Steeds minder bescherming tegen huiselijk geweld
Vesna Peric Zimonjic
23 mei 2004
Een derde van de Servische vrouwen is regelmatig slachtoffer van geweld binnen het gezin. Ook het aantal misbruikte kinderen zou toenemen. In het hele land sluiten opvangcentra voor mishandelde vrouwen en kinderen door geldgebrek hun deuren.
Servië heeft nog slechts één opvangcentrum en dat zal het naar verwachting ook niet lang meer uitzingen. Buitenlandse geldschieters schroefden hun hulp aan het begin van het jaar terug en sindsdien heeft ook een centrum in een rustige buitenwijk van Belgrado het moeilijk om maandelijks de benodigde 830 euro bijeen te schrapen. De plaatselijke autoriteiten zeggen dat ze geen geld hebben om te helpen.
Het tehuis bestaat vier jaar en heeft in die periode zo’n tweehonderd vrouwen en driehonderd kinderen opgevangen. Tijdens de vier tot acht maanden van hun verblijf vochten ze om een einde te maken aan hun gewelddadige gezinssituatie en een nieuw leven te beginnen, bijvoorbeeld door werk te zoeken. Momenteel verblijven er zeven vrouwen met hun acht kinderen.
De vrouwen hier zijn, vormen het topje van de ijsberg, zegt Vesna Stojanovic van het Servische Adviescentrum voor Slachtoffers van Huiselijk Geweld. Onderzoekster Jasna Milosevic bevestigt dat. Uit haar vorig jaar gepubliceerde uitgebreide studie naar huiselijk geweld - de eerste in dertig jaar - bleek dat een derde van de Servische vrouwen ermee geconfronteerd wordt.
Veel onopgeleide vrouwen geloven dat geweld nu eenmaal deel uitmaakt van het gezinsleven. Het wordt algemeen beschouwd als een privé-zaak.
Aan preventie wordt nauwelijks aandacht besteed, daarover zijn experts het eens. Vorig jaar werd de gevangenisstraf voor zware mishandeling opgetrokken tot tien jaar en die voor moordpoging tot veertig jaar, maar dat lijkt het aantal gevallen van huiselijk geweld niet te kunnen inperken.
“Onder huiselijk geweld valt ook seksueel misbruik, een absoluut taboeonderwerp in Servië, zegt Marija Masanovic van Beosupport, een niet-gouvernementele organisatie die zich inzet voor misbruikte kinderen. Haar organisatie krijgt elk jaar zo’n duizend meldingen van kindermishandeling. In een kwart van de gevallen gaat het om seksueel misbruik. Dat zijn de gevallen die boven water komen, maar er is veel verborgen misbruik, zegt ze. Psychologen krijgen de kinderen pas te zien als ze oud genoeg zijn om naar school te gaan. Ze kunnen iets vermoeden op grond van abnormaal gedrag, maar vaak blijft er een muur van stilzwijgen rond de zaak. Misbruik duurt dan voort tot in de adolescentie. Vaak wordt het kind eerder uit huis gezet dan de dader, omdat de familie misbruik niet als mogelijkheid wil erkennen.
Vorige maand trok Unicef, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, nog aan de alarmbel met een rapport waaruit blijkt dat een derde van de Servische kinderen op een of andere manier gevaar loopt, de meeste gevallen door armoede.