Spanning stijgt in Tsjaad
Elena Dikomitis
01 februari 2008
De Tsjadische regering heeft woensdag 30 januari de bevolking verwittigd dat rebellen vanuit het westen van Soedan oprukken richting hoofdstad. De vrees stijgt voor een herhaling van de gewelddadigheden in april 2006.
De autoriteiten zouden de situatie op dit moment onder controle hebben, maar er patrouilleren in de hoofdstad N’Djamena wel extra militairen en allerlei voorzorgsmaatregelen werden genomen. Scholen stuurden de leerlingen donderdag 31 januari terug naar huis en een aantal ambtenaren legden het werk neer. De Franse en Amerikaanse ambassade in N’Djamena raadde landgenoten aan zich zo weinig mogelijk te verplaatsen in het oosten van Tsjaad.
Fransgezinde president
De strijd tussen de rebellen en de Fransgezinde Tsjadische president Idriss Deby, is al jarenlang aan de gang. In april 2006 nam ‘het Verenigde Front voor Democratie en Verandering’ (FUCD), een coalitie van negen Tsjadische rebellengroepen, de hoofdstad in, waarbij honderden burgers vermoord werden.
EU vredesmissie
Dankzij hulp van België, Polen en Frankrijk, is de 3700 koppige vredesmacht van de Europese Unie deze week eindelijk aangekomen in het oosten van Tsjaad, waar de militairen hulpverleners en honderdduizenden vluchtelingen moeten beschermen tegen het geweld op de grens met de Soedanese regio Darfur en de Centraal Afrikaanse Republiek.
De missie moest normaal gezien in oktober 2007 in werking treden, maar werd bij gebrek aan troepen en middelen uitgesteld. Met de beloofde bijstand van 13 EU lidstaten, wordt deze missie de meest multinationale in Afrika.
De directe steun van Frankrijk aan het regime van Deby, is internationaal fel besproken, en brengt de neutraliteit van de EU missie in het oosten van Tsjaad in gevaar. Daarom hebben de Europese bevelhebbers na herhaaldelijke dreigementen vanwege de Tsjadische rebellengroepen, expliciet partijdigheid afgezworen.
Aan de grens met Darfur
Volgens de International Crisis Group zijn de conflicten in Darfur en Tsjaad onderling verbonden en daardoor ook heel moeilijk afzonderlijk op te lossen. Soedan beschuldigt Tsjaad ervan Soedanese rebellen te steunen en vice versa, maar beiden ontkennen de aantijgingen.
Vluchtelingenkampen in het oosten van Tsjaad bieden onderdak aan 178.000 ontheemde Tsjadiërs, ongeveer 234.000 Darfuri en 43.000 Centraal-Afrikanen.