Slechte oogst drijft hongerende boeren naar de steden
Boris Edson Yaméogo
15 juni 2005
Ik hoop dat ik er werk vind. Wat is niet belangrijk, als ik maar genoeg verdien om mijn gezin te eten te geven, zegt
Sibiri Ouédraogo, een boer die met zijn plunjezak op weg is naar de hoofdstad Ouagadougou. Vele anderen zoals hij overspoelen de Burkinese steden. Hoeveel mensen er in het noorden van het land precies honger lijden, weet ook de regering van Burkina nog niet, maar de voorbije oogst was slecht.
De 32-jarige Ouédraogo komt uit Ouahigouya, een dorp in het noorden van Burkina op zo’n 200 kilometer van de hoofdstad. Ouédraogo probeert al drie dagen bij andere reizigers de 2500 CFA (ongeveer 4 euro) bijeen te bedelen die hij nog nodig heeft om in Ouagadougou te komen.
De oogst was rampzalig dit jaar, vertelt Ouédraogo. Onze vier graanopslagplaatsen zijn leeg. Vorig jaar haalden we 150 zakken van 100 kilogram gierst binnen, maar dit jaar kregen we niet eens vijf zakken vol. Mijn familie heeft niets meer te eten. Ouédraogo heeft twee vrouwen en vijf kinderen; hij zorgt ook voor zijn ouders en voor drie grootouders.
Overal zijn verhalen te horen over de honger in het noorden van het land. Esther Tiendrebeogo, een meisje van 19 dat ook uit het noorden komt, werkt in Ouagadougou als hulp in de huishouding. Ik help mijn familie de voedselcrisis door te komen, zegt ze. Tiendrebeogo verdient 10.000 CFA (ongeveer 16 euro) per maand. Daarvan stuur ik de helft naar mijn ouders, zodat zij genoeg te eten kunnen kopen.
De Burkinese boeren hadden het niet onder de markt de voorbije 12 maanden. Gewassen verdorden omdat het niet genoeg regende, en in de tweede helft van vorig jaar streken treksprinkhanen neer op meer dan 100.000 hectaren landbouwgrond. De Burkinese graanoogst ging met een vijfde achteruit in vergelijking met vorig jaar; in het noorden van het land haalden de boeren bijna een derde minder graan binnen. Voor de 1,1 miljoen mensen die in die droge streek leven, wordt het een moeilijke tijd. Volgens de overheid is er in het noorden zowat 19.000 ton graan te kort om alle monden te voeden. Maar er is nog meer voedselhulp nodig, want sommige handelaren houden hun voorraden uit de winkels om de prijzen op te drijven.
Prijsstijgingen komen bij de meeste Burkinezen zwaar aan. Bijna de helft van de bevolking verdient minder dan 1 euro per dag, en dat aandeel is nog hoger in het noorden. De regering levert gesubsidieerd voedsel aan arme families om de honger binnen de perken te houden. In mei werd op die manier 7.000 ton levensmiddelen verdeeld in het noorden van het land.
Minister van Landbouw Salif Diallo schat dat er 3,6 miljoen euro nodig is om alle hongerende landgenoten tot de volgende oogst van eten te voorzien. Hij heeft een oproep gelanceerd aan de handelaars in het land en aan de internationale gemeenschap om de regering te helpen.
De regering wil de boeren ook beter wapenen tegen de moeilijkheden waarmee ze te kampen hebben. Met hulp van de Wereldbank heeft Burkina een project uitgewerkt om sprinkhanenzwermen in de toekomst efficiënter te lijf te gaan. Voor dat initiatief is wel 6,5 miljoen euro nodig. De regering wil ook de teelt van gewassen bevorderen die op verschillende tijdstippen groeien en worden geoogst of die beter zijn aangepast aan de uiteenlopende klimatologische omstandigheden in het land. Daardoor zouden droogterampen niet meer zo zwaar doorwegen. (PD/ADR)