Tibetanen niet langer veilig in Nepal
Damakant Jayshi
04 juni 2003
Nepal is geen veilig land meer voor Tibetanen die
hun geboortestreek verlaten om te ontkomen aan de Chinese repressie. Achttien Tibetanen die via Nepal India wilden bereiken, werden het voorbije weekend door de Nepalese politie uitgeleverd aan China. De Verenigde Naties en buitenlandse mensenrechtenorganisaties veroordelen de verrassende wijziging van het Nepalese vluchtelingenbeleid.
Dat Nepal Tibetanen aanhoudt wegens “illegale immigratie”, is niet nieuw. Dat ze vervolgens worden uitgeleverd aan China, dat wereldwijd bekritiseerd wordt voor de onderdrukking van de Tibetaanse cultuur en religie, is nooit eerder gezien. Allen vluchtelingen met een crimineel verleden werden vroeger teruggestuurd. De 18 uitgeleverde Tibetanen behoorden tot een groep van 21 die via Nepal wilde doorsteken naar India, waar hun spirituele leider, de Dalai Lama, sinds 1959 in ballingschap leeft. Net als vele andere duizenden Tibetanen, die de oversteek maakten of die in Nepal leven, beschouwden ze het kleine koninkrijk als een veilige plaats.
Tot vorige zaterdag. Toen droegen de Nepalese autoriteiten de achttien, die op 15 april werden opgepakt, aan China over. “Compleet tegen elke afspraak”, reageert Wangchuk Tsering, de officieuze vertegenwoordiger van de Dalai Lama in Nepal. “In 1989 ging Kathmandu akkoord met een mondelinge afspraak om Tibetaanse vluchtelingen uit te leveren aan het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). Ze zouden zo als politieke vluchtelingen kunnen ondergebracht worden in bijvoorbeeld India.” Ook het UNHCR en westerse mensenrechtenorganisaties noemden de uitlevering een schending van de Conventies van Genève. Britse en Amerikaanse diplomatieke kringen zitten op diezelfde lijn.
Het blijft onduidelijk waarom Nepal uitgerekend nu zijn houding ten aanzien van de Tibetaanse vluchtelingen wijzigt. De zakelijke banden tussen Nepal en China zijn de afgelopen jaren toegenomen, maar de kleine Himalaya-staat leunt traditioneel dichter aan bij de andere Aziatische grootmacht, India. De Nepalese minister van Buitenlandse Zaken, Narenda Bikram Shah, zegt dat er geen sprake is van een beleidsverandering, maar waarnemers zien achter de uitlevering van de achttien de invloed van Peking.
De Chinese ambassade in Kathmandu prijst de houding van de Nepalese regering, “die heeft gebruik gemaakt van haar soevereiniteit en volgens de internationale gebruiken illegale immigranten heeft uitgewezen die in overtreding waren van de immigratiewetgeving in beide landen.” De perschef van de ambassade, Cheng Ji, voegde daar nog een bedenking aan toe: “Tibetanen zijn al bij al maar gewone Chinezen; het is niet meer dan normaal dat China ze mag bestraffen als ze onwettig het land verlaten.”
Nepal lijkt zijn status van veilige haven voor vluchtelingen uit Tibet en ook uit Bhutan te verliezen. Er leven naar schatting 25.000 Tibetanen in Nepal.
Hun ontgoocheling over de recente uitwijzing is des te groter omdat ze geprobeerd hebben de opgepakte vluchtelingen op borgtocht vrij te krijgen. Van de groep van 21 werden alleen drie kinderen niet aan China uitgeleverd.
“Jaarlijks slaan 2.000 tot 2.500 Tibetanen op de vlucht voor de Chinese onderdrukking en bereiken ze via Nepal behouden India”, zegt de Tibetaanse vertegenwoordiger in Kathmandu. De vluchtelingen nemen in de eerste plaats de wijk om politieke redenen, maar zeggen dat ze ook economisch geboycot worden door de Chinese overheid. “We krijgen minder kansen”, zegt Metho, die de oversteek over de bergen naar Nepal maakte. “Ik kon maar één jaar naar school gaan. Tibetanen kunnen in China geen hogere studies volgen en krijgen geen kansen op de arbeidsmarkt.”
China stuurde in 1951 troepen naar Tibet en verklaart zich sindsdien soeverein in de bergprovincie. Na een mislukte opstand tegen de Chinese overheersing, vluchtte de Dalai Lama in 1959 uit Tibet weg. “De Chinese overheid vraagt dat we ons geloof in de Dalai Lama af zweren”, zegt Metho. Cheng, de perschef van de Chinese ambassade, ontkent dat en zegt dat er in Tibet godsdienstvrijheid bestaat. “Maar we beschouwen de Dalai Lama niet als een spirituele of een religieuze leider. Hij is eerder een politieke balling.”