Spanje toont eindelijk berouw als grootste klimaatzondaar
Tito Drago
23 februari 2005
Niet de VS maar wel Spanje is relatief gezien de grootste klimaatzondaar onder de industrielanden. Spanje stoot 40 procent meer broeikasgassen uit dan in 1990. Het land zet nu alle zeilen bij om die vervuiling te beperken, maar succes is niet verzekerd.
Spanje wil efficiënt energiegebruik en de inzet van hernieuwbare energiebronnen bevorderen, en heeft sinds 14 februari ook een Nationaal Toewijzingsplan voor Emissies. Tot 2007 legt dat plan op hoeveel broeikasgassen de grote bedrijven in het land maximaal mogen uitstoten. Bedrijven die meer vervuilen, moeten uitstootrechten kopen of investeren in projecten die ontwikkelingslanden helpen minder broeikasgassen te produceren. Een dure aangelegenheid voor bedrijven die ver boven de normen zitten. Het Spaanse elektriciteitsbedrijf Endesa stopt de komende jaren bijvoorbeeld 2,5 miljard euro in de uitbreiding van zes waterkrachtcentrales in Brazilië, Colombia, Peru en Chili om de vervuiling te compenseren die het in Spanje veroorzaakt.
De Spanjaarden moeten veel dieper gaan dan andere landen, al kreeg het land van de Europese Unie omwille van zijn ontwikkelingsachterstand in de jaren 90 de toelating om tegen 2012 nog 15 procent meer broeikasgassen in de atmosfeer te lozen. De hele Europese Unie probeert tegen 2012 een reductie van 8 procent te halen in vergelijking met 1990. Daarvan is nu al 3,5 procent gerealiseerd. Maar Spanje is de slechtste leerling van de klas: het heeft zijn uitstoot bijna drie keer meer opgedreven dan toegelaten.
Zelfs de grote industrielanden buiten Europa - Canada, Australië, Japan en de VS - hebben de lozing van broeikasgassen de voorbije jaren beter onder controle gehouden. Australië en de VS, die niet gebonden zijn door het Protocol van Kyoto dat de meeste industrielanden oplegt hun uitstoot terug te schroeven, lieten ten opzichte van 1990 een groei van respectievelijk 18 en 14 procent optekenen.
Astronomisch noemt de Spaanse minister van Milieu, Cristina Narbona, de factuur die Spanje zal moeten betalen voor zijn aldoor toenemende afhankelijkheid van aardolie. Samen met steenkool en aardgas vormt olie de grootste bron van koolstofdioxide, het belangrijkste broeikasgas. Narbona wijst de schuld toe aan de conservatieve regeringen die tussen 1996 en 2004 geen aandacht hadden voor het probleem.
Toch investeerde Spanje de voorbije jaren al fors in hernieuwbare energiebronnen als windenergie en aardwarmte. De nieuwe regering wil nu ook het gebruik van de trein en ander vormen van openbaar vervoer bevorderen voor korte afstanden. Er komt ook een grote campagne om de Spaanse burgers aan te zetten energie te sparen. Sinds begin vorig jaar is het energieverbruik in Spanje nog met 15 procent toegenomen.
De Spanjaarden hebben alle redenen om zich zorgen te maken over het klimaat. Volgens een studie die in opdracht werd gegeven door het ministerie van Milieu, is de gemiddelde temperatuur in Spanje de voorbije 30 jaar al met 1,5 graad Celcius gestegen. Het aantal dagen met sneeuwval is met 41 procent verminderd. Er stroomt minder water door de rivieren en er komen meer stormen en hittegolven voor. Met name het toerisme, de belangrijkste motor van de Spaanse economie, kan onder sommige van die klimaatveranderingen lijden. (PD)