Slachtoffers Chileense dictatuur genezen met theater in martelcentrum
Daniela Estrada
16 januari 2009
Grimaldi Social Club noemen ze zichzelf, politieke gevangenen die in de concentratiekampen van de Chileense dictatuur (1973-1990) theater hebben gemaakt en nu enkele stukken opnieuw gaan opvoeren in het voormalige martelcentrum Villa Grimaldi. Met de voorstellingen willen ze de wonden van de dictatuur helpen helen.
“Ik denk dat het leven sterker aanwezig is wanneer je met de dood wordt geconfronteerd”, zegt de bekende acteur en theatermaker Óscar Castro. Hij is regisseur van de theatercyclus die deze maand wordt opgevoerd in de beruchte Villa Grimaldi, een gebouwencomplex waar gevangenen werden gefolterd en geëxecuteerd tijdens de Chileense dictatuur. Nu is de Villa Grimaldi een herdenkingsplaats voor mensenrechten.
Twee stukken, Casimiro Peñafleta. Politiek gevangene en Er was eens een koning schreef Castro in de concentratiekampen van Ritoque en Puchuncaví. Het Rode Kruis organiseerde toen wekelijks een dag met culturele activiteiten, herinnert Castro zich. De kamers of eetzalen werden op die dagen tot theaterzaaltjes omgevormd. De vlucht van het hert en De balling Mateluna maakte Castro tijdens zijn ballingschap in Frankrijk.
De ervaring herbeleven
Na Pinochets staatsgreep in 1973 werd Castro, in de jaren zestig stichter van het Teatro Aleph, twee jaar vastgehouden in vier concentratiekampen. In 1976 ging hij in ballingschap in Frankrijk.
Enkele maanden geleden kreeg hij de vraag van politiek gevangene Pedro Alejandro Matta om een “theatrale manifestatie” te organiseren in Villa Grimaldi.
“Ik heb hem gezegd dat het me interesseerde, op voorwaarde dat het stukken zouden zijn die we in de concentratiekampen hadden gemaakt, met dezelfde acteurs. Ik heb contact met hen opgenomen en allemaal waren ze akkoord om die ervaring te herbeleven.”
“We waren toen tussen 25 en 35, nu tussen 60 en 75. Ik noemde hen daarom Grimaldi Social Club”, lacht de theatermaker, een allusie op Buena Vista Social Club, de groep legendarische Cubaanse muzikanten die door de Amerikaanse gitarist Ry Cooder werd herenigd. “Voor mij was het belangrijk de cyclus op te voeren op de plaats waar iedereen die gaat optreden, gefolterd werd en anderen zag verdwijnen.”
Genezingsproces
Het verhaal van Óscar Castro illustreert op dramatische wijze de mensenrechtenschendingen die duizenden mensen ondergingen tijdens de dictatuur. In die 17 jaar werden meer dan 3000 personen vermoord en werden er 35.000 gefolterd.
Óscar Castro en zijn zuster Marieta werden opgepakt omdat ze een lid van de Revolutionaire Beweging van Links (MIR) onderdak hadden geboden. Na een tijdje werden ze vrijgelaten. Hun moeder en Marieta’s man ondergingen een ander lot: ze werden gevangen genomen toen ze Óscar Castro en zijn zuster gingen bezoeken in een concentratiekamp. Vandaag staan ze op de lijst van vermisten.
“Ik was opgesloten in de Villa Grimaldi en was getuige van het laatste moment dat men de moeder van Óscar Castro in leven heeft gezien”, vertelt Alejandra Holzapfel, een van de vroegere gevangenen die straks op de planken staat. “Voor ons is de theatercyclus een soort genezingsproces geweest, een manier om rustiger de Villa te kunnen betreden, om wat te kunnen lachen, iets wat we vaak deden toen we gevangen zaten en wat ons over de horror heen hielp die we toen beleefden. Hadden we toen in de gevangenis de capaciteit niet gehad om met onszelf te lachen, dan waren allemaal gek geworden.”
“Ik ben Óscar zeer dankbaar, want ik kon me niet voorstellen dat het ons zo goed zou doen. Vroeger kostte het me veel moeite om naar de Villa te gaan, en elke keer als ik er binnenging kwamen mijn haren overeind. Nu repeteren we er bijna dagelijks, we kunnen er nu aan andere zaken denken.”