Strijd tegen corruptie eist hoge tol
Ramesh Jaura
22 januari 2003
Kritische media en actiegroepen boeken
wereldwijd toenemend succes bij het aan het licht brengen van corrupte
praktijken, maar ze betalen daarvoor soms een hoge prijs. 15 van de 68
journalisten die vermoord werden in 2001, verloren hun leven omdat ze
corrupte praktijken uit de doeken deden. Dat blijkt uit het Global
Corruption Report 2003 dat vandaag (woensdag) in Berlijn werd gepubliceerd
door de organisatie Transparency International (TI). Het rapport handelt
vooral over de toegang tot informatie.
Volgens TI “kan corruptie steeds moeilijker verborgen worden” een gevolg
van de media en het publiek die de zakenwereld en beleidsmensen steeds meer
ter verantwoording roepen. Daarbij maken ze dankbaar gebruik van de nieuwe
informatietechnologie die in theorie althans - een onmiddellijke toegang
mogelijk maakt tot gegevens die tot in de verste uithoeken van de wereld
verspreid zitten. Van Chili tot Brazilië en van Zuid-Korea tot India raakt
het e-government ook stilaan ingeburgerd. Steeds meer publieke informatie
wordt via het internet verspreid, wat bijvoorbeeld een veel beter toezicht
mogelijk maakt op privatiseringen en openbare aanbestedingen. Regeringen
worden door de publieke opinie ook gedwongen een transparanter beleid te
voeren.
Die evolutie naar een grotere openbaarheid van bestuur heeft op 11
september 2001 wel een knik gekregen. In de strijd tegen de terreur hebben
veel landen maatregelen uitgewerkt die de stroom aan informatie vertragen
of blokkeren en journalisten het leven moeilijk maken. In Jordanië kunnen
journalisten nu tot celstraffen veroordeeld worden voor de publicatie van
informatie die “de nationaal eenheid bedreigt, de bevolking verdeelt of
schade toebrengt aan het imago en de reputatie van de staat.” Saudi-Arabië
heeft alle internetproviders verplicht de surfbewegingen van hun klanten
bij te houden om het aanklikken van “verboden” sites op het spoor te komen.
En zelfs de VS zijn ermee begonnen informatie achter te houden die zou
“institutionele, commerciële of persoonlijke belangen zou kunnen schaden.”
De ordediensten in Groot-Brittannië en Canada hebben veel meer
mogelijkheden gekregen om communicatie via internet, e-mail en telefoon te
controleren, en Frankrijk heeft de codering van elektronische boodschappen
verboden. De nieuwe anti-terrorismewetten in Duitsland laten de
veiligheidsdiensten toe te snuisteren in de gegevensbestanden van
telecommunicatieondernemingen en de afzenders van e-mails te achterhalen.
Een gevaarlijke ontwikkeling, want in de strijd tegen de corruptie is een
vrije en ongehinderde informatie-uitwisseling essentieel. Meer accurate
informatie is bijvoorbeeld de enige remedie tegen de “vertrouwenscrisis”
waaronder het bedrijfsleven tegenwoordig wereldwijd lijdt; een gevolg van
de schandalen waarin bedrijven als Enron en WorldCom ten onder gingen. “Het
publiek gelooft gewoon niet meer dat de boeken van een onderneming de
financiële situatie van die onderneming weerspiegelen,” zegt Peter Eigen,
de voorzitter van TI.
Toch zijn veel ondernemers zich zelf bewust van de noodzaak om meer te
ondernemen tegen de plaag van de corruptie. Een studie die in 2001 in de
Filipijnen werd uitgevoerd, bracht aan het licht dat ondernemers daar
zonder verpinken 2 procent van hun nettowinst zouden afstaan als daarmee
anticorruptieprogramma’s zouden worden betaald. Volgens berekeningen zouden
Filipijnse ondernemers gemiddeld 10 procent besparen op commerciële
transacties als er geen omkoperij of smeergeld meer aan te pas zou moeten
komen.
Ook regeringen en drukkingsgroepen kunnen veel bereiken in de strijd tegen
de corruptie, beweert TI. “Bemoedigend nieuws komt van de toekomstige
EU-lidstaten in Centraal- en Oost-Europa, waar politieke wil en
inspanningen van de civiele maatschappij samen met de druk van
internationale actoren transparantie en goed bestuur hebben bevorderd.” TI
wijst ook op de verscherpte strijd tegen witwaspraktijken onder meer een
gevolg van de pogingen om Al Qaeda droog te leggen. De EU keurde in
november 2001 een richtlijn goed die alle lidstaten verplicht op te treden
tegen het witwassen van het geld dat uit zware misdaden voortkomt,
corruptie inbegrepen.