Syrische oppositie en Baath-partij krijgen nieuwe leiders
Mitchell Pontzeele
10 juli 2013
Maandag verving Syrisch president Assad zestien leden uit de top van zijn Baath-partij. Tegelijkertijd verkoos de oppositiecoalitie een nieuwe voorzitter en nam een andere leider van die Nationale Coalitie ontslag. Ondanks de formele veranderingen lijken de personeelswissels bij beide kanten voorlopig echter geen doorbraak in de richting van een vredesproces te betekenen.
Op maandag 8 juli verving president Assad de volledige top van zijn meerderheidspartij. De veranderingen lijken vooral bedoeld om president Assads reputatie bij de partijleden te verbeteren. Tegelijkertijd legde ook Ghassan Hitto, eerste minister van de rebellencoalitie, zijn taak neer. Het ontslag van Ghitto lijkt aan zijn aartsmoeilijke taak, maar ook aan een gebrek aan eensgezindheid binnen de coalitie te wijten.
Assad schudt de kaarten
De veranderingen in de Baath-partij leiden tot een vervanging van de volledige partijleiding, met uitzondering van president Bashar al-Assad. Bij de partijleden die uit hun positie worden ontzet, hoort ook vice-president Farouk al-Sharaa. Sharaa zou zijn plaats in de partijleiding verliezen, maar niet zijn functie in de regering. Bij de nieuwe leden valt vooral de aanstelling van de leider van het Syrische parlement, Jihad al-Laham, en van eerste minister Wael al-Halqi op.
Volgens analisten geeft president Assad met de vervangingen gehoor aan onvrede in de lagere rangen van de Baath-partij. Al voor het uitbreken van de Syrische burgeroorlog kregen de president en de partijleiding de kritiek niet flexibel te zijn en problemen niet aan te pakken. Door voor relatief jongere leiders te kiezen die de slechte relaties met het buitenland moeten verbeteren, lijkt Assad die kritiek te willen counteren. Toch houdt de president door de promotie van de leider van het parlement en de eerste minister binnenin de partij de touwtjes stevig in handen. De Syrische oppositiecoalitie hecht dan ook weinig belang aan eventuele veranderingen na de wissels binnen de Baath-partij.
Topman Nationale Coalitie dient ontslag in
Op dezelfde dag diende leidend figuur in de Nationale Coalitie Ghassan Hitto zijn ontslag in. Hitto gaf als reden voor zijn ontslag aan niet geslaagd te zijn in zijn taak om een interimregering voor de oppositie te vormen. Die regering moet de coördinatie van de coalitie en toewijzing van hulpgoederen en bevoorrading aan de rebellen vereenvoudigen. Het plan om een interimregering op te zetten, werd bij het begin van Hitto’s termijn in maart al door een deel van de coalitie op scepsis onthaald.
De aanstelling van Hitto als eerste minister van de Nationale Conventie werd in een artikel op Al Jazeera beschouwd als een poging van het Qatarese emiraat om zijn invloed via een islamistisch kandidaat in de Syrische oppositie te vergroten. Dat Hitto bovendien weigerde te onderhandelen met Assad, kwam bij sommige diplomaten over als een poging om de onderhandelingen te blokkeren.
Qatar is volgens de BBC de grootste leverancier van wapens aan de rebellen. Het Qatarese gezag ontkent dat, maar regeringsmedewerkers gaven vorige maand aan dat Qatar in Syrië strijders van de Moslimbroederschap en andere islamistische groeperingen steunt. Saudi-Arabië – dat afkerig staat tegenover de Moslimbroederschap – bedreigt die positie als grootste wapenleverancier, maar richt zijn steun vooral op nationalistische en seculiere rebellen.
Ontslag komt na verkiezing nieuwe voorzitter
Het ontslag van Hitto komt twee dagen na de verkiezing van Ahmad Jarba als nieuwe voorzitter van de Nationale Coalitie. Jarba staat bekend als voorstander van verdere bewapening van het rebellenleger en lijkt goede contacten te onderhouden met de politieke leiding in Saudi-Arabië.
Als invloedrijk figuur in de Shammar-stam was Jarba al voor de burgeroorlog actief in de Syrische oppositie. Vanuit die positie speelde de nieuwe voorzitter aan het begin van de opstand een belangrijke rol in het bundelen van de krachten tussen Syrische stammen en de rest van de oppositiegroeperingen. Bij de aanstelling van Hitto in maart zegde Jarba zijn lidmaatschap bij de Nationale Coalitie echter op.
‘Geen onderhandelingen tot rebellen winst boeken’
Na zijn aanstelling als voorzitter van de coalitie op zaterdag liet Jarba weten, zoals Hitto eerder zelf ook al stelde, niet te willen deelnemen aan internationale vredesonderhandelingen in Genève tot een nieuwe lading geavanceerde wapens uit Saudi-Arabië de rebellen bereikt.
‘Onderhandelen in Genève onder de huidige omstandigheden is onmogelijk. Als we naar Genève willen gaan, moeten we ook op het terrein sterk staan. Op dit moment is onze positie echter te zwak’, aldus Jarba. Met die stelling en het ontslag van Hitto na Jarba’s aanstelling lijkt de recente geschiedenis van de coalitie zich, zij het met omgekeerde verhoudingen, te herhalen.