Sri Lankanen zoeken nog naar vermiste dierbaren
Amantha Perera
17 juli 2012
Drie jaar na de bloedige burgeroorlog zoeken duizenden wanhopige Sri Lankanen nog naar vermiste dierbaren. Veel hoop is er echter niet meer.
Hun mentaal gehandicapte en zorgbehoevende zus Thangamathi meenemen of niet. Dat was de hartverscheurende keuze waar een ouder Tamilkoppel voor stond toen het begin 2009 het oorlogsgebied moest ontvluchten. Het was de laatste fase van de twintig jaar durende burgeroorlog in Sri Lanka.
Uiteindelijk besliste Thangamathi’s broer om haar achter te laten in een tehuis. Hij hoopte haar daar veilig aan te treffen bij hun terugkeer. “Het was een moeilijke beslissing, maar we waren zelf niet sterk genoeg om voor haar te zorgen”, zegt hij.
Het oudere koppel heeft de laatste gevechten tussen het Sri Lankaanse leger en Tamiltijgers overleefd en kon uiteindelijk begin 2010 terugkeren naar hun huis in het dorp Tharmapuram.
Al drie jaar zijn ze vruchteloos naar Thangamathi op zoek. Een kennis vertelde het koppel dat hij haar had gezien bij de 280.000 mensen die op de vlucht waren geslagen voor het laatste gevecht in april 2009. “We blijven zoeken, maar weten dat het geen zin meer heeft”, getuigt haar broer.
Elke gevangenis bezocht
Voor mensen uit gebieden als Kilinochchi – bijna tien jaar lang het administratieve centrum van de Tamiltijgers – is het verhaal van Thangamathi herkenbaar. In dit gewezen oorlogsgebied zijn duizenden nog steeds op zoek naar hun dierbaren.
Santhirakumar, inwoner van het naburige district Mullaitivu, zoekt al drie jaar lang naar zijn twee neven en de echtgenoot van zijn nicht. “We hebben elke gevangenis en ieder kamp in Colombo bezocht, zonder resultaat. Maar we geven niet op”, vertelt hij.
Het departement voor Volkstelling en Statistiek deed voor het eerst sinds twee decennia onderzoek in de noordelijke provincie. Het ontdekte dat er tussen januari en mei 2009 2635 mensen als vermist waren opgegeven. De Sri Lankaanse regering bevestigt het cijfer, maar organisaties menen dat het er in werkelijkheid veel meer zijn.
Meer volwassenen dan kinderen
In het district Vavuniya heeft de regering samen met Unicef in 2010 een eenheid opgericht om vermiste kinderen op te sporen. De eenheid kreeg uiteindelijk meer meldingen over vermiste volwassenen binnen, die werden doorgespeeld aan andere organisaties.
De minister van Defensie, Gotabaya Rajapaksa, liet recent weten aan Sri Lankaanse diplomaten dat de eenheid in Vavuniya in juli 2011 2564 aanvragen had ontvangen. “Daarvan waren 1888 vermiste volwassenen en 676 vermiste kinderen. 64 procent van de vermiste kinderen was volgens de ouders ingelijfd door de Tamiltijgers.”
Maar de duizenden vermisten zijn niet allemaal vluchtelingen uit de laatste fase van de burgeroorlog. Het Internationale Rode Kruis heeft een lijst met namen die tot twee decennia teruggaan.
“In 2011 had het Rode Kruis in Sri Lanka een lijst met 15.780 gevallen. Dat cijfer is het aantal vermisten die sinds 1990 aan het Rode Kruis zijn gemeld en die nog niet gevonden zijn”, verklaart Rode Kruis-woordvoerder Sarasi Wijerathne.
De humanitaire organisatie wist in 2011 amper 136 personen op te sporen.