“Teheran is niet geïnteresseerd in echte onderhandelingen”

Nieuws

“Teheran is niet geïnteresseerd in echte onderhandelingen”

Meena Janardhan

30 maart 2009

De meeste landen juichen toe dat Washington Teheran de hand reikt. Maar analisten in de Golfstaten reageren sceptisch. Ze denken niet dat er een gepast antwoord komt van Iran.

De verzoenende nieuwjaarsboodschap die president Obama op 20 maart tot Iran richtte, was een stap in de goede richting, zegt Christian Koch van het Gulf Research Centre (GRC), een denktank in Dubai. Maar waarschijnlijk laat Teheran ook deze kans voorbijgaan, voegt hij er meteen aan toe. Ayatollah Khamenei nam Obama’s uitgestoken hand niet aan. “Pas als jullie veranderen, zijn wij bereid ons gedrag te veranderen’”, zei de Iraanse leider. Daardoor raakt Iran “verder geïsoleerd”, zegt Koch, “en dat komt de veiligheid in de regio niet ten goede.”
Khamenei’s reactie was symptomatisch voor Iraans geschiedenis van onverzoenlijkheid, zegt Ali Jaber Al-Sabah, politiek analist in Koeweit. “De poging van de VS om met een schone lei te beginnen met Iran zal dezelfde oude resultaten opleveren: provocatie en geen medewerking. Iran zal zijn nucleaire programma nooit opgeven.” Al-Sabah erkent dat Obama de zaken anders aanpakt dan Bush. “Maar het doel is hetzelfde. Net zoals Obama nu zijn videoboodschap heeft uitgezonden, is het mogelijk dat hij vroeg of laat een gelijkaardige toespraak houdt die een echt ‘actie’-plan aankondigt als reactie op de onbuigzaamheid van Teheran.”
“De laatste jaren hebben duidelijk gemaakt dat de huidige leiders in Teheran niet geïnteresseerd zijn in echte onderhandelingen”, zegt Christian Koch. “Hun enige bedoeling is tijd te winnen en geen toegevingen te doen op het nucleaire front. Uiteindelijk is dit een doodlopende straat.”

Ernstige bedreiging

Irans nucleaire programma wordt als een ernstige bedreiging gezien door de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), het in 1981 opgerichte blok van zes Golfstaten: Bahrein, Koeweit, Qatar, Saudi-Arabië, Oman en de Verenigde Arabische Emiraten. “Net zomin als de veiligheid in de Golf niet bereikt kan worden zonder Iran, kan het ook niet mét een Iran dat zijn overwicht op zijn buren wil institutionaliseren”, zegt Koch.
Volgens Koch sluit Obama’s boodschap perfect aan bij de belangen van de GCC-landen. “Men heeft in de Golf geen zin in een nieuw conflict en de GCC-leiders benadrukken voortdurend relaties die gebaseerd zijn op wederzijds respect en geen inmenging in binnenlandse zaken.” Iran heeft meerdere kansen laten liggen om de banden met de GCC-landen aan te halen, zegt Koch. Zo ligt het nog steeds met de Verenigde Arabische Emiraten overhoop over drie eilandjes in de Perzische Golf (Abu Mussa en de Tunb-eilanden) en stapte het niet in het door Saudi-Arabië in gang gestoken vredesinitiatief voor het Israëlisch-Palestijnse conflict.
De temperatuur daalde verder toen een lid van de machtige Iraanse Beoordelingsraad in februari erop wees dat Bahrein vroeger de veertiende provincie van Iran was. Iran wekte daarmee de indruk dat het de soevereiniteit van Bahrein in twijfel trok. Het protest in de Arabische wereld klonk luid.
Toch is er reden voor optimisme, vindt Mehran Kamrava, directeur van het Centrum voor Internationale en Regionale Studies van de School voor Buitenlandse Dienst in Qatar. “Khamenei’s antwoord dat er concretere signalen moeten komen van Washington was gewikt en gewogen en niet-ideologisch. De volgende stap in een verbetering van de gespannen sfeer zal afhangen van het resultaat van de Iraanse presidentsverkiezing in juni.”