Soedan wil meer buitenlandse investeringen in landbouw
Blake Evans-Pritchard
19 december 2008
Soedan wil de landbouw nieuw leven inblazen met buitenlandse investeringen. Maar er bestaat verschil van inzicht over de mate waarin buitenlanders invloed moeten krijgen op de sector.
In 2007 kwam de regering met een vijfjarenplan voor de landbouw. In het plan werd gewezen op de gevaren van de economische afhankelijkheid van één product, zoals olie. Soedan verwacht voor 2009 een daling van de olie-inkomsten uit export met 43,7 procent.
Abdel Dafi, federaal landbouwcommissaris van het Ministerie van Investeringen, zegt dat de Soedanese landbouw een groot potentieel heeft. Bepaalde problemen kunnen echter alleen worden opgelost met buitenlandse hulp. “De meeste plaatselijke boeren weten hoe ze op een traditionele manier moeten boeren, maar ze hebben geen ervaring net grootschalige, commerciële landbouwprojecten”, zegt hij. “Buitenlandse investeringen kunnen ook helpen bij het verbeteren van de infrastructuur en het verlagen van de energiekosten.”
Dafi zegt dat op slechts 20 procent van de 7,2 miljoen hectare gecultiveerd land in Soedan sprake is van landbouw met gebruik van moderne technologie. In de meeste gevallen zijn daar buitenlandse investeerders bij betrokken.
Dalende prijzen
De Al-Rajhi Group uit Saoedi-Arabië is een van de grootste buitenlandse investeerders in de Soedanese agribusiness. Eerder dit jaar onderhandelde het bedrijf voor veertig jaar een pachtcontract met de regering voor veertigduizend hectare land. Normaal gesproken gaat de overheid alleen contracten aan voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid van verlenging. In die eerste drie jaar moet een bedrijf aantonen dat het serieus werk maakt van het beoogde project. Al-Raji Group legde echter direct 70 miljoen dollar op tafel en daar maakte de overheid een uitzondering voor.
Maar Al-Rajhi Group is misschien een uitzondering. Andere buitenlandse investeerders doen vaak weinig met het land dat ze gepacht hebben van de regering. “Land is goedkoop momenteel”, zegt Abah Ofon, landbouwanalist bij Standard Chartered Bank in Dubai. “Maar gebrek aan kapitaal en dalende voedselprijzen maken het weinig aantrekkelijk om nu veel uit te geven aan landbouwprojecten.”
Abdolreza Abbassian, analist van de VN-Voedsel en -Landbouworganisatie (FAO), maakt zich zorgen over de aarzeling van investeerders. “Hoewel we wereldwijd een daling van de voedselprijzen zien, zie je dat nog niet terug op lokaal niveau”, zegt hij. “We hadden en goede oogst in 2008, maar als er niet geïnvesteerd wordt zal er in de komende jaren weer een tekort ontstaan.”
Binnenlandse markt
Dal Group, de grootste private onderneming in Soedan, gelooft dat grootschalige landbouw om de lokale markt te voorzien van producten, een goede toekomst heeft. “Veel buitenlandse investeerders willen exporteren. Wij richten ons op de behoeften van de Soedanezen”, zegt Mohamed Elshafie, woordvoerder van het bedrijf. Dal heeft een aantal landbouwprojecten opgezet in het noorden van Khartoem en in het uiterste noorden van Soedan. Het bedrijf wil nog verder uitbreiden.
Volgend jaar gaat Dal van start met de eerste grote melkveehouderij in het land, met zo’n 10.000 koeien. Soedan importeert elk jaar vier miljoen ton poedermelk omdat het niet genoeg koeien heeft om aan de binnenlandse vraag te voldoen, zo blijkt uit cijfers van het ministerie van Landbouw. Het nieuwe bedrijf speelt hier op in, zegt Elshafie. Als aan de lokale vraag is voldaan, kan gedacht worden aan export.
De grootste hindernis is op dit moment het gebrek aan machines en goed personeel, zegt Elshafie. Dal haalde een aantal medewerkers uit Kenia, dat al jarenlange ervaring heeft met gemechaniseerde landbouw. Ook werden medewerkers aangetrokken uit Zuid-Afrika en Australië. Dal haalde verder voor het project enkele Soedanezen die in het buitenland werkten, bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië, terug naar Soedan. Het bedrijf wil ook Soedanezen stage laten lopen bij het bedrijf.
Dal Group geniet enkele voordelen boven de buitenlandse investeerders. Omdat het een Sudanees bedrijf is, kan het grond kopen in plaats van pachten van de overheid. Het bedrijf staat ook dichter bij de Soedanese bevolking.
In de staat Gezira, een bijzonder vruchtbaar gebied ten zuiden van Khartoem waar veel buitenlandse bedrijven zijn opgezet, ontstonden conflicten met kleine landeigenaren. Zij vonden dat ze benadeeld werden door de komst van de bedrijven. “Als een bedrijf de lokale bevolking niet mee krijgt, ontstaan er onherroepelijk problemen”, zegt Elshafie.