Strijd tegen honger kan opwarming indammen

Nieuws

Strijd tegen honger kan opwarming indammen

Paul Virgo

27 oktober 2009

De wereld heeft steeds meer voedsel nodig, maar dat moet niet ten koste gaan van het milieu. Experts pleiten voor een nieuwe groene revolutie die de stijgende productie verzoent met de strijd tegen de klimaatverandering.

De eerste groene revolutie deed de honger in landen als Mexico en India teruglopen door de introductie van kunstmest, verbeterde gewassen en irrigatie. Voor de productiestijging werd wel een ecologische en sociale prijs betaald – monocultuur en de massale inzet van chemicaliën doet het natuurlijk evenwicht wankelen en op sommige plaatsen verdringt de grootschalige landbouw kleine boeren van het platteland.
Nu staat de wereldlandbouw voor een nog grotere uitdaging. De vraag naar voedsel neemt almaar toe. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) moet de wereldvoedselproductie tegen 2050 met 70 procent toenemen. Dan leven er immers waarschijnlijk 9 miljard mensen op aarde, terwijl er in veel landen ook steeds meer voedsel wordt verbruikt.

Broeikasgassen van het platteland

Tegelijk blijkt de landbouw een belangrijke oorzaak van de opwarming van de aarde. De landbouw is volgens de FAO goed voor 14 procent van de totale uitstoot aan broeikasgassen in de wereld. Dat aandeel stijgt tot meer dan 30 procent als ook de ontbossing voor de aanleg van nieuwe akkers, weidegronden en plantages in rekening wordt gebracht.
“De nieuwe Groene Revolutie moet echt groen zijn”, zegt Marco Contiero van de Europese afdeling van Greenpeace in Brussel. “Het dominante systeem van industriële landbouw is gebaseerd op fossiele brandstoffen. We gieten stikstofhoudende kunstmest in de bodem, gebruiken bestrijdingsmiddelen die uit olie gemaakt worden en transporteren voedsel van de ene kant van de wereld naar de andere.”
“Het hele system leidt tot een massale uitstoot van broeikasgassen. We moeten op een heel andere manier voedsel gaan produceren, vervoeren en verbruiken”.

Ommezwaai is mogelijk

Sommige experts zijn ondanks alles voorzichtig optimistisch. “We kunnen 70 procent meer produceren”, zegt Jean-Luc Chotte van het Franse Institut de Recherche pour le Développement (IRD). “Maar we moeten het roer omgooien om voedsel van een hoge kwaliteit voort te brengen en het milieu te ontzien. We moeten bijvoorbeeld het gebruik van kunstmest terugdringen.”
Volgens Chotte is het mogelijk tegelijk de landbouwproductie te verhogen en het milieu erop vooruit te helpen. Daarvoor zijn technieken en maatregelen nodig die vooral afgestemd zijn op de kleinschalige landbouw, en die de zonden van de traditionele landbouw wegwerken.
De FAO schat dat de landbouw per jaar tot 6 gigaton minder CO2 kan uitstoten, vooral door technieken die boeren in ontwikkelingslanden helpen meer koolstof in de bodem vast te houden. Boeren kunnen bijvoorbeeld hun akkers minder intensief bewerken, zodat er meer koolstofhoudende oogstresten in de bodem achterblijven. Dat verbetert bovendien de bodemkwaliteit.

Lange termijn

Volgens Contiero komt het er vooral op aan op lange termijn te denken. “Nu kijken we vooral hoeveel we met een bepaalde techniek per seizoen op een hectare kunnen produceren. Maar de echte vraag is hoeveel we op die manier de komende honderd jaar kunnen produceren.”
De landbouwtechnieken van de toekomst zullen voldoende flexibel moeten zijn om in te spelen op de klimaatverandering. Volgens Teresa Cavero, het hoofd van de afdeling onderzoek van Oxfam Spanje, kan de opwarming van de aarde de opbrengsten per hectare in de hardst getroffen delen van Afrika halveren. Zuid-Azië moet tegen 2050 misschien met een achteruitgang van 30 procent rekenen.
Oplossingen zijn onder meer de graanverslindende vleesproductie beteugelen, technieken ontwikkelen die beter aangepast zijn aan tropische omstandigheden en meer inzetten op de flexibiliteit en verscheidenheid van kleinschalige productie.