Spanning in Venezuela na beperking van recht op betogen
IPS
02 mei 2014
Het Venezolaanse Hooggerechtshof bepaalde eind vorige maand dat manifesteren alleen nog kan na toestemming door de overheid. Een melding van de organisatoren volstaat niet meer. Experts en activisten spreken van een aanslag op de grondwettelijke vrijheden.
Dit jaar vonden al vijfduizend protestcties plaats tegn de regering. Het verbod van het hooggerechtshof gaat gepaard met de stafrechtelijke vervolging van de organisatoren. Toch zijn er nog geen zichtbare gevolgen van de beperking op het recht op manifesteren in Venezuela. Veel barricades de voorbije weken waren zelfs niet gemeld.
Geen toestemming nodig
Studentenleiders en verscheidene oppositiegroepen kondigden al aan dat ze het nieuwe verbod naast zich neer zullen leggen. “Om te manifesteren heb je geen toestemming nodig maar moed en daadkracht”, zei studentenleider Gabriela Arellano.
De gerechtelijke beslissing “maakt een einde aan garanties voor het recht op vreedzaam demonstreren en onderschrijft de repressie van burgers door gewapende diensten”, zegt Marino Alvarado van de humanitaire organisatie.
41 doden
Jurist Carlos Ayala, voormalig voorzitter van de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie, spreekt van “een stap terug” in de “uitdrukkelijke grondwettelijke bepaling dat de staat moet garanderen dat de burgers hun rechten kunnen uitoefenen.”
De Venezolanen eisen al jaren hogere lonen en betere openbare diensten. Maar het zijn de protestacties die de universiteitsstudenten in februari begonnen zijn, waar de regering van Nicolás Maduro nu zijn pijlen op richt.
Bij botsingen tussen veiligheidsdiensten en manifestanten zijn al 41 personen omgekomen en 674 gewonden gevallen. Er is ook sprake van zeventig gevallen van foltering. Van de 2500 manifestanten die zijn opgepakt, zitten er nog 112 vast.