Ze wil ondermeer het woningaanbod vergroten en een halt toeroepen aan de sociale segregatie.

Drie op vier allochtone leerlingen dubbelt schooljaar in SO

In vergelijking met autochtone kinderen zijn allochtone kinderen minder succesvol op school. Vooral in het secundair onderwijs komt dit tot uiting: volgens de publicatie ‘Leren in cijfers’ van de Stad Antwerpen, moet maar liefst drie kwart van de allochtone leerlingen minstens een keer zittenblijven, tegenover een op drie autochtone leerlingen. Een mogelijke verklaring voor de onsuccesvolle schoolcarrière van veel allochtone jongeren, is het feit dat ze uit lagere socio-economische milieus komen. De nationaliteit van de leerling is overigens sterk gecorreleerd met de keuze van een studierichting. Maghrebijnse jongeren stromen bijvoorbeeld snel door naar het BSO, waardoor ze later in een zwakkere positie zullen belanden op de arbeidsmarkt.

De Antwerpse werkloosheidsgraad –eind 2007 kwam die uit op 12,01 %-  is dubbel zo hoog als het Vlaamse gemiddelde. Reden hiervoor is dat Antwerpen veel kansengroepen telt zoals allochtonen en laaggeschoolden. Een op vier werklozen is allochtoon, 25 % van de niet-werkende werkzoekenden is van Maghrebijnse afkomst. De moeilijke doorstroming van het onderwijs naar de arbeidsmarkt ligt zeker aan de basis van dit probleem. Allochtone leerlingen hebben een onjuist beeld van hun arbeidsmarktmogelijkheden en zien vaak het nut niet in van een diploma. 45 % heeft zelfs nooit zijn humanioradiploma behaald. Het niet kunnen voorleggen van een getuigeschrift is nochtans de voornaamste reden waarom werknemers in bedrijven geweigerd worden. Een ander probleem waarmee veel allochtonen te kampen krijgen eens ze de schoolbanken verlaten hebben, is racisme op de werkvloer. Uit het jaarverslag 2005 van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding blijkt dat 15% van de binnengekomen klachten handelen over werkgelegendheid. Een positieve nood: Op twee jaar tijd is het aantal werkloze allochtone jongeren gehalveerd.

Niet naar de dokter wegens geldgebrek

Allochtonen worden met heel wat drempels geconfronteerd wat betreft gezondheidszorg. Zowel socio-economische als culturele factoren spelen een rol. Uit het onderzoeksrapport ‘Gezondheid en gezondheidszorg bij allochtonen’ van de Universiteit Hasselt blijkt dat bijna 25 % ooit gezondheidszorg heeft uitgesteld omwille van geldgebrek. Bij de autochtone bevolking ligt dit percentage vijf keer lager. De taboesfeer rond kanker en geestelijke gezondheidszorg en het wantrouwen tegenover hulpverlening, maken het allochtonen moeilijker om vlot toegang te krijgen tot gezondheidszorg.

Ook naar sport-en cultuurverenigingen vinden allochtonen moeilijk de weg. Ze nemen beduidend minder deel aan georganiseerde vrije tijd en zijn ondervertegenwoordigd onder de leden, vrijwilligers en bestuursleden in sportclubs. Ze laten zich vooral tegenhouden door financiële drempels. Wél zijn er in het Antwerpse socio-cultureel verenigingsleven zo’n 300 allochtone verenigingen actief. De meesten hebben een brede en diverse werking met culturele, sportieve, religieuze en maatschappelijke activiteiten voor jong en oud. 
www.de8.be