Tien miljoen Indiase straatventers dicht bij erkenning

Nieuws

Tien miljoen Indiase straatventers dicht bij erkenning

Soma Basu

12 mei 2006

De Indiase regering werkt aan een beleid dat de rechten van de tien miljoen straatventers in het land moet beschermen. In sommige delen van het land genieten ze al wettelijke erkenning, andere deelstaten willen alle straatventers het liefst kwijt.

Kleren, de ingrediënten voor een snelle maaltijd, batterijen of auto-onderdelen: in India kun je alles op straat kopen. Tamil Selvi verkoopt al bijna twintig jaar lang groenten op een straathoek in Madurai, een stad in Zuid-India. Bij het krieken van de dag koopt ze haar waren in op de centrale groentemarkt in het centrum van Madurai. Tegen zes uur is het frêle vrouwtje met haar last van 15 kilogram verse groeten al bij haar stalletje in een rijke wijk van de stad. Tamil Selvi is er elke dag, zodat de huisvrouwen en werkende moeders uit de buurt weten dat ze altijd bij haar terecht kunnen als ze snel een kleinigheid nodig hebben.

Tamil Selvi verdient 60 tot 90 roepie (1 tot 1,6 euro) per dag. Daarmee geeft ze haar zoon, twee dochters en haar oude moeder te eten. Even zag het slecht uit voor de taaie groenteverkoopster. Toen haar straat opnieuw aangelegd werd, vond een buurtvereniging haar niet meer passen in het nette straatbeeld. Ze vroegen haar te vertrekken. Maar algauw kwamen leden van dezelfde vereniging Tamil Selvi smeken haar stalletje weer op te bouwen. Ze werd gemist. De verkoopster betaalde 500 roepie (9 euro) aan de stad voor een standplaats en nam de draad weer op.

Tamil Nadu, de deelstaat waarin Madurai ligt, erkent straatventers als arbeiders. In andere delen van het land hebben ze het moeilijker. De regering van West-Bengalen amendeerde onlangs de wetgeving van de deelstaathoofdstad Kolkata (Calcutta) waardoor straatverkoop er nu onwettig en strafbaar is.

Op veel plaatsen maakt de wetgever de straatverkopers het leven erg lastig. “Er is een massa regels van toepassing op hun werk - van stedelijke verordeningen over verkeersregels en strafbepalingen tot alle wetten die het gebruik van plantsoenen en straten regelen”, zegt Renana Jhabwala van de Self Employed Women’s Association (SEWA), een bekende vakbond van kleine zelfstandige vrouwen.

Nog vervelender zijn eigengereide burgers of ordehandhavers. Nogal wat burgerorganisaties binden de strijd aan met venters omdat die het verkeer stremmen of onhygiënische toestanden veroorzaken. Ze vernielen de stalletjes of karren van de venters, persen geld af of zorgen ervoor dat waren in beslag worden genomen.

Venkatesh, een handelaar uit Hyderabad die tuinstoelen, lampenkappen en serviezen verkoopt, neemt noodgedwongen een groot deel van het trottoir in beslag. “Ik moet mijn verkoopplaatsen voorzichtig uitkiezen, anders krijg ik de politie of overijverige ambtenaren op mijn dak. Maar ik moet mij dicht bij drukke punten ophouden, anders heb ik geen klanten.”

De Indiase overheid schat dat 2 procent van de bevolking van grote steden als Delhi, Mumbai en Chennai de kost verdient als straatventer. Heel India zou tien miljoen ambulante verkopers tellen. Samen vormen ze een en goedkoop distributiesysteem dat de kleinste wijken bedient.

“Stadplanners zouden de straatverkoop moeten inplannen en voorstellen doen over hoe hun activiteiten geregeld kunnen worden”, vindt Sharit Bhowmik van de Universiteit van Mumbai. Hij speelt een belangrijke rol in de Nationale Taakgroep Straatventen en is de man achter de Nationale Alliantie van Straatventers in India. Volgens hem kunnen de verkopers een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van steden en de levenskwaliteit van alle inwoners, als hun werk erkend en gerespecteerd wordt. (PD/JS)