Solidariteitsprotest voor vrijheid in Bahrein
Pauline Vandenbussche
15 februari 2013
De Internationale Federatie voor de Rechten van de Mens (FIDH) protesteerde op 14 februari voor de Bahreinse ambassade in Brussel tegen de aanhoudende mensenrechtenschendingen in Bahrein. Ook op andere plaatsen in de wereld kwamen demonstranten op straat, naar aanleiding van de herdenking van het uitbreken van de opstanden.
Precies twee jaar geleden, in de context van de Arabische Lente, begonnen de vreedzame protestacties in Manama, de hoofdstad van Bahrein. De demonstranten eisten politieke en economische hervormingen (zoals een constitutionele monarchie en een verkozen premier), de vrijlating van politieke gevangenen, en een democratischer bewind. De opstanden werden bloedig onderdrukt en meer dan 900 demonstranten werden aangehouden voor het uiten van hun mening, zo blijkt uit cijfers van FIDH. ‘Het merendeel zit vast op basis van valse aanklachten of op basis van wetten die fundamentele rechten onderdrukken’, aldus Amnesty International. FIDH klaagt ook het gebruik van traangas door de autoriteiten aan.
Volgens FIDH stelde het soennitische minderheidsregime van al-Khalifa, de koninklijke familie van Bahrein, de gebeurtenissen van 14 februari 2011 herhaaldelijk voor als een opstand van de sjiitische meerderheid tegen de soennitische minderheid, waardoor het als een louter sektarisch probleem wordt voorgesteld en de grondoorzaken worden geminimaliseerd.
Dialoog?
Ondertussen is de situatie nog niet echt verbeterd in Bahrein, ondanks de beloftes van de regering om hervormingen door te voeren. De veiligheidstroepen blijven demonstranten hardhandig arresteren en de rechterlijke macht in Bahrein dient in de eerste plaats de belangen van de overheid. Nabeel Rajab, voorzitter van het Bahreins Centrum voor Mensenrechten (BCHR) en afgevaardigd secretaris-generaal van FIDH, werd veroordeeld tot drie jaar celstraf. ‘Hoe langer en hoe meer politieke activisten worden gearresteerd, des te moeilijker hervormingen kunnen worden doorgevoerd’, luidt het in de New York Times. Zondag startte een nieuwe nationale dialoog tussen oppositieleiders en leden van pro-regeringsgroepen.
Noodzakelijke hervormingen
In juli 2011 werd een onafhankelijke onderzoeksommissie (BICI) opgericht om de situatie in Bahrein op te volgen en op basis van haar vaststellingen aanbevelingen te doen voor hervormingen. Een nationale commissie werd vervolgens aangesteld om deze uit te voeren, maar volgens de oppositie is er sindsdien niet veel veranderd. FIDH en andere internationale organisaties eisen dat de Bahreinse regering gevolg geeft aan de aanbevelingen en alle gewetensgevangenen vrijlaat.