Sociale storm gaat voorlopig liggen

Nieuws

Sociale storm gaat voorlopig liggen

Alejandro Campos

02 november 2003

Carlos Mesa, de nieuwe Boliviaanse president,
heeft er de twee eerste weken van zijn ambtstermijn opzitten. Na een maand
van felle sociale protesten waarbij meer dan 70 doden vielen en die
uiteindelijk leidden tot het vertrek van zijn voorganger Gonzalo Sánchez de
Lozada, is Mesa er in geslaagd het land opnieuw tot rust te brengen. Maar
misschien is het de spreekwoordelijke stilte voor de storm.

Met Carlos Mesa, een partijloze televisiejournalist die tot 17 oktober
vice-president was onder Sánchez de Lozada, ziet het politiek landschap in
Bolivia er plots helemaal anders uit. De nieuwe president stelde een
regering samen waarin alleen onafhankelijken zetelen. De traditionele
politieke partijen, die in Bolivia een kwalijke reputatie hadden van
corruptie en vriendjespolitiek, staan voorlopig buitenspel. Ook de
benoeming van twee ‘inheemse’ ministers duidt op een politieke stijlbreuk.
Zeventig procent van de Boliviaanse bevolking bestaat uit indianen, die
nooit enige inbreng hebben gehad in het politieke bedrijf. Donato Ayma, een
Aymara van de Altiplano (de Boliviaanse hoogvlakte) werd minister van
Onderwijs en Justo Seoane uit het Amazonegebied kreeg de pas gecreëerde
post van minister van Inheemse Aangelegenheden.

De onvrede over het beleid van Sánchez de Lozada was al langer groot bij
vakbonden, ambtenaren, boeren en indianen, maar in september en oktober
deed het verzet tegen de plannen om een pijpleiding te bouwen om Boliviaans
aardgas via Chili naar Mexico en de VS, de situatie opeens overkoken.
Sánchez de Lozada liet de politie en het leger uitrukken tegen de betogers,
en daarbij vielen meer dan 70 doden. Daardoor werd de positie van de
president onhoudbaar. De nieuwe regering heeft nu een onderzoek
aangekondigd naar de verantwoordelijkheid van leger en politie voor de dood
van al die betogers.

Mesa toont meer bereidheid om te dialogeren met de buitenparlementaire
oppositie, maar vakbonden, boerensyndicaten en bewegingen van het
maatschappelijk middenveld blijven ontevreden. Veel Bolivianen willen
snelle veranderingen zien. De belangrijkste oppositieleiders in het land
hebben de strijdbijl maar voorlopig begraven. Felipe Quispe, de leider van
de Federatie van Landarbeiders, en Evo Morales, de voorman van de grootste
oppositiepartij, hebben de president negentig dagen de tijd gegeven om
concrete resultaten op tafel te leggen. Zo niet beginnen de protestacties
opnieuw.

Volgens de socioloog Fernando Mayorga van de universiteit van Cochabamba is
de Boliviaanse politiek in een stroomversnelling geraakt. De nieuwe
president heeft - in tegenstelling tot de oude politieke klasse - veel
krediet en geloofwaardigheid. Maar de politiek in Bolivia is niet langer
een zaak van de regering. Politiek speelt zich vandaag niet meer af in het
parlement, maar op straat. Carlos Mesa is een goede communicator, maar hij
zal met sterke argumenten voor de dag moeten komen en vooral zijn drie
belangrijke beloften moeten waarmaken. Om de sociale onrust te ontmijnen
heeft Mesa beloofd om een referendum te organiseren over de bouw van de
omstreden gaspijpleiding. Hij heeft een grondwetswijziging in het
vooruitzicht gesteld en een herziening van de wetgeving op de exploitatie
van de bodemrijkdommen.

Dat zijn precies de eisen die de protestbeweging van september en oktober
hoog in het vaandel had geschreven. Die beweging werd in belangrijke mate
gestuurd door de MAS (Beweging naar het Socialisme), de politieke partij
van Evo Morales. MAS werd bij de laatste parlementsverkiezingen de op één
na grootste formatie van het land. Morales is de populaire leider van de
Boliviaanse cocaboeren. En zijn partij heeft veel aanhang onder de machtige
vakbonden en boerensyndicaten van het land.

Het oppositiefront heeft cruciale eisen op tafel gelegd. Met de
grondwetsherziening moet Bolivia - het armste land van Zuid-Amerika - een
moderne staat worden waarin de burgers daadwerkelijk kunnen wegen op het
regeringsbeleid. Er moet een einde komen aan de neoliberale politiek, die
de privé sector en de buitenlandse investeerders begunstigt. En de
natuurlijke rijkdommen van het land, zoals aardgas, zullen in de toekomst
op een andere manier moeten ontgonnen worden.

In de Verenigde Staten heeft men begrepen dat er in Bolivia een belangrijke
krachtmeting aan de gang is. Otto Reich, de bijzondere gezant van het Witte
Huis voor Zuid-Amerika, liet een niet mis te verstane waarschuwing vallen
aan het adres van de Boliviaanse protestbeweging: in Bolivia zijn er
mensen aan het werk, die niet geloven in de democratie en wij zullen niet
dulden dat ze de macht overnemen.